|
Post by Juny Kamyo on Jul 12, 2004 10:20:09 GMT -5
Ok, dit is hoofdstuk 1 van mijn verhaal... ik ben ebzig aan hoofdstuk 2! Willen jullie alsjeblieft nog NIET reageren? Maak daar maar een reactietopick voor ofzow...
Hoofdstuk 1
Met een verdrietig gezicht keek Mimi Tamayo uit het raam van de woonkamer. Ze had haar favoriete pokemon pyjama aan, en hield haar handen om haar knieën geslagen. Nog nooit eerder had ze zich zo rot gevoeld als nu. Het leek wel alsof iedereen haar vergeten was, alsof ze niet meer bestond. Net vandaag. Vandaag was Mimi’s 5e verjaardag, maar niemand har eraan gedacht. Ze had geen cadeautjes gekregen, er was niet voor haar gezongen en niemand had haar gefeliciteerd. Maar het allerergste vond ze dat haar vader vandaag weg zou gaan. Een heel eind weg, helemaal naar Okameru city, en Mimi moest hier blijven met haar moeder. Het kwam allemaal door die stomme scheiding. Ze wist niet echt goed wat dat was, maar ze begrep dat het iets te maken had met alle ruzies van haar ouders. En nu gingen ze uit elkaar. Mimi snikte, en staarde met betraande oogjes naar een paar pokemon trainers die een eindje verderop aan het praten en opscheppen waren. Was zij ook maar groot. Dat zouden haar ouders vast wel naar haar luisteren! Een taxi stopte voor de deur, en Mimi zag haar vader naar buiten lopen. Zo snel als ze kon sprong Mimi uit de vensterbank, en rende de deur uit. “Wacht, papa!” riep ze, terwijl ze naar hem toerende. “Wacht!!” Haar vader draaide zich om, en glimlachte toen hij haar aan zag komen. “Mimi! Kom je gedag zeggen?” Mimi knikte hijgend. “Papa... niet weggaan! Waarom kan je niet blijven?” Haar vader aarzelde. “Soms kunnen mensen niet zo goed met elkaar overweg, Mimi.” Zei hij. “Zoals je moeder en ik. En soms is het dan beter om niet bij elkaar te blijven.” “Maar papa...” Mimi begon te snikken. “waarom mag ik dan niet mee?” ‘je moeder is toch bij je, om voor je te zorgen?” “Jawel, maar-“ Mimi kon niet goed uit haar woorden komen. “Ik ben jarig, vandaag.” fluisterde ze schor. “Maar iedereen is me vergeten. Ik heb niet eens cadeautjes gehad.” Zenuwachtig keek ze haar vader aan, maar tot haar verbazing glimlachte die. “dat is waar ook, ik heb nog wat voor je!” Hij ritste een van zijn tassen open, en haalde er een een groot, bobbelig pakje uit. “Voor jou! Nog een fijne verjaardag, meisje!” Blij pakte Mimi het pak aan, en scheurde het papier eraf. “Een pikachu knuffel!” riep ze, en ze wreef hem langs haar wang. “Wat is ie lekker zacht! Dankjewel, papa!” Haar vader gaf haar een aai over haar bol. Toen wennde hij zich tot haar moeder. “Zorg goed voor haar.” Zei hij, en Mimi zag dat hij niet meer vrolijk lachte maar juist ernsitg keek. “Ze heeft die aandacht harder nodig dan jij denkt.” “Ik zorg heus wel goed voor haar! Ga nou maar, de taxi wacht!” Haar vader knikte, en hees de tassen op zijn rug. “Ik moet gaan, vrees ik. Dat Mimi! Tot ziens allemaal!” Hij stapte in, en weg was hij. “Nee!!!” riep Mimi, en ze rende de taxi achterna. “Wacht, papa!!! Kom terug!! Je mag niet weggaan!!” Maar de taxi was al uit het zicht verdwenen. “papa...” Ze drukte de Pikachu knuffel dicht tegen zich aan, zonder te merken dat het begon te regenen. “papa...” De tranen liepen over haar wangen, maar door de regendruppels vielen ze niet op...
“NEE!!!” Woedend smeet Mimi de deur van haar kamer dicht. Ze was vreselijk boos op haar moeder. Altijd moest ze maar doen wat zij zei, of ze dat zelf nou wilde of niet. ‘Mimi, doe dit! Mimi, doe dat! Mimi, luister naar me!’ Urgh! Ze plofte neer op haar bed, en sloeg met het kussen bijna een levensgrote poster van de Pokemon league van de muur. Sinds haar ouders gescheiden waren en haar moeder die nieuwe vriend had was alles anders geworden. Het was alleen nog maar jason dit en jason dat, alsof Mimi niet meer bestond. Wat had ze daar een hekel aan! Met betraande ogen pakte ze de Pikachu knuffel die ze 8 jaar geleden van haar vader had gekregen van het bed en drukte hem tegen zich aan. Sinds haar vader weg was had ze nooit meer iets van hem gehoord, geen brieven, geen telefoontjes en geen mailtjes. Alsof hij net zoveel om haar gaf als haar moeder- niets dus. Toch was hij de enige die haar een cadeautje had gegeven op haar 5e verjaardag. Van haar moeder had ze niks gekregen, en het jaar daarop ook al niet. Ze was alleen nog maar bezig met Jason. Bah! Ze keek naar een foto van haar vader op haar nachtkastje. Kon ze maar bij hem zijn... Ze zuchtte, en liep naar het raam. In de tuin zag ze haar moeder zitten, en Jason natuurlijk, maar die dacht ze maar even weg. Verderop zag ze een groepje kinderen en hun pokemon de stad uitlopen. Die gingen natuurlijk op pokemonreis! Zelf wilde ze ook graag op pokemonreis gaan. Ze was helemaal niet gek op pokemon, maar dan was ze tenminste weg. Ze tikte met haar nagels op de vensterbank, en staarde naar haar weerspiegeling in het raam. Een meisje met roodbruin haar in 1 staart en donkerbruine ogen keek haar aan. Eigenlijk leek ze best wel op haar vader! Alleen durfde haar vader voor zichzelf op te komen... Ze zuchtte nogmaals, en liep toen de trap af, naar beneden.
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 12, 2004 11:03:34 GMT -5
Hoofdstuk 2
Mimi keek met een vies gezicht naar haar bord. Jason had gekookt, en echt veel was het niet: Aangebrandde stukejs vlees en veel te zachte aardappels. De sla was ook niet veel soeps, of eigenlijk ook wel: Alles dreef in een veel te grote lading sla-saus. “Moet ik dit eten?” vroeg ze walgend. Haar moeder keek haar boos aan. “Doe niet zo onvriendelijk! Jason heeft er erg zijn best op gedaan!” “Het is VIES!” “Je hebt het nog niet eens geproefd!” kwaad stak haar moeder een aardappel in haar mond. Mimi zag, tot haar grote genoegen, dat zij het ook niet zo lekker vond. “Lekker he?” vroeg ze sarcastisch. “Doe niet zo brutaal jij!” snauwde haar moeder, en Mimi hield gauw haar mond. Ze hoopte maar dat ze niet wwer straf zou krijgen! Maar haar moeder vroeg er wel naar. Verveeld prikte ze met haar vork gaatjes in de aardappels. Ze voelde er niks voor om hier iets van de eten! “Ga je nog wat eten vandaag?” vroeg Jason geërgerd, en hij wees naar haar nog altijd volle bord. Mimi schudde haar hoofd. “Geen honger.” zei ze zachtjes. “En echt veel eten is er niet aan, het drijft allemaal. Op de vleesjes na, die zijn keihard...” Dat had ze beter niet kunnen zeggen: Jasons kreeg een kop zo rood als een tomaat en als Mimi niet beter wist zou ze denken dat er rook uit zijn oren kwam. “Niet zo brutaal jij!” blafte hij. “Maar ik-” “Spreek ons niet zo tegen!” Nu mengde ook haar moeder zich nog in het gesprek. “Maar ik deed niks verkeerd!” “Je geeft verschrikkelijk af op het eten-“ “Maar een heel klein beetje! Dat doe je zelf ook altijd, mam!” “Mond dicht! Ga maar naar je kamer! En naar je eten kan je wel fluiten!”
Met betraande ogen liet Mimi zich op haar bed zakken. Wat had ze nu weer verkeerd gedaan? Ze snikte. Niemand luisterde ooit naar haar, hoe dan ook. Ze gaven gewoon niks om haar, helemaal niks! Ze veegde haar tranen af aan het dekbed. Ach, het zou vast allemaal wel meevallen. Ze moest haar gewoon een kans geven! En Jason natuurlijk ook wel, maar dat zag ze niet zo zitten. Hij gaf haar niet ook echt een kans. Alleen maar straf, en dat viel niet te waarderen. Ze pakte haar Pikachu knuffel onder de dekens vandaan. “Soms zou ik willen dat je echt was, weet je.” Fluisterde ze, en ze giechelde. “Dan konden we vrienden zijn! Alleen jij en ik. Ons samen! En zelfs al houd ik niet zo van pokemon, ik houd wel van jou hoor!” Ze drukte hem tegen zich aan. Pikachu was de enige waar ze nog tegen praatte, ook al was het een knuffel. Hij was nooit gemeen, sprak haar nooit tegen (maar gaf haar ook nooit gelijk) en hij had altijd een schattig lachje op zijn gezicht. Meer kon je je toch niet wensen? Waren mensen maar zo! Maar nee... dat zou wel nooit gebeuren. Mensen waren anders. Echte pokemon ook, trouwens. In een boekje uit de bieb had ze gelezen dat sommige pokemon een zeer temperamentvol karakter hadden! Ach, wel logisch, als je bedacht dat ook pokemon een eigen persoonlijkheid hadden en er ook een eigen mening op nahielden. Opgewekt bedacht Mimi dat ze, door over pokemon te denken, alle problemen even was vergeten. Misschien waren ze zo slecht nog niet. Ze besloot om maar naar beneden te gaan. Het eten was nu was wel op, en ze wilde het graag weer goedmaken met Jason en haar moeder! Zachtjes sloop ze ichting de trap. De stemmen van haar moeder en jason schaldden door de keuken. “Dat kind van je wordt echt steeds brutaler!” klonk Jasons stem, en Mimi hield haar adem in. Ging het over haar?! Snel luisterde ze verder. “Ik weet het. Het is echt hopeloos! Het zal wel door haar vader komen, die was al niet veel beter...” “Als hij net zo was, begrijp ik dat je van hem gescheiden bent. Stel je voor, twee van die lastpakken in huis!” “Ja, daar moet je toch ook niet aan denken?!” Mimi’s adem stokte in haar keel. Dit geloofde ze gewoon niet! “Misschien moeten we haar eens naar een school mèt dicipline sturen!” Jason keek naar Mimi’s moeder. Die keek nadenkend. “Misschien wel...” “nee...” fluisterde Mimi, en ze schudde haar hoofd vol afschuw. Ze wilde niet naar een een of andere school! De school waar ze nu op zat was wel genoeg! “Ik weet wel een goede school ergens in-“ Mimi drukte haar handen tegen haar oren. Dit wilde ze niet eens horen! In tranen rende ze terug naar haar kamer. Hoe konden ze haar dit aandoen? Eerst haar weghouden van haar vader, en nu haar helemaal wegsturen! Ze voelde zich afschuwelijk, de ergste dag van haar leven sinds haar vader was vertrokken. Nu wilde ze het liefst zelf vertrekken. Niet naar die stomme school, maar de wijde wereld in. Naar haar vader, in Okameru city. Maar dat lag wel erg ver weg, gezien het feit dat zij ergens in Helacky woonde! Ze zuchtte, en pakte haar Pikachuknuffel er voor de zoveelste keer bij. Ze stond op, en liep naar het raam. De maan stond al hoog aan de hemel, en de sterren straalden. Maar Mimi voelde er zich niet beter door. Ze wilde weg, weg van hier! Weg van haar moeder, weg van Jason, weg van alles en iedereen! Ze veegde haar tranen uit haar ogen. Het maanlicht wierp een zilvere glans over haar heen. Ze hield haar knuffel dicht tegen zich aan. Toen opende ze de kast, en begon haar spullen bij elkaar te pakken...
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 16, 2004 12:44:44 GMT -5
Hoofdstuk 3
Voor de laatste keer keek Mimi achterom. In de verte zag ze haar huis liggen. Alles was nog in diepe rust. Ze slikte, en haalde diep adem. Dit was het dan! Ze hees haar paarse rugzakje op haar rug. Ze had alles ingepakt wat ze nodig had: Slaapzak, eten, geld, extra kleren, schone sokken en ondergoed, mobiele telefoon, haar pikachuknuffel.... in ieder geval, alles wat ze nodig had zat erin. Ze zuchtte. Voorlopig zou ze hier wel niet meer staan! Tenminste, ze hoopte van niet. Ze wierp nog een laatste blik op haar huis, draaide zich toen om en liep verder, het bos in. De reis kon beginnen!
Echt hard ging Mimi niet vooruit. Ze had de hele nacht nog geen oog dichtgedaan, en was dan ook doodmoe. Ze keek eens om zich heen. Overal bomen, met ertussenin het pad waar zijzelf op stond. Ze liep een eindje van het pad af, en plofte neer in het gras. Ze was nu wel ver genoeg van huis af! Ze zette haar rugzak naast zich neer, en rolde haar slaapzak uit. Maar net toen ze erin wilde kruipen hoorde ze opeens een hoog, hartverscheurend geluid. Mimi schrok ervan. Wat was dat nou? Weer hoorde ze hetzelfde geluid, heel hard en heel zielig. Vaag herkende Mimi het geluid van een pokemon. Ze hees zichzelf weer overeind, propte haar slaapzak terug in haar tas en rende in de richting van het geluid, dat steeds harder leek te worden. Dat was maar goed ook, want ze had geen enkel ander richtpunt om zich op te concentreren en zonder het geluid zou ze waarschijnlijk hopeloos verdwaald raken. Had ze nou maar een zaklamp meegenomen... Na een tijdje rennen zag ze wat eraan de hand was: Tussen de bramenstruiken in de berm zat een kleine pikachu, onder de wonden en schrammen en met een doffe vacht. Mimi slaakte een gilletje van afschuw. Wat vreselijk! Voorzichtig baande ze zich een weg door de struiken, en begon de pikachu los te maken. Die gaf af en toe schrille pijnkreetjes, maar liet zich wel helpen. Het duurde even, maar na een tijdje was ze klaar en was de pikachu bevrijd. Mimi drukte haar dicht tegen zich aan. ‘Arm kleintje...” fluisterde ze. “Hoe kom je hierin terecht? Heeft iemand je dit aangedaan? Wat een afschuwelijk idee! O, je hebt het vast koud...” De pikachu rilde een beetje. Snel trok Mimi haar jas uit, en wikkelde de pikachu erin. “Dat is beter, hè?” Heel langzaam en voorzichtig opende de pikachu een oogje. “Pika...” Mimi glimlachte vertederd. Deze pikachu deed haar aan haar knuffel denken, al was deze er wel veel erger aan toe! “Snel een pokemoncenter vinden!” In haar eigen stadje thuis was er wel een, maar daar ging ze liever niet heen. Bovendien was dat een heel eind weg. Maar ze had zo snel ook geen idee waar er ergens anders een was! Opeens hoorde ze voetstappen vlak achter zich. Snel draaide ze zich om, en stond oog in oog met een ander meisje. “WHOA!” geschrokken viel ze achterover. Het meisje trok een wenkbrauw op. “Zo lelijk ben ik toch niet?” vroeg ze, en ze streek met haar hand door haar haar. “Tenminste, ik dacht dat het wel meeviel...” “dat is het niet, hoor!” zei Mimi snel, en ze krabbelde overeind. “Ik schrok gewoon van je, dat is alles!” “O, gelukkig maar!” het meisje grijnsde, en keek toen naar de pikachu in Mimi’s armen. “Ik hoorde een pokemon om hulp roepen en ben zo snel mogenlijk gekomen, maar zo te zien was jij me voor! Het is toch zeker niet jouw pikachu hè?” voegde ze er wantrouwig aan toe. Mimi schuddde haar hoofd. “nee, ze zat vast in die bramenstruiken. Ik weet ook niet hoe ze er terecht is gekomen. Ze moet zo snel mogenlijk naar het pokemoncenter, alleen heb ik geen idee waar dat is!” “Maar dat is geen probleem!” zei het meisje opgewekt, en ze wees in de richting waar ze vandaan was gekomen. “Ik ben vanaf daar hierheen vertrokken, het is hier echt vlakbij! Volg mij maar!” Ze rende weg. Mimi keek haar even na, en ging er toen achteraan. “Hee, wacht op mij!”
Onrustig beende Mimi op en neer. De pikachu zat nu al ruim een uur in de behandelkamer en was daar nog altijd niet uitgekomen. Volgens zuster Joy had ze ernsitge verwondingen opgelopen, en een kleine verkoudheid. Waarschijnlijk kon ze het allemaal wel genezen, maar- Geïriteerd trok het meisje dat ze in het bos had ontmoet haar naast zich op de bank. “Doe nou rustig!” siste ze. “Het komt heus wel goed joh!” “Eh-ja, je hebt vast gelijk...” Ze zuchtte. “Ik weet ook niet wat het is, ik ben zo bezorgd... Oh, trouwens, ik ben Mimi Tamyo.” Ze stak haar hand uit. ‘aangenaam kennis te maken!” “geheel wederzijds!” antwoordde het meisje met een knipoog. “Ik heet Lita Haruna!” Opgewekt schudde ze Mimi’s hand. In het licht van de lampen kon Mimi eindelijk zien hoe Lita eruit zag: Zandkleurig haar tot iets over haar schouders, helderblauwe ogen en een blauw t-shirt met rode rok. Mimi schatte haar op een jaar of 14, 15, niet veel ouder dan zijzelf. Lita keek haar onderzoekend aan. “Ben je een pokemontrainer?” “Nou, niet echt... Ik houd gewoon van rondreizen! En jij?” “Ik wel, maar ik wil niet meedoen aan de leagues ofzo. Gewoon pokemon trainen is leuk zat!” Lita trok haar knieën op, en wiebelde heen en weer. Mimi sloot haar ogen, en slaakte een zucht. Ze vroeg zich af waarom ze Lita niet de waarheid had verteld: dat ze was weggelopen van huis, en dat haar reis wel zeker een doel had. Misschien kenden ze elkaar gewoon nog niet lang genoeg om elkaar nu al helemaal in vertrouwen te nemen. Maar nu had ze wel andere dingen om zich zorgen om te maken. Hoe ging het met pikachu? Zenuwachtig schommelde ze heen en weer, net als Lita, maar dan niet dromerig maar juist druk en nerveus. Was zuster Joy nou nog niet klaar? Opeens ging de deur van de behandelkamer open, en kwam zuster Joy naar buiten. “Het gaat al wat beter met de pikachu die jullie gevonden hebben!” zei ze, en hield de deur verder open. ‘Kom maar even kijken, als je wilt!” Dat hoefde ze geen twee keer te vragen: om het hardst renden Mimi en Lita op de deur af, en zuster Joy moest gauw opzij springen om niet geraakt te worden. “Rustig aan!” riep ze verschrikt. “Sommigen proberen hier te slapen!” Mimi knikte: dat begreep ze ook wel. Toen wendde ze zich tot het bed in het midden van de kamer, waar de pikachu op lag. Ze lag rustig te slapen, en zag er al een stuk gezonder uit. “Morgen is ze er wel weer bovenop.” Zei zuster Joy opgewekt. “En nu naar bed jullie 2, hebben jullie enig idee hoe laat het is?” “Ja, 2 uur ’s nachts.” Mompelde Lita, en ze grinnikte. “Mam zou me vermoorden als ze wist dat ik nu nog op was...” “Mijn moeder ook.” Zei Mimi naar de waarheid. “En eerlijk gezegd ben ik echt doodop! Ik heb de hele nacht nog geen oog dichtgedaan!” “Kom anders bij mij op de kamer liggen. Die is 4 persoons, dat moet toch passen hè?” Al kletsend liepen ze in de richting van de kamer, gevolgd door zuster Joy omdat zij de sleutel had. Mimi grijnsde. “Ik ben blij dat jou ben tegengekomen, Lita!” zei ze. “Ik hoop dat we hele goede vrienden gaan worden1” “Dat zweer ik je!” giechelde Lita. “Vanaf nu zijn we beste vriendinnen!” Mimi kreeg een gelukkig gevoel vanbinnen. Sinds ze vertrokken was van huis voelde ze zich al een stuk prettiger, mede dankzij Lita en de pikachu die ze gered had. Ze wensten zuster Joy een goede nacht, kregen van de andere gasten op hun kop omdat ze te hard praatten en sliepen vervolgens binnen 2 minuten. Mimi had zo het idee dat ze samen nog heel veel avonturen zouden gaan beleven. En dat was geen fout voorgevoel. Geen van beiden kon ook maar eenigzins beseffen wat hen allemaal nog te wachten stond...
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 18, 2004 12:31:24 GMT -5
Hoofdstuk 4
Mimi keek om zich heen. Waar was ze nu weer beland? Alles was donker en kil, en er waaide een vreemde wind langs haar heen. “Hallo?” riep ze. “Hallo, is daar iemand?” Geen antwoord. Het was zo stil dat je een speld kon horen vallen. Ze rilde. Wat was dit angstaanjagend zeg! “HALLO!!!” brulde ze. “Hallo!!! Geef eens antwoord! Is daar iemand? Hallo!” Ze hield haar adem in, maar opnieuw klonk er geen antwoord. Ze schudde haar hoofd. Dit had ook geen zin! Langzaam en voorzichtig begin ze te lopen. Om haar heen zag ze, heel vaag, de schimmen van bomen en huizen. Dus het was toch niet onbewoond! Maar net toen ze naar een van de huizen toe wilde lopen om er aan te kloppen, hoorde ze een zachte, spookachtige stem haar naam roepen. “Mimi...” Het leek wel alsof de stem in haar hoofd zat, zo zweverig en vreems klonk hij. Angstig keek Mimi om zich heen. “Wie is daar?” bracht ze moeizaam uit. “Mimi...” Opnieuw die stem. Hoe langer Mimi erover nadacht, hoe banger ze werd. Wat gebeurde er? Waar was ze? Wie was die stem? “Mimi...” “Houdt op!!!” gilde ze, en ze drukte haar handen tegen haar oren. “Houdt op, ik wil je niet meer horen!” Maar het hield niet op. Het werd alleen maar meer, harder, sterker. “Mimi... Mimi... help me...” Mimi spitste haar oren. Hoorde ze dat goed? Smeekte de stemmen om hulp? “Mimi... help...” “Waar-wat- wat?” “Mimi... help... help me... Mimi...” Mimi keek om zich heen, maar ze zag niks. Opeens werd alles mistig. Een dikke nevellaag daalde op haar neer, maakte alles vaag, ook de stemmen. In de verte zag ze een paar fonkelende ogen...
“Mimi! Wordt es wakker! MIMI!” Ongeduldig schudde Lita Mimi heen en weer. “Kom op, ogen open, het is al 12 uur geweest en straks zijn we ook nog te laat voor de lunch!” “Mmmm...” Mimi opende een oog. “Wazzer nu weer...?” “Opstaan! Kom op, eruit!” Geeuwend kwam ze overeind, en rekte zich uit. “Ook goedemorgen!” mompelde ze, en ze wreef haar ogen uit. De beelden uit haar droom vlogen door haar gedachten. Wie riep er om hulp? Wat waren die fonkelende ogen die ze had gezien voordat ze wakker werd? Lita zwaaide met haar handen voor haar ogen. “Ben je daar? Kom op, eruit!” “Jaja, mama...” “Ach jij...” Lita stak haar tong uit. Mimi schoof de dekens opzij, kwam tot de ontdekking dat ze zo slim was geweest om in haar gewone kleren te slapen en wandelde slaperig de gang op. Lita rende erachteraan. “Er is trouwens iemand die je wil zien!’ riep ze vrolijk, en ze pakte Mimi bij haar arm. “Kom op!” Of Mimi nou wilde of niet; Lita sleepte haar zo vooruit, in de richting van het restaurant bij het pokemoncenter. “Laat me los...” zeurde Mimi, maar het hielp niks. Lita hield voet bij stuk, en sleurde haar verder. “Kom op nou!” Net toen Mimi uit alle macht naar achteren trok om losgelaten e worden liet Lita los, en vloog Mimi zo een van de planten aan de rand van het gangpad in. “Dankjewel...’ sputterde ze, terwijl ze een blaadje uit haar mond trok. “En wie wil mij dan zo graag-“ Ze kreeg de kans niet om haar zin af te maken: iets geels kwam op haar afgevlogen en bedekte haar gehele gezicht. “wat-“ Op de achtergrond hoorde ze Lita en zuster Joy vrolijk lachen. Met grtoe moeite trok ze het gele ding van haar gezicht af. ‘Oh, ben JIJ het!” Ze keek recht in het gezicht van de pikachu die ze gisternacht uit de bramenstruik had bevrijd. Zuster Joy grinnikte en knikte. “ja! Ze is er weer helemaal bovenop gekomen, zoals je ziet. Het is maar goed dat jullie haar meteen hierheen hebben gebracht, als ze daar nog langer had gezeten...” Ze schudde haar hoofd, alsof ze daar liever niet aan wilde denken. “Zo te zien is ze je erg dankbaar, Mimi!” “Ja, volgens mij ook!” zei Mimi lachend, terwijl ze de pikachu op haar schouder zette. ‘Blijf daar even zitten wil je- Is de eigenaar al gevonden?” “Nee, ik heb het overal gevraagd, maar er wordt geen pikachu vermist. Als pikachu daar niets op tegen heeft, mag je haar wat mij betreft houden!” Mimi keek schuin naar de pikachu, en die knikte opgewekt. “Akkoord!” riep Mimi meteen, terwijl ze eindelijk eens uit de plantenbak kroop, en de pikachu gaf haar een kopje in haar nek van blijdschap. Lita giechelde. “Volgens mij vindt ze je wel aardig, Mimi!” zei ze. Mimi knikte. De pikachu was nu druk bezig haar hele gezicht af te likken! “Dat is nog zacht uitgedrukt...” giechelde ze. Zuster Joy klapte in haar handen. “Ik zou maar eens wat gaan eten, als ik jullie was!” zei ze, en ze keek een beetje streng. “Dat zal wel brunchen worden...” mompelde Lita. “Normaal gesproken beginnen we thuis nu aan de lunch!”
Smullend propte Mimi het zoveelste broodje naarbinnen. “Hier was ik aan toe!” brabbelde ze met volle mond. “Ik heb sinds gistermiddag niet meer gegeten!” Lita keek met lachende ogen toe: zij had wel gewoon avondeten gehad en daardoor ook niet zo’n honger als Mimi en haar nieuwe pikachu. “eet jij niet meer?” “nee, ik zit allang vol!” “Ook goed...” Mimi begon aan haar 7e broodje, terwijl de pikachu haar 3e bakje pokemonvoer alweer leeg had. Nu het gewoon licht was, kon mimi de pikachu beter bekijken. Ze had een pluizige, gele vacht die nu mooi glansde, een lange staart en heel mooie, twinkelende groene oogjes. Dat kwam je niet vaak tegen! “Ik ga je Twinkle noemen!” besloot ze, en de pikachu keek haar vrolijk aan. “Omdat je van die mooie ogen hebt!” “Pikapi!” riep Twinkle, alsof ze het daar helemaal mee eens was. “Ze heeft inderdaad mooie ogen.” Prijsde Lita haar, en twinkle’s oogjes glommen van trots. Mimi glimlachte. “Ze ziet er nu een stuk gelukkiger uit dan eerst he!” zei ze. “Ja, du-uh!” zei Lita. “Nu is ze behandeld en gezond1 Ik wil wel eens weten hoe jij eruit ziet als je in een bramenstruik hebt gehangen...” “Had je een half jaar geleden bij me langs moeten komen!” zei Mimi, en ze rolde met haar ogen. Lita schoot in de lach. “Arme jij1” “Arme mama, zij moest me eruit halen!” grinnikte Mimi. Ze keek eens om zich heen. Het was heel rustig, een beetje te rustig voor lunchtijd. “Waar is iedereen?” vroeg ze aan zuster Joy. Die kwam meteen naar hen toegelopen om hen het verhaal te vertellen. “dat komt door de spoken in de stad!” zei ze. “Die zitten er al heel lang. Vooral bij de oude ruïnes in het midden van de stad, maar eigenlijk overal wel. Ze halen vervelende geintjes uit, laten mensen schrikken en stelen voedsel. Niemand durft hier eigenlijk nog te komen. De bewoners zelf zijn er natuurlijk nog aan gewend, en als pokemontrainers ’s avonds onderdak zoeken komen ze ook wel, maar normaal gesproken lopen ze er liever met een wijde boog omheen.” Mimi rilde. Ze had een verschrikkelijke hekel aan spoken! Vroeger had ze altijd gedacht dat er een spook onder haar bed zat, omdat het leek alsof er iets tegen haar matras duwde en zuchtte. Toen ze haar moeder had laten kijken bleek het dat het gewoon de wind was die het allemaal wat op liet bollen onder haar bed en dat ze daardoor rare zuchten hoorde en duwtjes kreeg. Toch was ze sinds die tijd als de dood voor spoken. Lita leek echter helemaal niet bang te zijn. “Waar zijn die spoken dan? Zijn het echt spoken, of spookpokemon?” Joy haalde haar schouders op. “geen idee. Niemand heeft ze ooit gezien, en niemand is zo gek om naar de ruïnes te gaan!” Lita sprong overeind, en Mimi kreeg het voorgevoel dat iemand ooit eens de eerste moest zijn. “Wijs me waar die spookruïnes zijn en ik ga erheen!” riep ze opgewonden. Mimi en Twinkle keke elkaar aan: geen van beiden zag het zitten om daarheen te gaan! “Zou je dat nou wel doen?” vroeg Mimi bibberend, en twinkle schudde heftig haar kop. Maar Lita reageerde niet op hen, en bleef naar zuster Joy staren. “Waar zijn ze?” vroeg ze nog een keer, en zuster Joy wees naarbuiten. “Daar! Je kan de torens vanaf hier wel zien. Maar doe wel voorzichtig: vechten tegen spoken is het allermoeilijkst!” Natuurlijk trok Lita zich daar niks van aan. “Ik zal die spoken wel eens even laten zien met wie ze te maken hebben... Mimi, Twinkle, komen jullie?” “Nou... eeh..” Snel schoven beiden hun stoel naar achter, maar Lita sleurde ze alweer vrolijk mee. “Lita...” kreunde Mimi. “Pikachu...” kreunde Twinkle, maar er werd weer niet naar hen geluisterd. Mimi kon merken dat wanneer Lita zich iets in het hoofd haalde, je haar niet zomaar van dat idee afkreeg. En in dit geval gaf dat haar een slecht voorgevoel...
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 20, 2004 6:47:28 GMT -5
Hoofdstuk 5
“Lita, ik ga daar echt niet naarbinnen hoor!” “Je hoeft er ook niet in! Ik wil gewoon even gaan kijken!” Mimi keek haar fronsend aan. “Maar je zei dat je-“ “Ach...” Lita stak haar tong uit en knipoogde. “Ik zeg toch zoveel? Daar hoef je heus geen rekening mee te houden! Kom op!” Geïntresseerd liep Lita om de ruïne heen. Die zag er behoorlijk spookachtig uit: zwarte, afgebrokkelde muren en achter de gaten een gapende duisternis. Mimi kon zich goed voorstellen dat spoken zich hier schuilhielden. Niemand was waarschijnlijk zo gek om hier ooit te komen! Bovendien deed de plek haar denken aan de plek waar ze in haar droom was geweest. Sinds haar droom had ze het voorgevoel dat er ergens iets mis was. Heel erg mis. Ergens stond een hele grote ramp te gebeuren, maar waar dat wist ze niet. In haar droom had iemand om hulp geroepen. Ze had 2 grote, schitterende ogen gezien. Wat had het allemaal te betekenen? Het gaf haar een ongemakkelijk gevoel. Twinkle, die op haar schouder zat, leek ook niet zo op haar gemak te zijn. Ze hield haar oren plat in haar nek en zat dicht tegen Mimi aangedrukt. Alleen Lita was volkomen kalm. Alhoewel, kalm was niet het juiste woord. Ze rende van de ene kant van de ruïne naar de andere kant, op zoek naar de ingang. Mimi slenterde, diep in gedachten verzonken, achter haar aan. Opeens stopte ze, en Mimi knalde tegen haar op. “hee!” riep ze boos, en e wreef over haar hoofd. “Wat heb jij nou?” “Kijk daar!” zei Lita, en ze wees omhoog naar de 2e verdieping. Mimi volgde haar vinger, maar ze zag niks. “Wat moet ik zien?” vroeg ze zoekend. “Oh...’ Lita liet haar hand weer zakken. “Nee, laat maar... Ik dacht toch echt dat ik iets zag daarboven!” Mimi rilde. “Een spook?” Lita haalde haar schouders op. “Misschien.” “Pikachu!” Twinkle sprong van Mimi’s schouder. “Pika pika! Pi Pikachu! Pika! Pi pi pi! Pikachu pi pika! Chu Pika!” Lita knipperde niet-begrijpend met haar ogen, maar Juny luisterde aandachtig. Toen Twinkle was uitgepraat, wennde ze zich tot Lita. “Twinkle zegt dat het hier barst van de spookpokemon. Volgens haar kan je er beter niet naarbinnen gaan, omdat sommigen gevaarlijk kunnen zijn!” Twinkle knikte. Lita’s ogen begonnen te fonkelen. “Dus, volgens Twinkle zijn het de pokemon die hier de buurt lastigvallen?” Mimi knikte simpeltjes. “Volgens Twinkle wel ja.” Tot haar grote verbazing maakte Lita een sprongetje van blijdschap. “Waarom zo vrolijk?” vroeg ze verbaasd. “Nou...” begon Lita, en haar ogen schitterden in het zonlicht. “Spookpokemon zijn best wel sterk... Dus als ik er een vang...” “Wàt?! Heb je niet gehoord wat Twinkle zei? Die pokemon zijn gevaarlijk!” Maar Lit luisterde niet. Opgewonden rende ze in de richting van de ingang, en verdween in de duisternis. “LITA!!!” brulde Mimi, maar er kwam geen antwoord. Oh, wat had Lita zich in hemelsnaam op de hals gehaald? Wat als er wat met haar gebeurde? Radeloos keek ze naar Twinkle. “Pika...” Mimi kon in haar ogen zien wat ze dacht: Als we niets doen, kan er iets vreselijks gebeuren! Ze knikte. “Je hebt gelijk Twinkle!” zei ze vastberaden. “Wie weet wat er kan gebeuren! Kom op!” Achter elkaar aan renden ze de ruïne in. Mimi slikte. Was dit nu echt wel een goed idee?
Mimi keek angstig om zich heen. “Ik zie geen pokemon, Lita!” zei ze bibberend. “Kunnen we nu gaan?” “Aah, kom op nou!” zei Lita geërgerd, en ze keek druk alle kanten op. “Ze zijn er heus wel, dat heeft Twinkle toch gezegd?” “Dat maakt me nou jusit zo bang!” jammerde Mimi, en ze sprong van het ene op het andere been, maar Lita negeerde haar. “Stil eens, ik geloof dat ik wat hoor!” riep ze opgewonden. “Dan wil ik nu helemaal weg!” riep Mimi op een zeurderige toon, terwijl ze bangig om zich heen staarde. Lita werd er alleen maar opgewonden van. “Hallo?” riep ze. “Hallo, is daar iemand?” De galmende geluiden deden Mimi erg aan haar droom denken, en de rillingen leipen over haar lijf. “Hallo!” “Ssssst!” siste Mimi, en ze sloeg haar hand voor die van Lita. Die riep iets wat klonk als ‘lmmewrls’, maar dat verstond Mimi niet. “Laat me weer los!” riep Lita, die haar mond wist vrij te krijgen. “Ik wil er echt een vangen!” “Dat lukt je toch niet!” wierp Mimi haar tegen. ‘twinkle zei dat ze gevaarlijk waren, en ik weet zeker dat ze gelijk heeft!” twinkle verstopte zich achter de pijpen van Mimi’s broek. “Chu...” fluisterde ze, en ze wees in de richting van een blinde muur. “wat is er Twinkle?” vroeg Mimi. “Ik zie-“ Haar adem stokte in haar keel. Van alle kanten kwamen spookpokemon aangezweefd, die een kring om hen heen vormden. Mimi had nog nooit zoveel verschillende spookpokemon bij elkaar gezien. Gastly, Haunter, Gengar, Duskull, Dusclops, Shuppet, Banette, Misdreavus... zo ongeveer alle spookpokemon die Mimi maar uit haar hoofd kon opnoemen zweefden of stonden nu om hen heen. “Heb je nu je zin?” piepte ze angstig, en ze klmapte zich aan Lita vast. Die leek nu toch ook een beetje bang te worden. “Nou... eeh... dit was ook niet helemaal de bedoeling...” mompelde ze. Twinkle klemde zich stevig vast aan Mimi’s haren, en verstopte haar kopje eronder. “Heel dapper.” mopperde die, terwijl ze Twinkle er weer onderuit trok. “En wat doen we nu?” De pokemon kamen steeds dichterbij, en Mimi kreeg een heel naar gevoel in haar buik. “Geen idee!” piepte Lita. Ze frommelde in haar rugzak, en haalde een pokeball tevoorschijn. “Ik kies jou, Ponyta!” Met een flits verscheen de ponyta op het veld. De vlammen van haar staart, amnen en benen wierpen een grillig licht op de spookpokemon, die ietsje terug deinsden. “Ponyta, gebruik je vlammenwerper!” brulde Lita, en Ponyta gehoorzaamde. Maar de gastly waarop ze mikte verdween in het niets en dook een paar meter verder weer op. “Dit heeft geen zin.” Mompelde Mimi tegen Lita. “dat begrijp ik...” antwoordde die zenuwachtig. “Ponyta, keer terug!” En weg was Ponyta. Ze grabbelde een andere pokeball uit haar tas. “Ga, giraffarig!” Mimi staarde belangstellend naar de giraffarig die zojuist verschenen was. “Giraffarig, gebruik je psycostraal!” Maar opnieuw had het geen effect: de pokemon waarop ze had gemikt verdween in het niets en vercheen een eindje verderop weer. Koortsachtig dacht Mimi na. Wat nu? Geen enkele aanval scheen effect te hebben op de spookpokemon! Een duskull kwam op hen afgevlogen, en bleef voor twinkle hangen. “Pika?’ Twinkle keek ernaar. Het was duidelijk dat ze doodsbang was, want ze trilde aan alle kanten. Mimi keek er een tijdje naar. Opeens zag ze vonkjes springen over de wangetjes van Twinkle. ‘Lita, kijk uit!!!” gilde ze, en ze dook met Lita op de vloer. Nog geen seconden erna liet Twinkle haar donderschok los, en zette de gehele ruimte onder electriciteit. Met een oog zag Mimi dat de spookpokemon angstig alle kanten opschoten, de ruïne uit...
“Zijn ze weg?” vroeg Lita trillend. Mimi knikte. Kreunend kwamen ze overeind. “Twinkle!” Mimi pakte de pikachu op, en gaf haar een grote knuffel. “Je hebt ons gered!” “Pika!” riep Twinkle blij, en ze glom van trots. Lita keek hen een voor een aan. “Mimi, Twinkle, het spijt me dat ik jullie in moeilijkheden heb gebracht.” Zei ze, naar de grond starend. Mimi glimlachte naar haar. “Er is nu toch niks meer aan te doen!” zei ze. “En het is toch allemaal goed gekomen?” “Maar het was me nooit gelukt zonder jou en Twinkle!” riep Lita uit, en ze keek hen verontschuldigend aan. “Het spijt me dat ik jullie heb meegesleept, echt waar. Ik draai geloof ik helemaal door wanneer eht om pokemon gaat!” Mimi begon te lachen. “Dat hebben een heleboel pokemontrainers toch? En we maken allemaal wel eens fouten, dat is gewoon het lot. Dingen zijn voorbestemd om te gebeuren, net zoals dit.” Mimi stak haar hand uit. “Vrienden?” “Vrienden!”
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 20, 2004 7:43:35 GMT -5
Hoofdstuk 6
Ongelovig keek zuster Joy hen aan. “Zijn de spook-pokemon echt allemaal verdwenen?” Mimi en Lita knikten. “Jep! We hebben de hele ruïne nagezocht, maar geen spoken meer gezien.” Mimi keek naar twinkle, die net de behandelkamer uitkwam. Ze had behoorlijk veel electriciteit gebruikt om de spoken te verjagen en was nu weer lekker opgeladen. Vrolijk kwam ze op Mimi’s schouder zitten. Zuster Joy schudde haar hoofd. “Niet te geloven...” mompelde ze. “Beseffen jullie eigenlijk wel hoe gevaarlijk dat was?” “Het is niet hun schuld.” gaf Lita eerlijk toe. “Ik heb ze met me meegesleept. Het was maar goed dat twinkle erbij was, anders...” Ze zuchtte, en Mimi legde een hand op haar schouder. “Er valt nu niks meer aan te doen, joh!” zei ze met een knipoog. “En de spoken zijn toch weg?” “Dat is zo, ja.” Zuster Joy glimlachte. “Nu de spook-pokemon wegzijn, komen er hopenlijk weer meer mensen naar Escary town!” Lita knikte heftig. “Zo is dat.” Zei ze. Toen wendde ze zich tot Mimi. “Laten we onze spullen gaan pakken. Dan kunnen we morgen weg!”
“Dus als we hier rechtdoor gaan...” Met een moeilijk gezicht draaide lita de landkaart alle kanten op. Twinkle stond een beetje klunzig om zich heen te kijken, en Mimi zat in gedachten verzonken op de grond. Ze dacht na over haar droom: ze had deze nacht alweer dezelfde gehad! En nog steeds begreep ze er geen hout van. Wat was de boodschap? Ze had gelezen dat bijna alle dromen er wel een hadden, zeker als ze terug bleven komen. Maar van deze droom had ze geen anwijzingen wat de rede was. Ze snapte het gewoon niet! Wat haar ook verbaasde was haar moeder. Die had nog geen bericht ingedient over haar vermiste dochter. Ze had alle kranten gelezen maar niks gevonden. Betekende ze dan echt zo weinig voor haar? Ze zuchtte, en keek naar Lita: die was nog altijd bezig met de kaart. “Heb je nou al wat gevonden?” vroeg ze. Lita schudde haar hoofd. “Maar dat komt door de kaart hoor, hij is zo onduidelijk!” Mimi keek mee over haar schouder. “Valt toch wel mee?” zei ze. “Ik ben bijna klaar!” wiepr lita haar nedig toe. “Dat zei je een uur geleden ook al!” mopperde Mimi. Lita haalde haar schouders op. “Het ligt er ook aan wat je onder ‘bijna’ verstaat.” “O, en bij jou is bijna dus een paar uur?” “Zo ongeveer ja...” “Urgh!” Mimi kon wel instorten. “Laat mij eens!” ze griste de kaart uit haar handen. “hee!” riep Lita boos, en ze probeerde de kaart weer terug te pakken. Mimi hield hem plagerig bij haar uit de buurt. “We kunnen het beste via Vahelia city gaan, dat ligt hier vlakbij. Dan heb je hier die weg... liggen verschillende dorpjes en stadjes aan, moet te doen zijn, Hier het bergedeelte, dat wordt moeilijker, en o, we moeten ook nog een keer de zee over. Daarachter ligt Okameru city, en daar zit mijn vader. Aangezien jij de wereld rond wil reizen, zal dat moeten lukken toch?” Ze rolde de kaart weer op, en duwde hem Lita in de handen. Die mompelde wat, en propte hem in haar tas. “Dat dacht ik ook al, ja...” “Dat lijkt me sterk!” zei ze, en ze stak haar tong uit. Twinkle sprong op haar schouder. “Pika!” “Kunnen we nu verder gaan?” vroeg Lita. Mimi knikte. “Wij zijn er klaar voor!” Samen liepen ze het pad op, het lot tegemoed.
Twinkle spitste haar oren. “Pikachu?” Ze sprong van Mimi’s schouder, en begon aan de grond te snuffelen. Verbaasd keek Mimi haar aan. “Wat is er, Twinkle?” “Pika!” Twinkle wees naar een jongen, die een eindje verderop op het pad stond, en er sprongen kleine vonkjes over haar wangen. “Wie is dat?” vroeg Mimi. Lita haalde haar schouders op, en tuurde in de verte. “Ik weet niet, ik kan hem niet zo goed zien...” Het was in ieder geval duidelijk dat Twinkle het niet vertrouwde! “hee, jij daar!” riep de jongen, en hij kwam op hen aflopen. Nu hij dichterbij kwam, vond Mimi het al helemaal een onguur typje. “Wat moet je?” vroeg ze met op elkaar geklemde kaken. De jongen gebaarde naar twinkle, die hem met vuur in de ogen aanstaarde. “dat is mijn pikachu. Ik herken die ogen.” zei hij. ‘Dus geef maar hier!” “WAT?!” riep Mimi, uit, en ze griste Twinkle van de grond. “Mooi niet, ze is van mij! Bovendien, als jij haar ex-trainer bent, ben jij ook degene die haar heeft achtergelaten in het bos!” De jongen haalde zijn schouders op. “Nou en? Het blijft mijn pikachu, dus ik heb recht op haar!” Mimi deed snel een paar passen achteruit, maar Twinkle kreeg duidelijk neigingen om naarvoren te springen. Lita stootte haar aan. “Nu herrinder ik het me weer!” siste ze. “Dat is Darren, een beruchte pokemontrainer. Hij vecht tegen iedereen, of diegene dat nu wil of niet, en wint ook altijd. En, hij is ook helaas mijn buurjongen.” voegde ze er geërgerd aan toe. Darren knikte. “Precies! Ik wil alleen maar sterke pokemon! Deze pikachu was een watje, daarom heb ik haar achter gelaten. Maar toen ik hoorde dat ze alle spookpokemon in Escary town had verdreven besloot ik haat terug te nemen! Dus kom op!” Mimi merkte dat Twinkle moeite moest doen om Darren niet naar de keel te vliegen. Zelf kleurde ze rood van woede. “ Hoe DURF jij jezelf een pokemontrainer te noemen!” viel ze uit. “Waarom denk je dat ze het een pokemonTRAINER noemen? Omdat je je pokemon zelf sterk maakt door ze te trainen! Daardoor bouw je vertrouwen en vriendschap emt je pokemon op! En als je dat onzin vindt ben je het niet waard om jezelf een pokemontrainer te noemen!” Darren grijnsde. “Wie kan het wat schelen hoe je je pokemon sterk krijgt?” riep hij. “Zolang ze het maar zijn, is iedereen overtuigd! En nu hier die pikachu!” Mimi schudde heftig haar hoofd. “Zuster Joy heeft haar officeel geregistreerd als mijn pokemon!” schreeuwde ze. “Dus ze is officeel van mij! Wegwezen!” Maar darren bleef gewoon staan. “We vechten erom.” Zei hij kil, en Mimi huiverde. “1 tegen 1. De winnaar krijgt de pikachu.” Mimi slikte. Dat risico durfde ze helemaal niet te nemen! Wat als ze verloor? Ze kon Twinkle toch niet op het spel zetten? Bovendien was ze de enige pokemon die ze had! “Mooi niet.” Zei ze, trillend van woede. “Ik zou Twinkle nooit als inzet gebruiken! We zijn vrienden!” Opeens zette Twinkle een stap naarvoren. “Pika pikachu!” ze keek Mimi schuin aan. Die begreep wat ze wilde zeggen: Twinkle wilde vechten! “Maar... wat als we verliezen?” vroeg ze aarzelend. Vol zelfvertrouwen keek Twinkle haar aan. “Pikachu!” zei ze. Ze wist zeker dat ze zou winnen! Mimi haalde diep adem. Ze had toch geen andere keus. Ze zou alles op het spel zetten om twinkle te kunnen houden, kosten wat het kost! “We doen het!” riep ze. “Twinkle, ik kies jou!”
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 20, 2004 12:53:18 GMT -5
Hoofdstuk 7
Lita tikte Mimi op haar schouder. “Succes!” fluisterde ze. “Je zal het helaas wel nodig hebben...” Mimi knikte versuft. Haar eerste pokemongevecht! Lita ging aan de zijkant in het midden staan. “Zijn jullie klaar?” “Wij wel!” riep Mimi, en Twinkle zakte een beetje door haar pootjes, klaar om aan te vallen. Ook Darren knikte, met een grijns op zijn gezicht die Mimi er met groot genoegen af zou vegen. “Ik kies jou, Pidgeot!” In een flits kwam Pidgeot uit zijn pokebal, en nam plaats tegenover Twinkle op het veld. Mimi kreeg meteen weer hoop: Pidgeot was, als vlieg-pokemon, in het nadeel tegen Twinkle, een electrische pokemon. Lita hief haar handen op. “Laat het gevecht dan beginnen!”
“Pidgeot, val aan met je tackle!” brulde Darren, die de eerste zet maakte. “Twinkle, ontwijken!” brulde Mimi, die zich zorgen maakte over de kans dat ze twinkle voor altijd kwijt zou kunnen raken. Hoe snel de Pidgeot ook aan kwam vliegen: Twinkle ontweek hem met groot gemak, maakt eeen hoge sprong en landde een eindje verderop keuring op 4 pootjes. “Goed gedaan!” riep Mimi opfewonden, die nu alweer haar zorgen vergeten was. “Val hem nu aan met je donderschok!” “Pika-chu!” Twinkle vuurde een flinke donderschok af op de Pidgeot. Deze leek geraakt te worden, maar ontweek net op tijd en de donderschok ging op in het niets. Darren lachte vals. “Je dacht toch niet echt dat je me kon raken he!” riep hij, en Mimi knarste met haar tanden. “Pidgeot, gebruik je wervelwind!” “Oh nee he...” mompelde Mimi: ze wist heel goed dat wervelwind een hele sterke aanval was en dat hij, als hij Twinkle raakte, het einde van het gevecht kon betekenen. Gespannen keek ze toe hoe Pidgeot langzaam maar zeker een wervelwind creëerde. Opeens kreeg ze een vreems gevoel vanbinnen, alsof ze niet meer zichzelf was, alsof ze nog maar half in haar lichaam zat. De andere helft van haar zat in... “Twinkle?” fluisterde ze zachtjes. “Is dit... is dit jou hoofd?” “ja...” hoorde ze Twinkle’s zachtje stemmetje, dat ze nu prima en zonder moeite kon verstaan. “Dit is jou gave, Mimi! Jij hebt de gave om een te worden met pokemon, en om met ze te communiceren zonder woorden te gebruiken!” “Maar ik-“ Mimi keek naar de Pidgeot, vanuit haar eigen ogen. “We moeten iets bedenken Twinkle!” riep ze angstig uit, en Lita keek haar verbaasd aan omdat ze tegen twinkle stond te praten alsof die antwoord zou geven. “Rustig aan!” zei twinkle in haar hoofd. “Het komt wel goed. Denk na! Ik geloof ik jou, Mimi!” “Maar ik wil je niet kwijtraken, Twinkle!” fluisterde Mimi, en er liep een traan over haar wangen. “wat als-“ “Kom op!” riep twinkle. “We moeten NU iets doen! Geloof in jezelf!” Mimi knikte, en veegde de tranen uit haar ogen. ‘Twinkle heeft gelijk!’ dacht ze. ‘Als ik in mezelf geloof, kan ik hem verslaan!’ “Twinkle...” riep ze, haar zelfvertrouwen langaam weer opbouwend. “Gebruik je dubbel team, NU!!!” “Pika!” riep Twinkle, en opeens stonden er een heleboel twinkle’s in het veld! Verward keek de Pidgeot om zich heen. Op wie moest hij nu richten? “Pidgeot, val aan!” riep Darren woest. “Wervelwind kan ze allemaal aan, dus schiet op!” Angstig zag Mimi de wervelwidnd dichterbij komen. Ze moest iets doen... iets... maar het was te laat. “PIKA!!!” Dubbel; team verdween, en twinkle raakte verstrikt in de wervelwind. “TWINKLE!!!” gilde Mimi. “Mimi, doe iets, snel!” riep Lita, en ze kwam naar haar toegerend. “Ik denk al!” koortsachtig dacht Mimi na. Er moest een manier zijn! Dat moest gewoon! “Oooh... ik hoop maar dat dit werkt...” mompelde ze in zichzelf. “Twinkle!!! Gebruik je donder!!!” Twinkle knikte. “Pikaaaaaa CHUUUUUUUU!!!” De wervelwind verranderde, precies zoals Mimi gehoopt had, in éém grote kolk van electriciteit. ‘Zet hem op, twinkle...’ dacht Mimi wanhopig. ‘het hangt nu van jou af...’ langzaam begon de grote electriciteits-draaikolk in de richting van Pidgeot te bewegen. Die probeerde weg te viegen, maar het was al te laat: Hij werd opgeslokt in de draaikolk, en kreeg een volle laag! “Pidgeot!” brulde darren, maar het had geen zin. De wervelstorm stopte, en Pidgeot zakte op de grond, volledig uitgeteld.
“Gewonnen!!!” juichte Mimi, en ze rende naar Twinkle toe. Die zat, moe maar gelukkig, op de grond uit te hijgen. “Alweer geweldig, Twinkle!” riep ze, en ze tilde haar op. “Pika...” mompelde Twinkle, en Mimi hoorde haar zeggen: “Dankzij jou, Mimi...” Lita kwam ook aangerend. “Prachtig!” riep ze opgewonden. “Wat een gevecht! Je kan je pika wel op je buik schrijven, darren!” Ze maakte een lange neus naar darren, die Pidgeot liet terugkeren in zijn pokebal. Die zwaaide woedend met zijn armen, en rende toen zo hard mogenlijk weg. “Die zien we niet meer terug.” Mimi knikte blij. Opeens verdween haar glimlach: Twinkle lag uitgeteld in haar armen, en bewoog niet. “Twinkle? TWINKLE!” Lita keek geschrokken op. “Snel naar het pokemoncenter!” riep ze. “We gaan op Ponyta, dat is een stuk sneller!” Snel liet ze ponyta uit haar pokebal komen. Mimi overwon voor een keer haar angst voor paarden, en klauterde op haar rug. “Vahelia city is nog maar een paar honderd meter.” Zei ze, terwijl ze Twinkle tegen zich aan drukte. “Kom op!” Lita spoorde ponyta aan, en al snel verdwenen ze uit het zicht.
|
|
|
Post by Juny Kamyo on Jul 24, 2004 0:11:23 GMT -5
Hoofdstuk 8
Haastig stormden Mimi en Lita het pokemoncenter van Vahelia city binnen. “Zuster Joy!!!” Geschrokken keek Zuster Joy op. “Wat is er?” vroeg ze verbaasd. Hijgend liet Mimi Twinkle aan haar zien. “zwaar... gevecht... gehad...” hijgde ze. “Alsjeblieft... beter... maken?” Zuster Joy keek nog altijd een beetje verbaasd, maar knikte vestberaden en nam Twinkle mee naar de behandelkamer. Mimi keek ze na, tot de deur dichtging en het rode lampje erboven begon te branden. Ze zuchtte. “Arme Twinkle...” Lita legde haar hand op haar schouder. “Het komt toch weer goed?” zei ze opgewekt. “Zuster Joy heeft het zo gepiept, let maar op!” Maar dat viel tegen. Na een half uur wachten brandde het lampje nog steeds en was er niemand uit de behandelkamer tevoorschijn gekomen. Mimi sloeg haar handden voor haar ogen, en staarde tussen haar vingers door verdrietig naar de grond. Lita besloot dat ze opgevrolijkt moest worden. “Eeh... ben je al lang op reis?” vroeg ze. Mimi schudde haar hoofd. “Pas sinds eergisteren, de nacht dat ik Twinkle vond.” “Waar woon je eigenlijk?” “Helacky town.” “Ik woon hier!” zei Lita vrolijk. “Iets aan de rand van de stad. Mijn moeder fokt Ponyta’s! Wat doen jou ouders?” “Mijn ouders zijn gescheiden.” Mompelde Mimi verbitterd. “Ik ben op zoek naar mijn vader. Mijn moeder is ze zo ongeveer al vergeten.” Ze haalde diep adem. Ze moest het gewoon aan iemand vertellen! Lita keek haar vragend aan. “Wat bedoel je?” “Ik eeh...” begon Mimi, aarzelend, maar toen gooide ze het heel verhaal eruit. Over haar moeder en Jason, dat ze was weggelopen, over de droom die ze had gehad met iemand die om hulp smeekte en ten slotte over hoe ze in het hoofd van Twinkle had gezeten. Lita luisterde vol aandacht, en knikte af en toe begrijpelijk. “Maar...” begon ze toen Mimi klaar was met haar verhaal. “zat je echt ìn het hoofd van Twinkle?” “Zo voelde het wel.” Mompelde Mimi, die de hele toestand alweer een beetje was vergeten. “En ze praatte tegen me... Of eigenlijk... ik weet niet.” Lita knikte. Toen stond ze op, en Mimi keek haar verbaasd aan. “Wat ga je doen?” vroeg ze. Lita trok haar overeind. “We gaan naar mijn huis toe!” zei ze opgewekt. “Dat is niet zo ver weg, en het zal je afleiden! Bovendien vind Ponyta het vast er leuk om al haar vrienden weer te zien!”
Eenmaal op de boerderij aangekomen keek Mimi haar ogen uit. Overal waar je keek zag je wel een ponyta staan, of het nou een echte was of een afbeelding! “Het is wel duidelijk waar jou familie aandacht voor heeft!” mertke ze onnodig op. Lita grinnikte. “Ja, voor zover ik weet is iedereen in mijn familie verzot op Ponyta! O, dat doet me eraan denken...” Snel grabbelde ze de pokebal van haar Ponyta uit haar rugzak, en opende hem. “Ponyta zal maar wat blij zijn om haar vrienden weer te zien!” Daar had ze gelijk in: Ponyta wist niet hoe snel ze haar andere soortgenoten moest opzoeken! Lachend liepen Mimi en Lita in de richting van het huis. “Maaaam?” Zoekend keek Lita om zich heen. Mimi stond, een beetje verlegen, achter haar onnozel voor zich uit te staren. Ze hoopte maar dat haar moeder inderdaat nog geen opsporingsbericht had gezet in de krant... Opeens zwaaide de deur open. Een grote vrouw met kort, blond krullend haar en dezelfde helder blauwe ogen als Lita stond in de deuropening. “Lita!” riep ze verrast uit. “Ben je nu alweer terug?” Lita schudde haar hoofd. “Nee joh! We hebben besloten om naar Okameru city te gaan, en dat gaat het snelste via Vahelia city! Dus hier zijn we.. . O trouwens, dit is mijn nieuwe vriendin Mimi Tamyo. Het was haar idee om naar Okameru city te gaan!” Mimi begreep niet waarom dat laatste zonodig vermeld moest worden, maar knikte toch maar zenuwachtig. Opgewekt schudde Lita’s moeder haar hand. “Leuk je te ontmoeten, Mimi!” zei ze met een vriendelijke lach op haar gezicht, die Mimi aan haar vader deed denken. “Eeh... ja... vind ik ook...” mompelde ze verlegen. Lita stootte haar aan, en knipoogde. “Ze is wel wat verlegen, hè Mimi!” Mimi werd een beetje rood, en mompelde wat in zichzelf. Lita’s moeder glimlachte vriendelijk naar haar. “Daar heeft Lita helaas nooit last van!” zei ze met een knipoog. “Het lijkt wel alsof ze nergens vor terugdeinst!” Lita kreeg nu een knalrode kop, maar Mimi knikte instemmend. “Ja, dat heb ik wel gemerkt!” zei ze. “Maar dat is niet erg. Trouwens, zonder haar had ik Twinkle nooit kunnen redden!” Ze keek Lita lachend aan. “Nog bedankt, Lita!” “Twinkle is haar pikachu.” Zei Lita snel. “En geen probleem trouwens.” Uitnodigend hield Lita’s moeder de deur voor hen open. “Kom binnen!” zei ze. “Dan kunnen we wat drinken. Jullie moeten me alles vertellen over wat jullie hebben meegemaakt hoor!” “Mam...” mompelde Lita, die zich schaamde voor haar moeder, maar Mimi trok haar mee naarbinnen. “Kom op, is toch gezellig!” fluisterde ze. Lita gaf zuchtend toe. “Vooruit dan maar... ik wil je straks leren hoe je Ponyta moet rijden!” “Ah, nee!” Mimi schudde angstig haar hoofd, maar Lita’s ogen schitterden vrolijk. “Het is echt een eitje! Ik leg het je zo allemaal wel uit!”
“Ooh...” Trillend probeerde Mimi voor de zoveelste keer op de rug van ponyta te klimmen. “Ik kan het echt niet hoor!” klaagde ze, maar Lita keek haar streng aan. “Kom op, natuurlijk kan je het.” Zei ze vol vertrouwen, en Mimi zuchtte. Ze vond Lita echt heel aardig hoor, maar was dit nu echt nodig? Opnieuw begon ze met opstijgen, dit keer met succes. “Goed zo!” zei Lita goedkeurend. “Tik haar nu maar zachtjes aan. Rustig, voorzichtig...” Zenuwachtig tikte Mimi ponyta aan. Die schoot er meteen vandoor, en Mimi klemde zich gillend aan de manen vast. “Hoooo!” riep ze angstig. “Stop nou, alsjeblieeeft?” “Oeps!” Lita sloeg zichzelf voor haar hoofd. “Ik denk dat we een rustigere hadden moeten gebruiken... MIMI, WACHT OP MIJ!” Ponyta rende wild in het rond, en het kostte Mimi grote moeite om te blijven zitten. “Rustig... braaf paardje!” piepte die, zich nog altijd vastklemmend aan de manen. “Stop nou...” Tot haar grote verbazing luisterde ponyta en stopte, en Mimi vloog met een grote boog over haar hals heen. Auw!" Met een pijnlijk gezicht wreef Mimi over haar rug. "Gaat het een beetje?" vroeg Lita, die een beetje ongerust was. Mimi knikte. "Ja... gelukkig kwam ik op iets zachts terecht... ojee!" Snel krabbelde ze overeind en keek waarop ze was geland. Onder haar lag een kleine Swablu, die er nu nogal geplet maar toch levend uitzag. "Aaaw..." Snel pakte Mimi de Swablu op, en hield hem tegen zich aan. "Gaat het wel?" vroeg ze geschrokken. Swablu gaf natuurlijk geen antwoord, omdat hij nog steeds KO was. Lita kwam naast haar staan, en bekeek de Swablu aandachtig. "Hoe kom je daaraan?" vroeg ze. Ömdat ik eeh... er bovenop viel." zei Mimi luchtig maar toch beschaamd. Ïk denk dat we haar beter even naar het pokemoncenter brengen.""Ja, en dan kunnen we Twinkle ophalen!" voegde Lita er meteen enthousiast aan toe. "Ze zal het wel leuk vinden, eindelijk een vriendje om mee te spelen!" :Huh?!" Mimi keek haar verbaasd aan. "Ik kan hem toch niet houden?" "Waarom niet?" vroeg Lita schouderophalend. "Je hoeft m alleen nog maar te vangen, en het gevecht verliep niet oneerlijk toch?" Er was ook helemaal geen gevecht..." mompelde Mimi. "En trouwens, ik heb niet eens pokeballs!" Zuchtend drukte Lita haar er een in de hand. "leen maar, we gaan zo wel nieuwe kopen. Kom op, anders wordt je nooti een goede pokemon trainer!" Mimi zuchtte. "Je hebt gelijk." gaf ze toe. "En als het dan toch moet..." Ze zette Swablu op de grond, bereide zich voor om de pokebal te gooien en riep toen: "Pokeball, nu!!!" Wat klonk dat raar! Gespannen keek Mimi naar de pokebal. na een paar seconden wiebelen bleef hij stil liggen. ""Je hebt hem!!!" riep Lita opgewonden, en Mimi pakte de pokebal van het veld. "eh... ja..." mompelde ze. "En dan nu naar het pokemoncenter. Ik kan niet wachten om Twinkle weer te zien!" Lachend liepen ze weer terug naar het pokemoncenter, met Swablu veilig in de pokebal!
|
|