|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:33:12 GMT -5
Heeeeey allemaal! Ik heb ook een Pokémon verhaal gemaakt.. Nou ja.. Ik ben er nog steeds mee bezig, maar ik heb al een aantal hoofdstukken Het gaat over een meisje met de naam Djany Kumiko. Op en dag krijgt ze haar eigen Pokémon. Het is een Pikachu. Maar, ze ontdekt dat ze met Pokémon kan praten, maar ze ook kan verstaan!! Maar daar gaat het neit alleen over... Sinds een droom die ze kreeg is haar échte avontuur en doel begonnen.... ___________________ Hoofdstuk 1 Het was een regen achtige dag, en Djany Kumiko zat op haar vensterbank met een Pokémon knuffel in haar armen geklemt, uit haar slaapkamer raam te kijken. Djany was 6 jaar, en had lang zwart haar. Ze was aan het wachten... Aan het wachten op haar vader, die had gezegt als hij thuis kwam een verrassing voor haar had. Plotseling begon het harder te regenen, en je kon het water door de waterbuizen horen lopen. De plassen werden groter, en twee Pokémon trainers, waar Djany naar had zitten kijken, stopten hun duel, en renden hard naar huis. Andere mensen klapten hun paraplu uit, met een geërgerde blik. Djany zuchtte, en dacht: Ik wacht nu al een uur op papa... Plotseling zag ze iemand naar hun huis rennen, met een paraplu die Djany bekent voorkwam... ’Papa!’ Riep Djany uit, en ze sprong op, en rende behendig van de houte trap af naar beneden. De voordeur ging open, en haar vader liep naar binnen en hij glimlachte toen hij Djany zag. Hij zette de paraplu in de hoek van de hal, en hing zijn jas aan de kapstok op. Djany's moeder kwam er nu ook bij. Djany's vader liep de huiskamer in, en zei: ’Kom, we gaan op de bank zitten.’ Djany nam plaats op de bank, en haar vader kwam naar haar zitten. Haar moeder ging zitten op de stoel. ’Nou Djany, zoals ik gezegt had ik heb een verrassing voor je meegenomen.’ Zei hij. Djany knikte. Djany's vader taste met zijn hand in zijn broekzak, en haalde er iets uit. De bovenkant was rood, en de onder kant was wit grijzig, en in het midden zat een zwarte streep, met een rondje erop. ’Een Pokéball?’ Vroeg Djany verbaasd. Ze had dit nooit verwacht... Haar vader legde de Pokéball in haar hand, en zei: ’Hier binnenin zit een Pokémon... Hij is helemaal voor jou.’ Djany's ogen werden groot, en keek verdwaasd naar haar vader, en toen naar haar moeder. ’Laat hem er maar uit. Je zult 'm vast een schatje vinden.’ Zei haar moeder, met een glimlach. Djany knikte. ’Eh... Pokéball, nu!’ Riep ze toen, en ze vond het nog een beetje vreemd om dat te roepen... Ze had wel eens gespeeld met haar vrienden dat ze een Pokémon trainer was maar... Dat was met Pokémon knuffels... Er kwam een lichflits uit de Pokéball, en daar stond de Pokémon... Op het rode huiskamer kleed. Djany sperden haar ogen open, en kon het niet geloven... Het was een Pikachu! Hij was erg klein, en was een beetje dik... Maar dat maakte hem nou nog liever... Hij had grote lieve ogen, en keek om zich heen... Toen bleef zijn blik op Djany hangen. Hij keek haar lief aan. Djany vroeg zich af, of dit een droom was, of dat het nou echt was. Al een paar jaar wou ze een Pokémon, maar werd er tegen haar gezegt dat ze nog te jong was. Ze zeiden dat ze moest wachten tot ze 10 jaar was, dan was ze er klaar voor... Maar nu, had ze wel een Pokémon! Een levensechte Pokémon, en bovendien was het een schatje. Djany schuifde langzaam van de bank af, en schoof naar Pikachu toe. Ze stak haar hand uit... Ze had verwacht dat de Pikachu weg zou schieten, maar tot haar verbazing kwam naar haar toe gelopen, en likte haar hand. Djany pakte Pikachu op, en zette hem op haar schoot. Toen ze Pikachu over zijn koppie aaide, zei ze: ’Bedankt Papa... En mama.’ Haar ouders glimlachte. Later in de avond, ging Djany naar bed. Ze kroop in haar bed, en legde Pikachu naast haar neer. ’Slaap lekker Pikachu.’ Zei ze. ’Slaap lekker Djany...’ Kreeg ze als antwoord. Djany knikte... Maar plotseling besefte ze dat ze dat antwoord niet van een Pikachu hoorde te krijgen! Wat krijgen we nou? Dacht ze, maar toen ze naar haar Pikachu keek, die al in slaap was gevallen naast haar, dacht ze dat het vast en zeker een verbeeling was. Kort daarna viel ze in slaap... Hoofstuk 2 Twee jaren streken voorbij, en Djany was nu 8 jaar oud. ’Pak me dan Pikachu!’ Riep Djany. Ze was met Pikachu aan het spelen, op een grasveldje. Het was een mooie, warme en rustige dag. ’Pika, pikaa!’ Riep Pikachu, en hij rende achter Djany aan. Toen sprong Pikachu op Djany's rug, en ze vielen lachend in het zachte, frisse, groene gras, en tussen de bloemen. Djany draaide zich om, en Pikachu sprong op haar buik. Allebei lachte ze... Dit was hun favoriete plek, waar ze graag speelde in de zomer. Na wat gek gedaan te hebben, lagen ze op hun rug in het gras, en keken ze naar de lucht. ’Mooie dag is het hé?’ Vroeg Djany. ’Ja...’ Antwoorde Pikachu. Djany zuchte opeens heel diep. ’Wat is er, Djany?’ ’Ow... Nou, alleen dat mam en pap nog steeds vreemd op kijken, als ik tegen je praat, als jij wat zegt...’ ’Geen wonder, volgens mij ben jij het enige mens die Pokémon kan verstaan... Hoe zou dat eigenlijk komen?’ ’Ik weet het niet, Pikachu... Ik weet het echt niet... Maar het heeft geen zin om het aan iemand te vragen, want dan willen ze weer weten waarom ik dat vraag... En als ik ze vertel dat ik met Pokémon kan praten, dan zeggen ze dat ik te veel fantaseer...’ ’Ach, jij kan er niks aan doen.’ Zei Pikachu. Djany knikte. ’Djany! Kom je eten?’ Riep Djany's moeder vanuit de keukendeur. Djany kwam overeind, en stond op. Ze pakte Pikachu op, en liep naar huis. Het was niet zo ver lopen, vanaf het grasveldje. Hun huis lag maar een paar meters verderop. Djany liep de keuken binnen, en zag haar vader al aan de tafel zitten. ’Hoi papa, hoe ging het vandaag op je werk, met tekenen?’ Vroeg Djany. Djany's vader was een Pokémon kunstenaar, en maakte de mooiste tekeningen van allerlei Pokémon. ’Prima zelfs! En, wat heb jij daarnet gedaan?’ Vroeg Djany's vader. ’O, niets bijzonders... Ik heb met Pikachu op het grasveldje gespeeld.’ En terwijl Djany dat zei, ging ze aan de keukentafel zitten. ’Kom maar, Pikachu.’ Zei Djany's moeder, en ze zette een bakje Pokémon voedsel op de grond neer. Pikachu rende erop af, en begon te eten. Na een tijdje waren ze klaar met eten, en ging Djany met Pikachu weer naar buiten. Ze liepen over een pad met kleine grindsteentjes, langs de hekken van tuinen. ’Hallo Djany.’ Zei iemand. Djany keek opzij, en er hing een jongen over een hekje heen. Het was haar buurjongen... Hij was 10 jaar, en was de irritantste buurjongen die je je maar kan voorstellen. Hij is ook al stinkend jaloers op Djany, sinds zij een Pokémon heeft. Djany negeerde hem, en liep door. ’Wil je een Pokémon gevecht met mij doen?’ Vroeg hij, op een pesterige toon. ’Hoe dan? Met je Pokémon knuffeltjes ofzo?’ Vroeg Djany spottend. ’Nee hoor, ik heb een echte Pokémon!’ Djany keek hem aan. ’O, en hoe kom je er nu weer aan? Heb je 'm weer gered van een Pokémon dief?’ Hij had al vaker gezegt dat hij een Pokémon had. De eene keer had hij de Pokémon gered van een Pokémon dief, of had hij hem gekregen van iemand die de Pokémon niet meer wilde... Allemaal van dat soort onzin verhaaltjes. En als Djany dan vroeg of ze 'm mocht zien, werd hij zenuwachtig en had als excuus: Ik heb hem weer vrijgelaten! ’Nee hoor, ik heb hem van mijn ouders gekregen!’ Antwoorde hij. ’Zal ik hem laten zien?’ Vervolgde hij op een pesterige toon. ’Okee, doe maar.’ Zei Djany. Even later kwam hij terug met een Pokéball, en liep naar de rivier aan de overkant. ’Pokéball, nu!’ Riep hij. De Pokémon kwam er met een lichtflits uit, en het was een... ’Magickarp...?’ Vroeg Djany. ’Ja! Dat is mijn Pokémon, en hij is de beste!’ Djany trok een wenkbrauw op. ’Uh... Wil je dat wij gaan vechten ofzo? Meende je dat echt?’ Haar buurjongen knikte. Djany had bijna medelijden met hem: Hij dacht écht dat hij een hele sterke Pokémon had. Even later stonden ze tegenover elkaar. De Magickarp spartelde in het water, en Pikachu stond in het gras bij de waterkant. ’Pikachu, doe je donderschok! Nu!’ Riep Djany. Pikachu volgde de opdracht van Djany op. De Magickarp werd geraakt, en omdat hij in het water lag, had het twee keer zoveel kracht! Daar lag de Magickarp verslagen in het water, en zijn trainer liet hem terug keren. ’Goed gedaan, Pikachu!’ Riep Djany. Pikachu bloosde van het compliment. Djany's buurjongen keek Djany kwaad aan, en rende toen weg. Djany en Pikachu keken hem na, en haalde hun schouders op. Het bleek al laat te zijn geworden, dus Pikachu en Djany gingen naar huis.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:33:44 GMT -5
Hoofdstuk 3 De zomer was inmiddels voorbij, en de winter was aangebroken. Djany was aan het slapen, maar werd gewekt door haar Pokémon wekker. Ze kwam overeind met haar ogen dicht, en taste met haar hand op de wekker naar het knopje om hem uit te zetten. Ze had hem gevonden en drukte erop, en liet zich weer achterover vallen. Pikachu slaakte een gilletje. Djany was rakenlings naast hem gevallen! Als ze maar een klein beetje opzij was gegaan, werd hij nu geplet. Pikachu stond op, en klom op Djany haar buik. Hij trok een van haar ogen open, en keek haar aan. ’Héy Djany! Je wekker is gegaan! Sta nou op, je nieuwe dag is aan gebroken!’ Riep Pikachu. Djany zuchtte, en kwam langzaam overeind. ’Please, nog heel even maar!’ Zei ze, en ze wou zich alweer achterover laten vallen, maar Pikachu was 't een beetje zat, en gaf haar een lichte stroom-stoot. Dat was genoeg om echt wakker te worden voor Djany, en ze gooide haar benen buitenboord. Pikachu maakte een kort vreugde dansje, en sprong van het bed af. Djany deed haar pantoffels aan, en stond op. Ze liep naar het raam toe, en opende de gordijnen. Ze werd bijna verblind door het felle licht. Toen haar ogen weer een beetje gewend waren aan het licht, zag ze dat er een groot pak wit sneeuw lag! ’Wauw...’ Mompelde ze. Pikachu sprong op Djany's schouder. ’Is dat... Om te eten?’ Vroeg hij. Djany draaide met haar ogen, en zei: ’Tuurlijk niet gekkie, dat is sneeuw.’ ’Waar komt 't vandaan?’ ’Uit de wolken, in de lucht.’ ’Hoe komt dat?’ ’Uh... Ik weet het niet precies, maar het komt geloof ik omdat de tempratuur dan erg laag is.’ Vertelde Djany. ’Waarom is de tempratuur zo laag?’ ’Pikachu! Ik weet ook niet alles hoor!’ ’Waarom weet jij niet alles?’ En toen Pikachu dat vroeg, sprong hij van Djany's schouder, en rende weg. ’Hey! Kom hier jij!’ Riep Djany lachend, en ze rende achter Pikachu aan. Ze rende de slaapkamer uit, en gleden over de trapleuning omlaag. Plotseling bleef Djany staan. ’Wat is er?’ Vroeg Pikachu. Djany fluisterde: ’Als mama al wakker was geweest, en ons gezien had, dan had ik op m'n donder gehad! Ze draait helemaal door als ze ziet dat ik van de trapleuning glij!’ Pikachu versteende, want hij wist het maar al te goed, wat Djany bedoelde... Ze lachte allebei een beetje zenuwachtig. Plotseling ging de slaapkamer deur van Djany's ouders open, en kwam haar moeder de deur uit zetten. ’Hallo Djany. En Pikachu.’ Zei Djany's moeder. ’Hoi mama!’ Zei Djany snel. Haar moeder ging naar de badkamer om zich te wassen. Djany slaakte een opgeluchte zucht, en zei: ’Als ze eerder de slaapkamer uit was gekomen, dan waren we de pineut!’ Pikachu knikte, en zei: ’Vooral jij...’ Later gingen ze ontbijten, en toen ze daarmee klaar waren ging Djany samen met Pikachu naar buiten, om in de sneeuw te spelen. ’Djany, die sjaal zit harstikke strak! Kan ik ook zonder?’ Mopperde Pikachu. ’Nee Pikachu, anders word je harstikke verkouden!’ ’Maar...’ Begon Pikachu weer, maar voordat hij verder kon gaan met zijn zin werd er een sneeuwbal tegen hem aangegooit. Hij keek om, en zag Djany staan grijnzen. Ze begonnen beide een kleine muur van sneeuw te maken om zich achter te kunnen verstoppen, en even later waren ze bezig met een groot sneeuwbal gevecht. De lucht werd plotseling donker grijs, en het begon heel hard te sneeuwen. Allemaal kleine en grote sneeuwvlokken dwarrelden door de lucht, en af en toe kon je geen hand voor ogen meer zien! Maar op een gegeven moment was dat af en toe, de hele tijd geworden. Plotseling viel Djany in de sneeuw, omdat ze met één voet in een kuiltje terecht kwam. Ze stond weer op. ’Pikachu! Pikachu, waar ben je?!’ Riep Djany, want ze kon hem niet meer zien... Niet eens heel vaag een geel puntje... Djany keek wanhopig om haar heen, maar zag niets behalve de sneeuwvlokken. Djany begon een beetje in paniek te raken... Ze was Pikachu kwijt, kon geen hand voor ogen zien, en wist niet eens waar ze was! En... Ze maakte zich erge zorgen over Pikachu. Hoe moet hij zich voelen? Hij is veel kleiner... En, moet hij het niet harstikke koud hebben? Hij heeft alleen een sjaal om... Ze had een lang stuk gelopen, en ze had het idee dat ze niet zo dicht in de buurt van haar huis was. Plotseling zag Djany een blauwe schim... Hij kwam steeds dichter, en dichterbij... Toen stopte hij, en stond nu vlak voor Djany... ’Klim op mijn rug.’ Zei de blauwe schim. ’Je geele vriendje is hier ook.’ Vervolgde hij. ’Pikachu?!’ Riep Djany uit, en ze klom gelijk op de rug van de blauwe schim. En ja hoor, daar zat Pikachu! Veilig en wel. Djany pakte hem op en knuffelde hem. ’Hou je vast! We gaan!’ Riep de blauwe schim. Djany deed wat er gezegt werd, en ze stegen op... Even later was het sneeuwen weer op gehouden, en kon Djany eindelijk weer iets zien. Maar het was nog steeds erg koud. Plotseling landen ze. Djany klom samen met Pikachu van de rug van de blauwe schim, die nu geen schim meer was... ’Wauw... Ben jij echt een Articuno?!’ Riep Djany verbaasd uit. ’Ja, en wat is jou naam?’ Antwoorde Articuno. ’Uh... Djany!’ Zei ze, en ze bewonderde de grote en prachtige Pokémon. Na een lange tijd wat gepraat te hebben, vroeg Djany: ’Uh... Ik zou hier graag blijven, maar ik begint het echt ijs en ijskkoud te krijgen... Kan je Pikachu en mij naar huis brengen?’ ’Tuurlijk, ga maar zitten op mijn rug, en hou je goed vast!’ Zei Artucino. En uiteindelijk stonden ze voor de deur van Djany's en Pikachu's huis. ’Bedankt Articuno! En ik hoop dat we je nog vaker zullen zien!’ Zei Djany. Pikachu knikte hevig mee. ’Dan zullen we dat!’ Zei Articuno, en hij vloog weg. Djany en Pikachu gingen naar binnen. ’Zo, jullie zijn lang weg geweest! Wat hebben jullie allemaal gedaan dan?’ Vroeg Djany's moeder. ’O, niets bijzonders!’ Zei Djany met een scheve grijns, en ze knipoogde naar Pikachu.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:34:17 GMT -5
Hoofdstuk 4 De volgende dag was aangebroken... ’Hatsjoe!’ Djany nieste. ’Gezondheid...’ Zei Pikachu, en zijn neus begon ook weer te jeuken. ’Ik word hier gek van!’ Mopperde Djany. ’Jullie zijn ook veel te lang buiten gebleven.’ Zei Djany's moeder. ’Ja maar...’ Djany stopte haar zin, want ze wist nu al dat haar moeder het verhaal met Articuno toch niet zal geloven... ’Ik maak wel wat warme chocolademelk voor jullie, daar worden jullie tenminste wat warmer van.’ Zei Djany's moeder, die naar Pikachu en Djany keek, die een deken om zich heen hadden geslagen en zaten te blauwbekken. Even later kwam ze terug, en dronken ze allebei hun beker op. Djany en Pikachu gingen voor de openhaard zitten waarin een vuur brande, en ze gingen een spelletje doen. Later kwam haar moeder de huiskamer ingelopen. ’Djany, ik heb met je vader gepraat over die kunst wedstrijd van zijn werk... Wij zouden er met z'n drietjes naar toe gaan, maar aangezien Pikachu en jij zo verkouden zijn hebben we maar besloten dat we niet gaan.’ Zei ze. ’Maar jij kan toch gaan?’ Vroeg Djany. ’Maar ik wil je niet alleen thuis laten nu je zo ziek bent, Djany.’ ’Maak je niet druk, Pikachu en ik redden het alleen wel! Je hoeft je geen zorgen te maken. Ga jij maar gewoon naar die kunst wedstrijd van papa. Misschien wint hij wel! Daar wil je toch bij zijn!?’ ’Ja, maar...’ Maar voordat Djany's moeder haar zin kon afmaken, stond Djany op en duwde haar moeder in de richting van de deur. ’Ga nou maar!’ Zei ze met een knipoog. Haar moeder keek haar een ogenblik aan, en zei: ’Nou goed dan... Omdat jij het zo graag wilt. Maar ik heb wel mijn mobieltje bij me, en het telefoon nummer ervan staat in mijn agenda en...’ ’Ja mama!’ Zei Djany lachend. ’Ga, straks kom je te laat!’ Haar moeder keek op haar horloge. ’Je hebt gelijk!’ Riep ze uit, en ze trok haar jas aan. Ze vertelde Djany wéér dat het telefoon nummer in haar agenda stond, en gaf Djany een zoen op haar wang. Ze opende de deur, en vertrok. Djany en Pikachu gingen weer verder met het spel, totdat ze opeens een hoop gestommel hoorden in de tuin. ’Wat is dat?’ Vroeg Pikachu. ’Ik weet het niet...’ Zei Djany, en ze stond op en liep naar het raam. Plotseling zag ze een omgekeerde bloempot heen en weer lopen. Ze opende de huiskamer deur, en liep de tuin in. Ze hurkte bij de bloempot neer. ’Wat is dit nou voor iets!? Ga van me af, abnormaal ding!’ Klonk er uit de bloempot. Djany trok haar wenkbrauwen op, en tilde de pot op. Tot haar verbazing zag ze een pluizige Eevee, die boos omhoog keek. ’En wat moet jij voorstellen!?’ Riep hij boos, toen hij naar Djany keek. Djany kon er niks aan doen, maar ze barste uit van het lachen, door de blik van de Eevee. Opeens stopte ze toen ze zag, dat de Eevee een litteken bij zijn oog had. ’Hey, hoe komt dat?’ Vroeg Djany. ’Wat?’ Vroeg de Eevee. ’Dat litteken bij je oog.’ ’O dat! Dat kwam omdat ik jaren geleden heb gevochten met een Mewtwo! Hij was onwijs sterk, maar ik gaf niet op! Hij deed een Pshyco straal op mijn oog, maar ik versloeg hem!’ Riep hij. Djany knipperde met haar ogen en trok haar wenkbrauw op. ’Okee... En nu de waarheid graag.’ ’Het is de waarheid! En zeg nu je naam! Ik zeg de mijne pas als jij de jouwe geeft.’ Zei de Eevee. ’Mijn naam is Djany. Nu blij? O ja, en dit is Pikachu.’ Zei ze, en ze wees naar Pikachu, die naast haar was komen staan. ’Pi-watte? Wat is dat voor een gele pluizenbol? En, mijn naam is Itai. Meneer Itai, voor jullie! Muwhahaha!’ ’Vrienden worden, Itai?’ Vroeg Pikachu, en hij stak zijn pootje uit. Itai negeerde Pikachu's uitgestoken poot en zei: ’Ik ben niemands vriend! En wat zei ik nou? Meneer Itai voor jullie!’ Pikachu en Djany keken elkaar aan. Even later gingen ze naar binnen, en Itai keek rond. Een paar uur later, kwamen Djany's ouders thuis. De vader van Djany opende de hal deur, en kwam binnen gelopen met een trofee. ’Papa, heb je gewonnen?!’ Vroeg Djany. Haar vader knikte trots. ’Gefeliciteerd!’ Zei Djany met een grijns. De trofee was van goud, en glinsterde in het licht. Hij was erg mooi, en het was een Pokémon. Het was een Pikachu, die een potlood achter zijn linker oor had, en een tekenblad vast had, waar een tekening in uitgesneden was. ’Hey, hoe komt die Eevee hier?’ Vroeg Djany's moeder opeens. ’O! Hehe... Die zat onder een bloempot in de tuin, we hoorden gestommel dus ik ging even kijken.’ Zei Djany. ’Zijn naam is Itai.’ Vervolgde ze, en Itai keek haar met een kwaade blik aan, alsof hij wilde zeggen: Meneer Itai!! ’Wat een schatje!’ Zei haar moeder. ’Hij is inderdaad erg leuk!’ Zei haar vader. Het was avond geworden, en Djany en haar Pokémon mochten opblijven van Djany's ouders, om gezellig een film te kijken. Pikachu en Itai zaten naast elkaar, en vielen in slaap tegen elkaar aan.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:35:04 GMT -5
Hoofdstuk 5 Djany... Klonk een zware, maar spookachtige stem. Toen hoorde Djany gestamp; Alsof er een reus rondliep. Djany... Weer die die stem. Djany keek om zich heen, maar zag niks. Plotseling zag ze een rood puntje, die steeds groter werd en haar richting op kwam. Het gestamp werd luider. Djany wilde wegerennen, maar ze kon zich niet bewegen. Het rode puntje was een groot monster geworden, en sprong op haar af... Djany schrok overeind in haar bed. Haar handen waren klam, en het zweet liep over haar voorhoofd. Ze hijgde alsof ze kilometers gerend had. Ze keek op haar digitale Pokémon wekker om de tijd te kunnen zien. Hij gaf 2.00 AM aan. Nog midden in de nacht dus. ’Wat is er Djany?’ Vroeg Pikachu, die wakker was geworden van Djany die daarnet overeind schoot. ’O, niks... Alleen maar een slechte droom.’ ’O...’ Djany keek naar het voeten eind van haar bed, en zag Itai liggen slapen. Hij had de vorige avond gezegt dat hij voor geen goud naast "die gele pluizenbol" wou slapen. Djany ging weer liggen, en sliep weer verder. Om 1 uur s'middags ging Djany naar de bibliotheek, en Pikachu en Itai gingen met haar mee. ’Waarom ga je naar de bibliotheek?’ Vroeg Pikachu. ’Ik zag een rood monster in mijn droom vannacht... Ik denk dat het misschien een Pokémon is.’ ’Ja maar... Waarom nou daar naar toe? Die bibliothecaresse is harstikke eng! Ik bedoel... Die tanden! Heb je die wel eens gezien? Die haalt ze gewoon uit haar mond, en legt ze in een glaasje water.’ Pikachu huiverde bij de gedachte eraan. Djany lachtte, en zei: ’Dat is een kunstgebit, Pikachu!’ Ze grinnikte. ’Maar inderdaad, ze is best eng! Is een keer had ik mijn boeken 1 dag te laat ingeleverd, en toen ging ze over haar toeren!’ ’Zie je wel... Misschien is zij het monster in je droom wel?’ Vroeg Pikachu. Opnieuw begon Djany te lachen. Ze kwamen aan bij de bibliotheek, en Djany en Itai liepen naar binnen. Pikachu bleef nog even voor de deuren staan, en haalde diep adem om zich voor te bereiden voor "de tanden". Djany kwam hier graag want het was altijd erg gezellig... Op de bibliothecaresse na dan. De bibliotheek was erg groot, en er stonden allemaal grote mooie kasten, waar wel duizenden boeken in stonden. De vloer was van hout, en er waren verschillende leeshoekjes tussen de hoge kasten. Djany zat in een grote rode stoel, en bladerde door een groot boek. Pikachu sprong op Djany's rechter schouder en Itai ging zitten op haar schoot. ’En tot slot, de legendarische Pokémon...’ Mompelde Djany. Ze mompelde weer verder: Mew, Mewtwo, Lugia, Ho-Oh, Groudon, Kyrogre... Wacht... Groudon...’ Djany liet haar vinger weer op het plaatje van Groudon glijden. ’Pikachu, Itai, ik heb hem gevonden! He... Itai, waar is Pikachu eigenlijk?’ ’Uh, ik weet niet... Wacht, daar is hij!’ Riep Itai, en hij wees naar een grote kast waar Pikachu voor stond. Djany stond op, en liep naar Pikachu toe. Zijn ogen waren groot, en hij keek versteend naar iets in de kast. ’Pikachu, wat is er?’ ’K... K... Kijk daar...’ Stotterde Pikachu. Djany keek en zag wat Pikachu bedoelde: Het was een glaasje water, waar het kunstgebit van de bibliothecaresse in lag. Djany proeste het uit, en Itai ook. Pikachu keek geërgerd naar Djany en Itai, en zei: ’Ja, ja, lach maar! Maar jullie hebben een nachtmerrie als droom, maar ik beleef hem echt als ik hier kom!’ En hij ging zitten op de grond. Later gingen ze weer naar huis, en Djany vertelde Pikachu dat het monster een Groudon was in haar droom. ’Zou het iets betekenen, Djany?’ Vroeg Pikachu. ’Ik weet niet, het zou kunnen... Maar ik hoop van niet; Besprongen worden door een monsterachtige Pokémon is al erg genoeg in een droom!’ Zei Djany. ’Maar, meneer Itai met zijn knappe kop zal je beschermen!’ Riep Itai zelfvoldaan. Djany en Pikachu keken elkaar aan en draaide met hun ogen. Even later kwamen ze aan bij hun huis.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:35:36 GMT -5
Hoofdstuk 6 De zomer was inmiddels aangebroken, en het was een hete, lange dag... Djany zat onderuitgezakt op de bank, en keek tv. Ineens werd het beeld zwart op het beeldscherm. ’Mam! Ik zit te kijken!’ Zei Djany geëgerd. Haar moeder had de tv uit gezet. ’Het word tijd dat je iets gaat doen dat nuttig is, niet voor de tv hangen dus.’ Antwoorde haar moeder. ’Maar het is harstikke warm!’ ’Doe dan iets met water of iets in die richting, maar blijf niet voor de tv hangen, nog even en je krijgt blok ogen!’ En toen haar moeder dat zei, liep ze weer weg om verder te gaan waar ze mee bezig was. Djany stond zuchtend op, en liep de tuin in. Daar zag ze Pikachu en Itai in de schaduw van een boom liggen. ’Aaaah! Ik word gek! Het is zo warm, ik word hier een plasje zweet!’ Riep Itai uit. ’Ach Itai, kom op. Geniet van dit heerlijke zomer weer! Het is een beetje warm, dat is alles!’ Zei Pikachu. ’Beetje?! Beetje?! Volgends mij heb je een zonnesteek opgelopen, jij bent echt niet goed!’ Djany had het gesprek van een afstandje staan afluisteren, en ze liep grinnikent naar Pikachu en Itai. ’Hey jongens, hoe is het?’ Vroeg Djany, alsof ze niets had gehoord van wat ze allemaal tegen elkaar hadden zitten kibbelen. ’Goe...’ Wilde Pikachu zeggen, maar hij kreeg de kans niet om zijn zin af te maken, want Itai onderbrak hem. ’Slecht! Dit is geen leven! Dit is vresenlijk! En die geele pluizenbol van je heeft de zonnesteek opgelopen!’ ’Tuurlijk Itai, het zal wel.’ Djany glimlachte. ’Djany! Kom eens!’ Riep Djany's moeder ineens, die in de deur opening van de keuken stond die naar de tuin leidde. Djany keek op, en rende toen naar haar moeder toe. Haar vader stond in de keuken. ’Wat is er?’ Vroeg Djany. ’We vroegen ons af of je zin hebt om naar het strand te gaan?’ Vroeg haar vader. Djany's ogen begonnen te stralen. ’Jaa!’ Riep ze uit. Ze zochten hun spullen bij elkaar, en vertrokken. Ze zaten in de auto, en Djany zat achterin samen met Pikachu en Itai. Itai zat opgewonden te wiebelen, terwijl hij op Djany's schoot zat. ’Itai, hou eens op met wiebelen wil je, ik word zenuwachtig van je.’ Zei Djany. ’Maar het is zo spannend!’ Riep Itai. Pikachu was lekker dicht tegen Djany aan gekropen, en vroeg: ’Ik ben toch ook nog nooit naar het strand geweest?’ ’Nee, nog nooit.’ ’Hoe ziet het er uit dan?’ ’Nou, eh... Er is zand... En daarachter ligt de zee, zeg maar. En er zijn soms hooge golven!’ Legde Djany uit. ’Zijn er ook monsters? Als dat zo is, bescherm ik de heele wereld er voor! Ik heb niet voor niets gevochten met die Mewtwo! Dat was nog maar een voorproefje!’ Zei Itai, en hij keek Pikachu en Djany met een troste grijns aan. ’Voorproefje? Tuurlijk! Als je echt tegen een Mewtwo gevochten zou hebben, had je beslist verloren. Die Pokémon heeft een behoorlijke kracht, hij is een van de sterkste Pokémon.’ Zei Djany. Pikachu knikte: ’Zelfs een Snorlax kan het zowat niet tegen hem opnemen, laat staan een Eevee! En Snorlax is onwijs groot en zwaar.’ Itai's grijns verdween, en keek geïrriteerd voor zich uit. Djany pakte hem op en kunffelde hem. ’Maar je bent wel een lieve Eevee hoor!’ Even later kwamen ze bij het strand aan. Haar vader parkeerde de auto op de parkeerplaats. Djany en haar moeder haalde de spullen uit de kofferbak. Toen gingen ze op weg naar het strand, en Pikachu liep naast Djany. Itai trippelde er opgewonden achter aan. Toen bereikte ze het zand, en zagen de zee in de verte. Je hoorde de golven tegen elkaar aan klotsen, en je zag de streep van de horizon. Je hoorde en zag af en toe een aantal Winguls en Pellipers, die voorbij kwamen vliegen. Er hing een lichte nevel boven de zee. Djany ging de zee in, en hield Pikachu bij zijn pootje vast. ’Pas op Pikachu, er zijn soms hevige golven. Ik laat je zometeen los, maar pas wel op he?’ Vroeg Djany. ’Goed!’ Zei Pikachu. Itai wilde helemaal zelf het water in gaan, want hij wilde geen hulp. "Ik verlaag me niet tot het niveau van die pluizenbol!" Had hij gezegd."Jij ook altijd met je pluizenbol." Had Djany grinnikent gezegt. Itai stapte het water in, en liep naar Pikachu en Djany. Ze waren nog in laag water, want het water kwam tot Djany's enkels. Djany liet Pikachu los. Ze begonnen met zijn drieën in de zee te spelen, en even later gingen ze zitten in het water. Toen landen er een Wingull en twee Pellipers bij hun, en begonnen te praten. Even later vlogen ze weer weg. ’Wat zaten die te ratelen zeg!’ Zei Djany. ’Nogal ja, ik volgde ze echt niet meer!’ Zei Pikachu een beetje verward. ’Ik snapte er niks meer van, hoe langer ze praten hoe minder ik ervan snapte!’ Riep Itai uit. Ineens kwam er een grote en hoge golf over hun heen, en Pikachu en Itai werden er in mee geslingerd. ’Pikachu! Itai!’ Riep Djany uit, en ze dook achter ze aan. Opeens werd de hele zee heel wild, maar Djany kon nog net op tijd Pikachu en Itai beet pakken, maar ze kon zich niet verweren tegen de zee, en ze werden mee genomen... De zee was rustig geworden, en ze lagen met zijn drieën in het water. Ze lagen bewustenloos op de golven, die op en neer gingen. Djany werd wakker, en de twee Pokémon ook. ’Waar zijn we? Ik ken dit stuk van het strand helemaal niet...’ Zei Djany zacht. ’Zijn we verdwaald dan?’ Vroeg Itai. ’Ik... Ik denk het ja... He! Wat is dat?!’ Djany wees voor haar uit, waar opeens een rode gloed was. De rode gloed veranderde in lijnen, die een vorm maakte. Ze keken er allemaal naar, heel verbaasd. Toen was er een bepaald geluid, heel apart en mysterieus. ’Kyrogre?!’ Riep Djany uit. Inderdaad, het was de vorm van een Kyrogre. Ineens was er niet alleen maar een rode lijn te zien, maar zagen ze de hele Pokémon. Er klonk ineens een stem. ’Djany Kumiko. Daar ben je eindelijk.’ ’Wie, wat, waar?! Hoe weet je mijn naam?’ ’Omdat jij de uitverkorene bent, om de harmonie te herstellen voor het te laat is.’ ’Wat bedoel je? Ik snap er niks van!’ ’Zo te horen ben je nog van niks op de hoogte... Ik zal je het vertellen.’ Djany zat nog steeds verbijsterd te kijken. Kyrogre begon te vertellen: ’Er zijn twee stenen. Een rode, en een blauwe. De rode steen is het symbool van Groudon. En de blauwe steen is het symbool van Kyrogre, ik dus. Wij zijn de Pokémon die voor de harmonie van alle types Pokémon zorgen. Dat kunnen wij alleen met de stenen. Maar, we zijn de stenen verloren, waardoor we bijna geen controle meer hebben over de harmonie. Zelf kunnen we de stenen niet zoeken. Daarom hadden we een uitverkorene nodig, en dat ben jij Djany. Daarom kan jij met Pokémon praten, als je dat niet kon was de taak te zwaar geweest voor je. Maar, wil je alsjeblieft je taak vervullen, om de harmonie in evenwicht te houden?’ Djany was nog even stil, maar antwoorde toen: ’Ok... Okee, ik doe het!’ ’Bedankt, we zullen je altijd dankbaar zijn, Djany Kumiko!’ En met die woorden dook Kyrogre weer onderwater, en was hij verdwenen. Er kwam een lichtflits, en voor Djany, Pikachu en Itai het wisten waren ze weer op het vertrouwde stuk van het strand. Ze keken elkaar zwijgend aan; Ze wisten wat hun te doen stond! Even later gingen ze weer naar huis, en ze zaten in de auto. Djany zei niets, en zat diep in gedachten... Hoe moet ze die reis beginnen?
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:36:15 GMT -5
Hoofdstuk 7 Die nacht lag Djany te woelen in haar bed. Ze kon niet slapen, ze moest steeds denken aan die dag op het strand met Kyrogre. Ze had gezegt dat ze de taak op zich zou nemen, maar ze moest reizen. Maar hoe? Ze kon gewoon niet bij haar ouders weg. Als ze de waarheid zou vertellen, geloven ze haar vast niet. En als ze gewoon niks zegt, en vertrekt, raken haar ouders helemaal overstuur, en heeft ze zelf een rotgevoel. Ze stopte haar hoofd onder haar kussen. ’Ik word gek!’ Fluisterde ze kwaad. Ineens werd het kussen van haar hoofd afgetilt. Pikachu had de rechterkant van het kussen, en Itai de linkerkant. Djany kwam overeind en keek Pikachu en Itai aan. ’Jou zit iets dwars...’ Zei Pikachu. ’En het komt door gister met die Kyrogre!’ Maakte Itai Pikachu's zin af. ’Ja... Dat is zo. Ik weet niet hoe ik moet vertrekken, ik...’ "Tik!" Hoorde ze ineens. Djany en de Pokémon keken verschrikt op. Er werd tegen het slaapkamer raam aan getikt. De gordijnen waren dicht, maar ze zagen een groene gloed erachter! "Tik, tik!" Weer werd er tegen het raam aan getikt. Djany stond op, en opende de gordijnen, gevolgd door Itai en Pikachu. Eerst werden ze bijna verblind door het felle groene licht, maar toen nam het licht af. Het begon vorm te krijgen, en het was klein; Ongeveer het formaat van een Pikachu. Toen was het helemaal duidenlijk geworden, en zag je niet alleen maar een gloed... Het was een Pokémon, en niet zomaar eentje. Djany's ogen werden groot, en Pikachu stond verwondert te kijken. Itai klemde zich aan Pikachu vast. De Pokémon keek hun, met zijn grote blauwe lieve ogen, aan. Hij wenkte naar het raam dat open kon. Djany liep er naar toe en opende het raam. De groene Pokémon vloog naar binnen, en belande op de grond. Djany knielde bij hem neer, en de andere Pokémon keken toe. ’Wie ben jij?’ Vroeg Djany. ’Mijn... Mijn naam is Celebi.’ Zei de groene Pokémon. Djany dacht even diep na, en zei toen: ’Wacht eens even... Ik heb die naam in dat Pokémon boek in de bieb gelezen! Alleen jouw naam stond er, en een beetje informatie... Maar geen plaatje. Ik kan nog ongeveer herinneren wat er stond: "Celebi is een legendarische Pokémon. Hij staat bekend als 'het stem van het woud'. Hij kan bezit ook een speciale kracht, en dat is tijdreizen. Hij reist door de tijd." Is dat allemaal waar Celebi?’ ’Ja. Ik woon hier in het bos hier een eindje verderop.’ ’Dat is cool... Maar, mag ik je nu vragen wat je hier eigenlijk komt doen? Vat het niet verkeerd op hoor, ik vind het wel erg bijzonder.’ ’Ik ben deze nacht opgetrommeld door een water Pokémon, Speal, die een vriend is van Kyrogre. Ze zei dat jij de uitverkorene bent, en ik kom je helpen. We dachten dat je het moeilijk zou vinden om bij je ouders weg te gaan.’ Vertelde Celebi. ’Ja, dat is inderdaad zo... Ik kan gewoon niet bij ze weg! Ik hoop dat je me snapt.’ ’Ik snap je, en daarom zal ik je helpen met mijn krachten.’ ’Maar... Hoe dan? Je kan toch alleen in de tijd reizen, en dat helpt niet... Want dan ben ik helemaal verdwenen!’ Er verscheen een glimlachje op Celebi's gezicht. ’Daar zit je mis mee! Ik kan ook iets anders met de tijd doen...’ Djany keek hem verwondert aan. ’Wat dan?’ ’Ik kan de tijd hier stil zetten, waardoor niemand ooit zal merken dat jij bent weg geweest.’ ’Eh... Dat is mooi, maar... Dat betekent dat ik ook niks kan doen, omdat de tijd stil staat!’ Zei Djany. ’Ja, dus dan kan het toch niet?’ Vroeg Pikachu toen. Itai knikte hevig mee. ’Jullie moeten ook naar een andere plek toe om te zoeken, niet hier. Niet hier in deze stad.’ Zei Celebi. ’Dus... In de andere deelen hier? Dat betekent dat je alleen hier in de stad de tijd stil zet! Wat slim zeg!’ Zei Djany blij. ’Hehe, bedankt. Maar ben je klaar voor de reis? Want dan kan ik de tijd hier stil zetten.’ ’O nee, wacht even! Ik moet mijn tas nog inpakken en me omkleden! Ik heb namenlijk nog nooit iemand in zijn of haar slaapkleding op reis zien gaan, is het niet?’ En met die woorden pakte Djany haar tas en begon in te pakken. Toen ze daarmee klaar was, kleede ze zich om; Ze deed een spijkerbroek aan, met een eenvoudige geele T-Shirt. Ze deed haar rugzak om. Even later stonden Djany, Pikachu en Itai buiten op het grasveldje voor hun huis. Celebi vloog naast hun. Hij had te tijd nu stil gezet, en het was nog stiller nu dan het altijd al in de nacht is. Er was een zacht briesje dat door het gras en de bomen waaide. ’Dit is het dan. De tijd staat stil, en jullie kunnen aan de reis beginnen. Werk samen als een team, en jullie vinden de stenen.’ Zei Celebi. ’Okee...’ Zei Djany zacht. ’Als jullie de weg niet meer weten in de nacht, volg dan de bewegende ster, hij zal jullie de goede weg wijzen. Ik moet nu gaan, ik zie jullie binnenkort weer!’ Zei Celebi, en hij vloog weg naar het bos. ’Celebi, wacht!!’ Riep Djany nog, maar Celebi was al verdwenen. ’Hoe kan een ster nou bewegen?’ Vroeg Itai. ’Ik weet dat ook niet, jij wel Djany?’ Vroeg Pikachu. ’Nee, ik weet het ook niet...’ Antwoorde ze toen. Djany draaide zich nog even om, en keek naar haar trouwe huis. Ze haalde diep adem, en besefde dat ze niet zonder reden haar thuis verlaat; Ze heeft een belangrijke taak die ze moet volbrengen! Ineens werden ze omringt door wit groen licht. Djany en de Pokémon voelde zich opeens zo licht als een veertje, en toen begon het wittige groenige licht weg te gaan, en belanden ze op de grond. Ze waren op een grote grasvlakte, en in de verte zagen ze een stad. Ze stonden op, en zeiden tegelijk: ’Kom, we gaan!’
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 16, 2004 6:36:56 GMT -5
Hoofdstuk 8 De stad bleek verder weg te zijn dan ze dachten. Het duurde wel twintig minuten voordat ze er aan kwamen! Het was stil in de stad, want iedereen lag te slapen. Je zag wel bij sommige huizen licht branden door de ramen bij mensen. 'Die zijn blijkbaar nog tv aan het kijken, zoals mam en pap dat soms doen als ze niet kunnen slapen...' Dacht Djany. Opeens werd er aan Djany's broekspijp getrokken. Het was Pikachu, die vroeg: ’Djany, waar moeten we eigenlijk overnachten? Een tent opzetten in de stad lijkt me namenlijk nogal vreemd...’ ’We gaan opzoek naar een Pokémon-Center, daar kunnen we vast overnachten.’ Antwoorde Djany. ’Ik hoop dat we er gauw zijn, want ik ben moe.’ Zei Itai, en daarna gaapte hij overdreven. Na een tijdje zoeken zagen ze opeens een gebouw dat verlicht was, waarop stond: Takamaru City's Pokémon-Center ’Yes, Gevonden! En nu weten we ook gelijk in wat voor stad we zijn.’ Zei Djany blij en opgelucht tegelijk. Ze liepen naar binnen, en zagen een half slapende zuster Joy zitten. Maar toen Joy Djany zag en haar Pokémon, werd ze in een klap wakker. ’He?! Wat doe jij nou nog zo laat buiten? Je hoort allang te slapen!’ Riep ze uit. Djany knipte even met haar ogen. ’Eh... Nou, ik kom hier pas net aan. Hehe... Is er misschien nog een kamer vrij?’ ’Ja, ik breng je er wel even heen.’ Joy leidde Djany, Pikachu en Itai naar hun kamer, en bleef toen stil staan voor de deur. Ze wilde Djany eerst nog een heele preek geven dat het veel te laat was voor iemand van haar leeftijd om nog op straat te zijn, maar toen er iemand zijn slaapkamer deur opende, en een propje papier naar haar toe gooide en riep "Kan dat wat zachter?!" besefte ze dat het bij nader in zien toch niet zo'n goed idee was. Ze liet Djany haar kamer binnen, en liet haar toen weer alleen om het Pokémon-Center te sluiten. Djany deed haar slaapkamer deur dicht, en ging slapen. Pikachu en Itai sliepen naast elkaar aan het voeten eind van het bed. Itai was blijkbaar vergeten dat hij had gezegt dat hij nooit, zonder vijf centimeter ruimte er tussen, naast Pikachu zou slapen. De ochtend brak aan, en Djany en haar Pokémon waren wakker geworden. Djany kamde haar haren, en kwam erachter dat ze die nacht in haar gewone kleding had geslapen. Daarna gingen ze ontbijten. Het was heerlijk; Geroosterd brood met kaas, en een lekkere warme beker thee. Voor Pikachu en Itai was er Pokémon eten, dat ze erg lekker vonden. ’Uh... Mag ik er misschien bij komen zitten?’ Er stond iemand bij hun tafel. Djany keek op. Ze zag een meisje met rood bruinig haar dat ze in een hoge staart had. Ze had bruine vriendelijke ogen, en een zwarte broek aan met een roze T-Shirt er boven op. Djany schatte dat ze een jaar of dertien was. ’Uh, okee.’ Antwoorde Djany. ’Bedankt.’ Zei het meisje, en ze ging zitten aan tafel. ’Eh... Mijn naam is Samantha Naoko, trouwens. Maar noem me maar Sam.’ Zei het meisje toen. ’Mijn naam is Djany Kumiko. En dit is Pikachu, en Itai.’ ’Eh... Misschien vind je het nogal vreemd dat ik vroeg of ik erbij moch zitten, he..?’ ’Nou... Ik wil niet onbeleefd zijn, maar... Ja.’ Zei Djany. ’Geeft niet. Maar er was geen tafeltje meer.’ Djany keek om haar heen. Inderdaad, het was harstikke vol. En de meeste mensen waren Pokémon trainers, maar ze keken nou niet bepaald blij. ’He... Waarom kijkt iedereen zo... Tja, hoe zal ik het noemen... Niet blij?’ Vroeg Djany. ’Dat komt door twee trianers hier in de stad. Ze veroorzaken onrust hier... Met hun Pokémon.’ Zei Sam. ’Hoe bedoel je, met hun Pokémon?’ ’Ze houden Pokémon gevechten met iedere trainer die ze zien. Ze winnen altijd. Dit is nu al twee weken aan de gang, weet je.’ Djany's ogen werden groot. ’Die moeten dan wel héél sterk zijn! Maar is dat wel goed voor hun Pokémon?’ ’Nee, dat is het ook niet. Ze geven hun Pokémon helemaal geen rust.’ Zei Sam zacht. Daarna zwegen ze, en keken naar de trainers. Een uurtje later stonder Djany en Sam buiten. Ineens begon de grond hevig te trillen, en er vormde kleine scheuren in de grond. ’He, wat is dat!?’ Vroeg Djany geschrokken. Sam was ook geschrokken en antwoorde: ’Dat komt door die trainers! Blijkbaar heeft een van hun Pokémon aardbeving gedaan! Alweer, maar dit keer is erger!’ Het hevige trillen stopte, en ze zagen een eindje verderop een bliksem straal de lucht in schieten. Pikachu ging zitten op Djany's schouder, en hielt haar vast. Itai zat in de tas van Djany. Sam en Djany keken elkaar aan. ’Zullen we er naar toe gaan?’ Vroegen ze tegelijk. Ze liepen, ze slopen eigenlijk meer, naar de plek toe, en zagen toen drie trainers, en twee Pokémon. Twee trainers stonden naast elkaar, en voor hun stond een grote Tyranitar. Ze hadden een grote grijns op hun gezicht. Aan de overkant van hun, stond één trainer die moeilijk stond te kijken. Hij had een Ampharos ingezet. De Ampharos zag er vermoeid uit, alsof hij ieder moment in kon zakken. Maar de Tyranitar daar in tegen, zag er krachtig en zelfverzekerd uit. ’Tyranitar! Dynamishe slag!’ Riep een van de twee "slechte" trainers. Tyranitar voerde de aanval uit, en Ampharos werd goed geraakt. ’Aaaaamph!!’ Gilde Ampharos, en hij lag bewustenloos op de grond. ’Nee! Ampharos!’ Riep zijn trainer, en hij rende bezorg naar zijn Pokémon. ’Ampharos, gaat het?! Keer maar terug, je hebt goed gevochten...’ Ampharos keerde terug in zijn Poké bal, en de trainer wierp een kwaade blik op de twee trainers. Toen liep hij met grote stappen weg. Djany en Sam hadden dit geboeid gevolgd, en zaten achter een houten kist. Sam kroop een beetje naar voren om het beter te kunnen zien. ’Pas op Sam, blijf zitten!’ Siste Djany. Ze had er totaal geen zin in om in de problemen te raken. Maar het was al te laat. Toen Sam naar voren kroop, gooide ze perongeluk met haar voet een glazen fles om, dat zorgde voor een hoop lawaai. De twee trainers keken op, en eentje zei: ’Brendon, wat is dat?’ ’Ik weet het niet Mike,’ Zei de trainer die Brendon blijkt te heten. ’ik ga wel even kijken.’ Brendon liep naar de houten kist toe, en keek erachter. Hij zag Djany en Sam! ’Hé! Wie zijn jullie, en wat doen jullie hier?!’ Riep hij kwaad uit. Mike stond op, en kwam er ook naar toe. Hij keek ze boos een geschrokken aan. ’Ehehe... Hey, jongens! Hoe is tie?’ Vroeg Sam, die zo releaxt mogenlijk probeerde te doen. Mike schraapte zijn keel. ’O, hé! Hoor je dat Sam? We worden geroepen, nou doei jongens!’ Riep Djany, en ze stond op en maakte aanstalten weg te lopen met Sam. ’Ik dacht het niet! Jullie hebben Pokémon zie ik, dus dit word een Pokémon gevecht! Vluchten is niet toegestaan in een trainer gevecht!’ Riep Mike. Brendon pakte al een Poké bal, en zei: ’Nu is het mijn beurt!’ Djany keek Sam angstig aan, en Sam keek Djany zelfverzekerd aan. ’Geen zorgen Djany.’ Fluisterde ze. Djany keek haar vragend aan. Pikachu en Itai zeiden niets, en bereiden zich voor op het gevecht!
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 19, 2004 5:27:42 GMT -5
Ik heb hoofdstuk 9 geschreven!!!! ____________________________ Hoofdstuk 9 Djany en Sam stonden aan de ene kant. En Brendon en Mike aan de andere kant. Brendon was de trainer die nu ging vechten. ’Mag ik?’ Vroeg Djany, die ineens de smaak te pakken had. ’Mij best.’ Zei Sam schouderophalend. Djany liep naar voren, en stond nu oog in oog met Brendon. Djany deed de eerste zet, en ze riep: ’Pikachu! Ik kies jou!’ ’Okee Djany! Ik stel je niet teleur!’ Riep Pikachu zelfverzekerd. ’Een Pikachu? Hm... Okee, ik kies jou!’ Riep Brendon. Hij gooide een Poké bal, en er kwam een rode lichtflits uit. En daar stond een Pokémon, die er best angstaanjagend uit zag. ’Wat is dat voor Pokémon, Sam?’ Vroeg Djany. ’Dat is een Duskull Djany. Pas op, het is een spook type!’ Waarschuwde Sam. "Spook types zijn niet zo heel sterk tegen electriciteit!" Dacht Djany. ’Pikachu, doe je donderschok!’ ’Pikaa - Pikachu!!!’ Pikachu voerde aanval uit. En tot Djany's grote verbazing had het veel effect op de Duskull. Ze had het niet verwacht; Ze heeft nog niet zo vaak getraind met Pikachu... ’Duskull, doe je schaduw bal!’ Riep Brendon toen, zich niet zorgen makend over zijn Duskull. Duskull kraamde een vreemd geluid uit, en Pikachu werd geraakt door een zwarte bal. Pikachu vloog achteruit, maar kon afremmen met zijn achterpootjes. Hij schudde even zijn hoofd, maar rende toen weer het strijdveld op. ’Goed zo Pikachu! Okee, doe je bliksemstraal!’ Riep Djany. ’Duskull, doe nog een schaduwbal!’ Riep Brendon tegelijk. De aanvallen "botsten" tegen elkaar aan, en er ontstond een kleine explosie waardoor er even een mist van stof hing. Pikachu keek de Duskull gespannen aan; Duskull begon te gloeien, en daarna nam hij andere vormen aan, en hij werd groter. Ineens stond er een heele andere Pokémon voor hun!!! ’D-Dusclops?!’ Riep Djany een beetje klunzig en met grote ogen uit. De moed zonk in haar schoenen. ’Nee he...’ Mompelde Pikachu, die naar de grote Pokémon die voor hem stond, keek. ’Djany... We hebben een probleempje geloof ik...’ Zei Sam. ’Duh-uh!’ Antwoorde Djany daarop. ’Dusclops,’ Begon Brendon. ’doe weer je schaduwbal!’ ’Hij ook met z'n schaduwbal...’ Mompelde Djany geërgerd. ’Pikachu, ontwijk de aanval!’ ’Pika!’ Riep Pikachu, en hij probeerde de aanval de ontwijken... Maar hij was net niet op tijd, en werd geraakt! Met een harde klap werd hij in zijn buik geraakt, en viel daarna neer op de grond... Hij was verslagen. ’Pikachu!’ Riep Djany, en zo snel als ze kon rende ze naar haar Pokémon toe. Ze knielde bij hem neer, tilde hem op, en hij lag met zijn ogen dicht in haar armen. ’Goed gedaan Brendon!’ Riep Mike zijn vriend toe met een valse grijns. Brendon knikte en liet zijn Pokémon terug keeren, en daarna ging hij bij zijn vriend staan. Djany stond op, en Sam liep naar haar en Pikachu toe. Itai had met grote ogen toegekeken, maar was nu op Djany's schouder gaan zitten keek naar Pikachu. ’Pikachu moet naar het Pokémon-Center,’ Zei Sam. ’kom we gaan!’ Djany knikte en ze rende weg met Sam, van Brendon en Mike vandaan. De tranen brande in Djany's ogen terwijl ze naar Pikachu keek. Ze gingen met zijn alle het Pokémon-Center binnen, en riepen tegelijk: ’Zuster Joy!’ Joy keek op van haar computer beeldscherm waarop ze dingen aan het chekken was van het Pokémon-Center, en zag Djany en Sam. Daarna zag ze ook Pikachu die totaal uitgeput in Djany's armen lag. ’O nee! Wat is er gebeurd?’ Riep Joy. ’Djany heeft met haar Pikachu tegen die trainers hier gevochten...’ Vertelde Sam. Joy's ogen werden groot, maar ze zei niets. Het enige wat ze deed was iets in haar computer in tikken, en kort daarna kwam er een Chansey en een Blissey aan met een bed op wieltjes. Djany legde Pikachu erop, en Joy kwam vanachter haar balie vandaan en liep naar haar Pokémon toe. ’Chansey, Blissey, kom mee naar de operatie kamer.’ Zei ze. ’Jullie kunnen ook mee.’ Djany en Sam liepen meteen mee. Joy ging de operatiekamer binnen, en Djany en Sam gingen zitten op de stoelen in de wachtkamer. Djany staarde naar de grond en Sam zat naast haar. Tussen hun in zat Itai. ’Rustig maar Djany,’ Begon Sam. ’Het komt wel goed met Pikachu.’ ’Ja...’ Mompelde Djany. Sam probeerde haar af te leiden en vroeg: ’Uh... Ben je eigenlijk op reis ofzo?’ ’Ja, samen met Pikachu en Itai...’ ’Waarnaar? Ben je een Pokémon trainer, of doe je iets anders?’ ’Ik doe iets anders.. Ik ben op reis, ik moet iets belangrijks doen.’ Antwoorde Djany afwezig. ’Wat dan?’ Sam keek vragend naar Djany. Djany zei even niets. Ze twijfelde: Kon ze het vertellen aan Sam? ’Nou eh...’ Begon ze. Itai gaf Djany een knipoog, alsof hij wilde zeggen: "Vertel het maar." Dus Djany begon haar verhaal, en vertelde het. Héél even vergat ze Pikachu. Sam had geboeid geluisterd, en Djany had een lachbui verwacht. ’Het is dus waar...’ Zei Sam. ’Wat is waar?’ Vroeg Djany, die niet begreep wat ze bedoelde. Sam antwoorde: ’De legende die in een boek staat!’ __________________ Ik hoop dat jullie 't leuk vinden..
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 19, 2004 7:16:10 GMT -5
Hoofdstuk 10
’L-Legende?!’ Bracht Djany moeizaam uit. ’Wat voor legende?’ ’Dé legdende, ik zal je het vertellen...’ Zei Sam. Djany spitste haar oren, en Itai deed precies hetzelfde. ’In dat boek stond dat er een legende was die zich om de honderd jaar herhaalde. Om de honderd jaar komt er iemand die een speciale gave dat met Pokémon te maken heeft, en die krijgt een taak op zich. Het is dus niet iedere keer hetzelfde...’ Vertelde Sam. Ze ging verder: ’In het boek stond dat er dit keer iemand zou komen die goed contact kon hebben met Pokémon, en dat ze met behulp daarmee de harmonie kan herstellen.’ Sam was klaar met haar verhaal.
Djany's mond was bijna opengezakt van verbazing. Was zij een deel van de legende, die zich 1 keer in de honderd jaar afspeeld?!
’Wauw... Dat wist ik echt niet...’ Zei Djany. Ineens ging de deur van de operatiekamer open, en Joy kwam naar buiten. ’Pikachu?!’ Riep Djany meteen, en ze stond op. Sam stond ook op, en keek Joy vragend aan. ’Het gaat goed met hem,’ Zei Joy, en Djany en Sam juichte. ’maar hij heeft ernstige verwondingen. Het gaat een tijdje duren voordat hij helemaal hersteld is.’ ’O...’ Zei Djany, en ze was meteen minder blij. ’Jullie mogen wel even bij Pikachu komen kijken, maar wees stil; Hij is aan het slapen.’ Joy liet Djany en Sam de operatie kamer binnen, en bleef bij de deur opening staan.
Djany liep naar Pikachu toe, en keek naar hem. Hij zag er vredig uit zo, en zijn buik was ingewikkelt met verband.
Sam legde een hand op Djany's linkerschouder. ’Ik weet zeker dat hij snel hersteld!’ Zei ze. Djany keek op, en zei: ’Ik denk dat ook!’
Even later waren Djany en Sam weer buiten. Itai was in het Pokémon-Center gebleven, omdat hij beweerde dat hij in een vorig leven dokter geweest was en dat hij Pikachu misschien kon helpen. Djany en Sam hadden moeite gehad om hun lach in te houden.
Nu slenterde ze over de straten van Takamaru City.
’Hey Sam, ben jij op Pokémon reis?’ Vroeg Djany. ’Ja, ik wil graag een goede Pokémon trainer worden!’ Antwoorde Sam. ’Cool! Wat voor Pokémon heb je al?’ ’Ik heb een Typhlosion, het is een meisje en ze heet "Happy".’ ’Leuke naam! Hoe ben je aan Happy gekomen?’ Vroeg Djany die nieuwschierig was. ’Happy heeft mij gevonden.’ Antwoorde Sam daarop. ’Jou gevonden...? Wat bedoel je daarmee?’ ’Ik kan het je vertellen als je zin hebt...’ ’Vertel maar, ik ben wel in voor een verhaal!’ ’Okee! Dit is gebeurd toen ik nog heel jong was. Ik ben is een keer aangevallen door een Spearow, die boos was geworden. Hij viel me aan, maar net voordat hij me raakte hoorden we een geluid. Dat was Happy, die aan kwam gerent. Hij versloeg de Spearow met één Vlammenwerper! Sinds dien zijn we altijd bij elkaar gebleven.’ Vertelde Sam. ’Cool.. Maar, wat doet een geevolueerde Pokémon in het wild?’ Vroeg Djany. ’Weet ik ook niet, maar ik denk dat ze in de steek is gelaten door zijn vorige trainer. Gebeurd wel vaker...’ ’Weet ik, echt erg...’
En zo liepen ze pratend door de stad. Het begon al avond te worden, en ze besloten maar weer terug te keeren naar het Pokémon-Center.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 20, 2004 4:10:38 GMT -5
Hoofdstuk 11
Djany en Sam gingen het Pokémon-Center binnen. Ze zagen Zuster Joy niet zitten achter de balie, ze was weg. Djany keek Sam aan, en Sam keek Djany aan. Ze haalde hun schouders op, en liepen maar naar de operatie kamer waar Pikachu lag. Daar hoorden ze veel gestommel... Ze gingen de kamer binnen, en er speelden zich heel wat af!
’Itai! Stop daarmee!’ Riep Joy. ’Geen zorgen Geele pluizenbal, ik zal je genezen!’ Riep Itai, die op een tafeltje stond en met verband aan het prutsen was. Hij knipte stukjes af, en legde die iedere keek op Pikachu, die verdwaasd wakker geworden was. ’Itai, wat ben jij nou weer aan het doen?!’ Riep Djany, die naar Itai heen rende. Sam stond te kijken, en barste daarna in lachen uit. En ze begon nog harder te lachen toen ze het woeste gezicht van joy zag. Gelukkig merkte Joy dat niet, en had alleen maar haar aandacht gericht op Itai.
Djany haalde de stukjes verband van Pikachu af, en tilde Itai op en keek hem aan. ’Jij hebt me heel wat te vertellen zo...’ Mompelde Djany tegen Itai. Itai keek onschuldig naar zijn pootjes, en floot een melodietje.
Toen ze Joy gekalmeerd hadden vertrokken ze uit de operatie kamer. Djany nam Itai mee naar de wachtkamer, en Sam kwam er achteraan. Djany zette Itai neer op een van de stoelen en ging voor hem staan met haar handen in haar zij.
’En wat was jij aan het doen mannetje?’ Vroeg ze. ’Uh... Ik bedoel je?’ Vroeg Itai zo onschuldig mogenlijk. ’Ja, wie anders?’ ’Uh...’ ’Geef nou maar eens antwoord.’ ’Ik... Eh... Ik wilde Pikachu helpen...’ Stamelde Itai. Djany grinnikte, en pakte Itai op. Ze knuffelde hem, en zei: ’Maf beest!’
Ze waren in een van de slaapkamers, en Djany hong uit het raam naar buiten. Het begon avond te worden, en het was een beetje schemerig. Sam rommelde in haar tas en haalde er een klein boekje uit. Daarna plofte ze op haar bed neer, en begon er in te lezen. Itai was in slaap gevallen op Djany's bed. Djany had nu eindelijk goed de tijd om na te denken wat er allemaal gebeurd was. De wind wapperde door haar zwarte haren, en er vlogen een paar Tailow's door de lucht die achter elkaar aan zaten. Een paar Sandshrew's groeven zichzelf de grond in.
Even later was het donker geworden, en ze waren nu allemaal aan het slapen.
’Hey Pikachu!’ Riep Djany. Het was ochtend en ze kwam even op bezoek bij Pikachu. Pikachu was gelukkig flink opgeknapt. Joy kwam eraan, en bleef bij Djany en Pikachu stil staan. ’Pikachu is bijna genezen,’ Zei Joy. ’maar ik moet iets vervelends vertellen...’ Djany keek verbaasd naar Joy. ’Wat dan?’ ’Dat Pikachu zo hard in zijn buik geraakt is, dat het soms voor kan komen dat hij dezelfde pijn in zijn buik krijgt zoals hij had op het moment dat hij geraakt werd.’ ’O...’ Zei Djany zacht. ’Is dat een groot probleem...?’ ’Nee, niet erg groot. Hij zal er ook maar heel soms last van hebben, bijna nooit hoor.’ Djany haalde even opgelucht adem. ’Gelukkig. Wanneer mag Pikachu hier weg trouwens?’ ’Nou... Als hij zo goed blijft herstellen... Ongeveer 1, of 2 dagen.’ Antwoorde Joy. ’Yes!’ Juichte Djany.
Even later kwam Djany weer uit de kamer en rende naar Sam toe, en vloog haar om de nek.
’Wow... Wat heb jij?’ Vroeg Sam verdwaasd, van Djany's blije reactie. Dus vertelde Djany het nieuws. ’Dat is goed nieuws! Op die kwaal na dan, die Pikachu altijd zal houden...’ Zei Sam. ’Ja... Maar het kan erger!’ Zei Djany opgewonden. Itai leek ook blij te zijn dat zijn vriend binnenkort hier weg mocht.
’Zie je wel! Ik, dokter Itai, heb hem beter gemaakt!’ Riep Itai trots. Djany lachte om wat hij zei, en Sam keek Djany vragend aan. ’Wat zei hij?’ Vroeg ze. ’O, niets hoor!’ Grinnikte Djany.
En zo liep Itai met zijn borst vooruit door het Pokémon-Center.
|
|
|
Post by Lynn Kumiko on Jul 22, 2004 8:49:03 GMT -5
Hoofdsuk 12
’Sam?’ Vroeg Djany. ’Ja?’ Antwoorde Sam. ’Mag ik je iets vragen...?’ ’Tuurlijk, vraag maar!’ ’Zou je... Zou je met mij mee willen reizen?’ Djany schuifelde zenuwachtig met haar voeten heen en weer, en nadat ze dat gevraagt had aan Sam staarde ze naar de grond. Sam's ogen werden groot, en riep: ’Tuurlijk wil ik dat!’ Djany keek verbaasd omhoog, en vroeg: ’O ja?!’ ’Ja, duh! Wat denk je? Zo kan ik je helpen met je taak, en je bent mijn vriendin!’ Antwoorde Sam opgewonden. Djany glimlachte en was blij dat Sam met haar meeging.
’Hallo Zuster Joy!’ Zei Djany opgewekt. Ze mocht Pikachu komen ophalen vandaag, en dan konden ze verder met hun reis! ’Hallo Djany! Met Pikachu gaat alles heel goed,’ Zei Joy. ’klaar om weer op reis te gaan.’ Joy verdween in een kamer, en kwam vlak daarna kwam ze er weer uit, maar dit keer met Pikachu in haar armen. ’Pikachu!!!’ Riep Djany blij. Pikachu sprong uit Joy's armen naar Djany. ’Djany!!!’ Riep hij. Hij kwam in Djany's armen terecht en ze knuffelden elkaar. Itai klom op Djany's rug en keek naar Pikachu. ’Hey Geele pluizenbol!’ Riep Itai vrolijk. Pikachu grijnsde en zei: ’Hey Itai!’ Sam stond naast Djany, en keek blij omdat Pikachu weer terug was en helemaal genezen. Iniedergeval, voor het grootste deel.
Met zijn vieren liepen ze buiten de stad uit. Een keer keken ze achterom, en zagen de stad. Daarna liepen ze met een flinke pas door en praatte met elkaar.
’Zeg Sam,’ Zei Djany. ’hoe zit het nou met die twee trainers met die Tyranitar en Dusklops?’ ’Ik denk dat er ooit wel één trainer komt die hun gaat verslaan, maar het kan ook zijn dat ze nooit verslagen worden en iedereen er lastig gevallen zal worden daar.’ Antwoorde Sam daarop. Djany knikte, en toen liepen ze zwijgend verder.
’Dit is een mooie plek om te kampeeren!’ Riep Sam. ’Krampeeren bedoel je...’ Zuchte Djany. Het was al avond, en het begon schemerig te worden. ’We moeten hout vinden voor het kampvuur.’ Vervolgde Sam onverstoord.
Dus gingen ze hout zoeken, en allebei kwamen ze terug en armen vol met grote boom takken. Pikachu en Itai met dunne kleine takjes, maar toch werden ze gebruikt.
’En... Wat nu?’ Vroeg Djany die naar het stapeltje hout keek.. Sam zei niets, maar pakte een en Pokéball en riep: ’Pokéball, nu!’ Er kwam een lichtflits uit, en ineens stond er een grote krachtige Pokémon. ’Wow, is dat Happy?!’ Djany bewonderde de Pokémon. Sam knikte trots. ’Happy, doe je vlammenwerper!’ Happy voerde de aanval uit, en nu hadden ze een kampvuur!
Daarna begon Sam blikjes uit haar tas te pakken, en opende ze. Het waren kleine worstjes en ze maakte die snel en handig warm bij het vuur.
’Jij bent hier goed in zeg!’ Zei Djany. ’Ik ben ook niet voor niets al drie jaar Pokémon trainer!’ Zei Sam met een dikke knipoog. ’Drie jaar al? Dat is lang...’
|
|