|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:07:19 GMT -5
Mijn Sailor Moon serie, Sailor Moon N *wat staat voor Sailor Moon Neptune Sailors*... de verschrikking der verschrikkingen onder de fanfics... je kunt het plaatsen tussen serie 1 en 2 in... Ik kom der ook in voor, als Sailor Nereïde. en eh... wat moet je verder nog weten? Nou, mijn sailor strijders zijn dus de Neptune Sailors, komend van neptunus, je ontdekt het wel gedurende de serie... de serienummers zijn 200 + nummer van de aflevering, omdat er 200 sailor moon afleveringen zijn en afleverin 45 1/2 ook zo maf klinkt ^^; naja, je ziet maar of je ze leest of niet... momenteel ben ik bezig met aflevering 216, dus in ieder schermpje een nieuwe aflevering, anders past het trouwens niet eens ^^;
AFLEVERING 201: TWEE NIEUWE SAILOR STRIJDERS De ontdekking van Sailor Nereïde en Sailor Triton "Het is toch niet te geloven hè!" zei Luna boos tegen Bunny, die weer eens naar school moest hollen. "Is er ooit wel een dag geweest dat je op tijd bent gekomen?" "Ja, ik de kleuterklas ben ik wel 3 keer achter elkaar op tijd geweest," zei Bunny. "Grappig hoor," zei Luna, "loop nou maar door!" Op datzelfde moment holde een ander meisje naar school. Dit geloof je niet, dacht ze, uitgerekend de eerste schooldag op mijn nieuwe school verslaap ik me! gelukkig, daar is de school al, en ik zie Herindrah ook al... Weer een ander meisje, met 2 vlechten in, stond ongeduldig voor de schoolpoort te wachten. Ze zal toch niet te laat zijn? dacht ze, dat is niks voor Marina.. Gelukkig, daar is ze al! Marina, zoals het andere meisje heette, was bijna binnen toen ze tegen iemand opbotste. Pardoes ging ze onderuit. "Oh, sorry," hoorde ze iemand zeggen, "gaat het?" "Ja hoor," zei Marina, die vlug opkrabbelde. "Ik ken je niet, ben je nieuw?" "Ja, dat klopt, ik ben gisteren overgeplaatst," zei Marina. "Ik ben Bunny Tsukino, hoe heet jij?" zei Bunny. "Marina, Marina Zilvervlerk," zei Marina. "In welke klas kom je?" vroeg Bunny. "Twee Gymnasium," antwoordde Marina. "Dan kom je bij mij in de klas! Leuk!" zei Bunny. "Marina!" Het meisje met de vlechten kwam aanhollen. "Daar ben je, ik was al bang dat er iets gebeurd was! Kom op, anders zijn we te laat en..." "Wie ben jij?" vroeg Bunny. "Ik ben Herindrah Parthenos, Marina en ik zijn hartsvriendinnen," zei Herindrah. "En dan komen jullie met zijn tweeën tegelijk op een nieuwe school?" zei Bunny verbaasd. "dat is wel heel toevallig..." "Nou nee," zei Marina, "zie je, Herindrah werd overgeplaatst naar deze school en omdat ik niet achter wilde blijven zonder haar heb ik mijn ouders zover gekregen dat ik meemocht. Als we toch op hetzelfde niveau zitten..." "Aha," zei Bunny, die er niet veel van snapte. Op dat moment ging de bel. "Hollen!" zei Herindrah, en met zijn drieeën holden ze de school in. Bunny kwam als eerste weer naar buiten. Daar trefte ze Ami, Rei, Makoto, Minako, Luna en Artemis. "Hoi Bunny," groette Makoto, "Hoe was je dag?" "Ging wel," zei Bunny. Op dat moment liepen Marina en Herindrah samen voorbij. "Tot morgen!" riep Bunny hen na. "Wie zijn dat?" vroeg Luna. "Marina en Herindrah, twee nieuwe meisjes, hoezo?" antwoordde Bunny. "Ach, zomaar..." zei Luna. "Zijn ze aardig?" vroeg Minako maar. "Hmm, best wel, ik ken ze niet zo goed, vandaag kwamen ze pas voor het eerst in mijn klas." Niemand merkte de vogel op die vlak boven hen vloog, en vervolgens boven Marina en Herindrah bleef zweven. Op dat moment sprong Luna tegen Bunny op. "Luna, wat..." zei Bunny boos. "Kijk, daar," onderbrak Artemis haar. Hij wees met zijn poot naar de lucht: daar waren een soort van demonen verschenen. "Wat zijn dát?" vroeg Ami, "toch niet wéér..." "Het spijt me," zei Luna, "er zit niks anders op dan transformeren. Zij zijn de demonen der elementen, als jullie ze niet bestrijden zullen ze alle elementen opnemen en het leven op aarde onmogelijk maken!" "Kan een andere superheld dit niet doen?" zei Bunny vermoeid. Op dat moment slaakte Makoto een gil. "Jakkes, er zit wat in mijn haar!" "Niet slaan!" zei Minako vlug, toen Makoto wild in haar haren greep. "Het is een vogel!" Een bonte vogel vloog verontwaardigd uit Makoto's haar en sprong toen op Luna's kop. Luna knikte even en ging toen met haar poot over het kopje van de vogel. Die boog zich naar Luna's oor, die aandachtig luisterde. "Goed, ga dan, Orion! Vlug!" zei ze toen. De vogel vloog op en verdween uit het zicht. Artemis spoorde de meisjes aan. "Kom op, transformeer jullie!" "Macht van de Maannevel, verschijn!" "Macht der Mercuriusnevel, verschijn!" "Macht der Marsnevel, verschijn!" "Macht der Jupiternevel, verschijn!" "Macht der Venusnevel, verschijn!" Maar Sailor Moon, Sailor Mercurius, Sailor Mars, Sailor Jupiter en Sailor Venus hadden weinig tijd om zich voor te bereiden, de demonen kwamen angstaanjagend snel dichtbij... Marina en Herindrah zaten op Herindrahs kamer te leren. "Jaha, nou weet ik het wel," zei Marina toen Herindrah haar weer begon te overhoren. Opeens hoorden ze wat tikken tegen het raam. "Wat is dat?" zei Herindrah verbaasd. "weet ik veel, ga jij maar kijken, het is jouw kamer!" zei Marina angstig. "dadelijk is het ook spook ofzo..." "Ach, jij zoekt ook overal het ergste achter," zei Herindrah schamper. Ze stond op om de gordijnen open te doen: die was ze helemaal vergeten vanochtend, door het haasten naar school. "Je zult zien, het is gewoon een tak ofz... AAH!" Herindrah had nog maar net door de gordijnen gekeken, of ze vloog achteruit. "Wat is het?" vroeg Marina. "Gekleurd," zei Herindrah. Heel voorzichtig schoof ze nu de gordijnen open: daar zat de bonte vogel voor het raam. "Ah, een vogel!" zei Marina vertederd, "en daar ben jij bang voor?" "Ach wat, jij dacht eerst toch ook dat het een spook was," bromde Herindrah. De vogel bleef maar tegen het raam tikken. "Doe het raam eens open, misschien heeft hij honger," opperde Marina. Herindrah deed het raam open: de vogel sprong naar binnen. "Jullie zijn Marina Zilvervlerk en Herindrah Parthenos?" vroeg hij gehaast. "WAAH! die vogel praat!" schrok Herindrah. "Geef nou maar antwoord," zei de vogel. "Ja, dat zijn wij," zei Marina bibberig. "Gelukkig,"zei het dier, "ik moet jullie wat belangrijks vertellen." "Vertel op!" zei Herindrah, bekomen van de schrik van een pratende vogel. "Mijn naam is Orion, hoewel mijn bazinnetje me Miki noemt. Ik begeleidt de Neptune Sailors..." "De WAT?" zei Marina. Orion keek verstoord op. "De Neptune Sailors, de vijf strijdsters van Neptunus. En jullie zijn twee van hen." Hij buitelde door de lucht, en twee transformatiepennen vielen op de vloer. Orion gaf elk van hen er een. "Marina, jij bent Sailor Nereïde. Herindrah, jij bent Sailor Triton." Verbaasd keken ze naar de pennen in hun hand. Orion zuchtte. "Maak nu voort, jullie moeten je transformeren. Marina, zeg: Macht der Nereïdenevel, verschijn! Voor jou Herindrah, geldt: Macht der Tritonnevel, verschijn! Schiet nu op, de anderen hebben jullie nodig!" "Macht der Nereïdenevel..." "Macht der Tritonnevel..." "VERSCHIJN!" riepen ze in koor... Sailor Moon en de andere strijdsters hadden ondertussen de grootste moeite om de demonen tegen te houden: die zetten alles op alles om de strijdsters te verslaan, zodat de weg vrij was om de elementen te veroveren. Keer op keer werden ze de lucht in geslingerd, en met pijnlijke stralingen belaagd. Van pure uitputting vielen ze neer. "Ik.... ik kan niet meer," zei Sailor Mercurius. "Ik ook niet," zei Sailor Venus. "We... we moeten niet opgeven," zei Sailor Moon vermoeid. "Je hebt gelijk," zei Sailor Mars, "maar ik heb overal pijn, hoe kan ik dan ooit nog strijden?" "Ik kan niet eens meer opstaan," merkte Sailor Jupiter op. De demonen bereidde de genadeklap voor, maar juist voordat ze geraakt werden door de dodelijke straal... werd die uit zijn baan gehaald door een plotselinge, sterke windvlaag. Iets zwarts sprong voor Sailor Moons gezicht. "Opstaan, Sailor Moon," zei Luna, "Orion heeft hulp meegenomen!" ze knikte naar een gebouw: op het dak stonden twee gedaanten. "Wie zijn dat?" vroeg Sailor Jupiter, toen ze zag waar Luna naar wees. Orion was tevreden naast haar neergestreken. "Wij zijn Sailor Nereïde..." zei de ene gedaante, "en Sailor Triton," vulde de andere aan. Sailor Nereïde maakte een gebaar, en de twee Sailor strijdsters vlogen naar beneden. "Net op tijd," glimlachte Sailor Venus. "Wie zijn jullie?" vroeg Sailor Mercurius. "dat zeiden we toch: Sailor Nereïde en Sailor Triton!" zei Sailor Triton. "Ik bedoel... in jullie normale gestalte," zei Sailor Mercurius. "Marina Zilvervlerk en Herindrah Parthenos," zei Orion vlug. "Wat?!" zei Sailor Moon verbaasd, maar de twee nieuwe Sailor strijdsters kwamen al meteen in actie. "Windvlaag, overwin!" De aanval van Sailor Nereïde blaasde de verbaasde demonen omver. "Tsunami, overwin!" Een enorme vloedgolf van Sailor Triton liet de demonen neervallen. "Geef ze de genadeklap, Sailor Moon!" zei Sailor Nereïde. Sailor Moon stond op. "Maansteen, overwin!" zei ze: de maansteen slingerde de demonen weg, en ze waren weer alleen. De andere Sailor strijdsters stonden ook op. "Bedankt," zei Sailor Jupiter, "precies op tijd!" "Bedankt Orion maar," lachte Sailor Nereïde, "Hij heeft ons op tijd gehaald!" "Eind goed, al goed," zei Sailor Venus. En daar waren ze het allemaal mee eens!
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:07:53 GMT -5
AFLEVERING 202: VRIENDINNEN TOT DE DOOD het offer van Sailor Nereïde en Sailor Triton
Het was een warme, zonnige dag. Bunny, Ami, Rei, Makoto, Minako, Marina en Herindrah gebruikten hun vrije middag om naar het strand te gaan. Bunny, Rei en Makoto lagen op hun handdoeken terwijl de rest hun heil in het water zocht. Na een tijd kwam Minako druipend op het strand. "Kom er ook in joh," zei ze tegen de achterblijfsters. Maar die schudden hun hoofd en bleven rustig liggen. "Dan niet," zei Minako, terwijl ze weer terugdook in het water. De anderen waren aan het overgooien. Herindrah zag Minako aankomen en gooide de bal naar haartoe. "Vangen!" De worp was grandioos mis en de bal vloog met volle vaart in Ami's gezicht. "Gaat het?" vroeg Herindrah geschrokken. Ami lachte en pakte de bal. Ze gooide, maar Herindrah ving hem behendig op. "Wacht maar!" Ami dook onder. "Waar is die heen?" vroeg Marina. Dat werd vrij snel duidelijk toen ze opeens haar evenwicht verloor en kopje onder ging. Proestend kwam ze weer boven, Ami naast haar. "Sorry, verkeerde voet," zei die. Marina grinnikte. Ami keek op haar onderwaterhorloge. "O jee, al zo laat? Ik moet ervandoor, doei!" "Ah toe, blijf nu even," zei Minako. Maar Ami schudde haar hoofd. "Sorry, ik moet leren." "NEE HÈ!" Minako trok een gezicht. Ami liep naar het strand om haar spullen te pakken. Bunny keek haar verbaasd aan over haar zonnebril. "Ga je nu al?" Ami knikte. "Ik moet nog leren. Het is half vijf en ik had eigenlijk om vier uur al thuis willen zijn." "Half vijf? Jemig, dan had ik al thuis moeten zijn," zei Rei verschrikt. Ze pakte haar spullen en liep met Ami mee. "Nou, toen waren er nog maar vijf," zei Bunny. Makoto sloeg haar boek dicht. "Nee, vier," zei ze, "Ik moet er ook vantussen, ik heb een afspraak om kwart voor vijf." Toen verdween ook Makoto. Bunny haalde haar schouders op, legde haar zonnebril weg en ging toen het water maar in. "Gezellig," zei Herindrah, "doen Makoto en Rei niet mee?" Bunny schudde haar hoofd. "Die moesten weg, dus we zijn nog maar met zijn viertjes," zei ze, "wat doen we?" "Overgooien," zei Marina, "vangen!" Net toen ze de bal omhoog gooide, werd het donker. "Hoe kan dat nu?" vroeg Minako, "een zonsverduistering? Of heeft Marina de bal ZO hoog gegooid?" Maar nee, de bal kwam met een plons naast Bunny terecht. "Gaat het soms regenen?" vroeg die. "Ik weet niet." Marina keek omhoog. "Nee, geen wolkje aan de hemel. De zon is weg..." "Zomaar? Het is niet eens avond! Dat geloof ik niet," zei Minako. Ze moest wel, want de zon kwam niet terug. "Ik ga eruit," rilde Bunny, "het wordt koud." "Ja, ik ga ook mee." Minako liep met Bunny mee, op de voet gevolgd door Marina en Herindrah. Zodra ze op het strand waren, holden Luna en Artemis op hen af. Orion vloog vlak bij hen. "Problemen," zei Luna gehaast, "de demonen zijn erg sterk. Ze proberen de zon te veroveren, het sterkste element!" "Ik snap het al," zei Bunny, "Macht van de maannevel, verschijn!" "Macht der Venusnevel, verschijn!" "Macht der Nereïdenevel..." "Macht der Tritonnevel..." "VERSCHIJN!" "Ha, kom maar op," zei Sailor Venus strijdlustig. Plotseling viel er iets met een knal in het water. Golven kwamen metershoog en doorweekten de Sailor strijders. "Wat wás dat?" zei Sailor Moon, die haar natte haren uitwrong. "De demonen!" zei Artemis, "ze weten dat jullie er zijn!" "Wees paraat, maar doe nog niks," zei Orion. Sailor Triton luisterde niet en nam haar houding aan. "Tsunami..." "Nee," zei Luna, "nog niet! WACHT!" "Overwin!" Sailor Tritons Tsunami was sterker dan voorheen, waarschijnlijk omdat ze nu aan het water waren. Zodra de golven bedaarden, leek het rustig. "Zijn ze..." begon Sailor Nereïde. Maar Orion vloog voor hen langs. "Rennen!" De vier strijders gehoorzaamden, maar... "Sailor Triton," riep Sailor Venus, "kom nu!" Maar Luna, die naast haar rende, schudde haar hoofd. "Ze is verloren," zei ze triest, "de demonen zullen haar aanval tegen haar gebruiken, dat overleeft ze nooit." Sailor Triton werd vastgehouden door het water. Tevergeefs probeerde ze vooruit te komen. "HELP!" riep ze angstig. Maar één van de anderen draaide zich om: Sailor Nereïde probeerde haar te hulp te schieten, maar de anderen hielden haar tegen. "Nee," zei Artemis, "doe niks Sailor Nereïde, dan zul jij gespaard blijven!" "HELP!" schreeuwde Sailor Triton weer. De zee achter haar golfde gevaarlijk hoog, en overspoelde haar... Sailor Nereïde rukte zich los uit Sailor Moon en Sailor Venus' greep en holde naar de zee terug. "Sailor Triton!" riep ze, "geef antwoord!" Maar dat kwam er niet. De golven bedaarden weer, en Sailor Triton spoelde bewegingloos aan. Sailor Nereïde knielde naast haar neer. "Opstaan, Sailor Triton!" zei ze. Orion ging naast haar zitten. "Sorry Sailor Nereïde," zei hij zacht, "het is te laat, ze is niet meer..." Luna zag Sailor Nereïdes gezicht en ze kwam in actie. "Doe niks voordat ik terugben," zei ze, en ze holde weg. Maar Sailor Nereïde kon de dood van Sailor Triton niet zomaar over haar kant laten gaan. Ze stond razend op. Tranen vloeiden uit haar ogen. "KOM MAAR OP, STELLETJE STOMMELINGEN!" gilde ze tegen de zee. "JULLIE NAMEN MIJN VRIENDIN AF, NU KRIJG JE MET MIJ TE MAKEN!" Uit de zee schoten zes demonen, die razendsnel op Sailor Nereïde af kwamen. "Windvlaag, OVERWIN!" schreeuwde die. Vlak voordat de demonen haar grepen, versloeg ze één van hen. Toen verdween Sailor Nereïde in de golven. Sailor Nereïde spoelde naast Sailor Triton aan. "O mijn god, nee," fluisterde Sailor Moon, "nee!" Ze probeerde hen weg te slepen, maar de demonen namen geen pauze en stortten zich op Sailor Moon en Sailor Venus. Het leek hopeloos, maar... "VUURBAL, OVERWIN!" Luna was terug, en ze had Sailor Mars, Sailor Jupiter en Sailor Mercurius bij zich. De vuurbal van Sailor Mars zorgde ervoor dat ten minste één demoon uitgeschakeld werd. Nu kwam de rest in actie. "Donderslag, overwin!" "Zeepbellen, overwin!" "Sikkelstraal, overwin!" De laatste nam Sailor Moon voor haar rekening. Vlak voordat hij kon aanvallen, wierp ze haar diadeem. "Maansteen, overwin!" De maansteen raakte de demoon en hij verdween. Zodra het weer rustig was, kwam de zon terug. De strijdsters gingen naast Sailor Nereïde en Sailor Triton zitten. Sailor Moon snikte, en ook de anderen hadden het er moeilijk mee. Sailor Mercurius keek plotseling Luna, Artemis en Orion aan. "Aan jullie gezichten te zien weten jullie of we hun kunnen helpen," zei ze, "heb ik gelijk of niet?"
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:08:17 GMT -5
AFLEVERING 203: NIEUWE KANSEN een herrijzing
"Eh, nou eh..." hakkelde Luna. "Jullie weten dus wat?" zei Sailor Moon, die verbaasd naar de drie dieren keek. Ook de anderen keken op. "Het is te zeggen," zei Artemis voorzichtig. "Maar het is gevaarlijk," zei Orion, "als je het verkeerde moment pakt of je doet ook maar een detail fout, dan is het voor eeuwig te laat." "We doen niks verkeerd, heus," zei Sailor Mars, "vertel nu maar!" "Goed dan." Orion schraapte zijn keel. "Allereerst: Sailor Nereïde en Sailor Triton zijn geen gewone Sailor strijders. Het zijn twee van de vijf Neptune Sailors, zij komen van Neptunus in plaats van de maan, zoals jullie wel zijn. Daarom hebben we de kracht van Neptunus nodig om ze weer tot leven te wekken." "Maar," zei Luna, "dat moet exact op het juiste moment gebeuren, en de demonen maken het jullie ongetwijfeld moeilijk." "Dat maakt niet uit," zei Sailor Jupiter, "wij kunnen ze makkelijk aan!" "Ga verder," spoorde Sailor Venus aan. Artemis ging verder. "Kijk, op dit moment is hun lichaam gestorven maar hun zielen leven nog. Die kunnen terugkeren in hun lichamen als Neptunus gunstig aan de hemel staat. Dat is vannacht. Het moet om precies middernacht gebeuren. Eén seconde te laat en ook hun zielen zullen sterven." Ze waren even stil. Toen nam Sailor Mercurius het woord. "En wat moeten we dan precies doen?" "Nou, ALS jullie doorzetten," zei Orion, met grote nadruk op 'als', "dan moeten jullie voor water, voor Sailor Triton, en lucht, voor Sailor Nereïde, zorgen." "Maar ze moeten op de plaats waar ze nu liggen blijven," zei Artemis, "dat kan moeilijk worden, de demonen zijn nu op oorlogspad nu jullie zoveel van hen verslagen hebben. Ze zullen het ongetwijfeld proberen te voorkomen." "Hoeveel demonen zijn er dan?" vroeg Sailor Moon. Luna keek naar haar. "Vijfentwintig," zei ze, "en jullie hebben er al tien verslagen. De vijftien nieuwe echter..." ze kuchtte. "Enfin, laten we het daar maar niet over hebben." "Inderdaad," zei Sailor Jupiter, "we moeten er nu eerst voor zorgen dat Sailor Nereïde en Sailor Triton straks weer leven." "Moet er niet iemand bij blijven?" zei Sailor Mars, "ik bedoel, misschien komen de demonen of vind iemand ze..." "Gelijk heb je," zei Sailor Moon. "Het is nu vijf uur," zei Sailor Mercurius, die op haar horloge keek. "Als Luna, Artemis en Orion nu tot zeven uur blijven, dan wisselen wij om het uur af." "Waarom moeten wij eerst?" klaagde Orion. "Omdat jullie ongemerkt weg kunnen blijven," zei Sailor Venus, "wij kunnen dat niet." "Ik wel dan! Je kent mijn baasje nog niet." Orion strekte zijn vleugels. "Nou ja, ik zal het proberen. En anders hebben we Luna en Artemis in de reserve." Het was bijna middernacht. Sailor Moon, die als laatste de wacht hield en de anderen moest waarschuwen, knikkebolde van de slaap. Ze was zo moe, kon ze niet even gaan slapen? Haar ogen vielen al dicht... Luna keek op de klok: vijf voor twaalf. Ze moest maar eens gaan. Ze trof een slapende Sailor Moon aan, maar dat was nog niet het ergste... Het was bijna twaalf uur en er was verder niemand! Wat nu? Het zou te veel tijd in beslag nemen om de rest nu nog te gaan halen. Waarom was Sailor Moon dan ook niet wakker gebleven? Een witte schim doemde voor haar op. "Hallo Luna," zei Artemis, "waar zijn de strijders?" Luna zuchtte. "Ze zijn niet op komen dagen omdat Sailor Moon in slaap is gevallen." Orion vloog boven hen hoofd als een schim en ging toen bij de twee katten zitten. "Maak Sailor Moon dan wakker," zei hij. Hij had alles gevolgd vanuit de lucht. "Laat haar het eerste stuk doen, dat kan alleen. Ik haal de rest zo snel mogelijk!" Luna knikte en Orion ging er vandoor. Luna probeerde Sailor Moon wakker te porren. "Mama, ik wil nog niet opstaan," kreunde ze. "Wakker worden Sailor Moon, het is bijna middernacht!" zei Luna dringend. Opeens was Sailor Moon klaarwakker. "WAT? En dat zeg je nu pas?" zei ze. Luna zuchtte. "Ach, laat ook maar. Heb je nog wat gezien?" Sailor Moon schudde haar hoofd. "Nee, maar ik heb wel een tijd geslapen..." "O nee!" zei Artemis, "de demonen komen!" Hij had gelijk, een stuk of vijf demonen - het was moeilijk te zien in het donker - kwamen op hen af. Sailor Moon aarzelde niet. "Maansteen, overwin!" De demonen waren even uitgeschakeld. Op dat moment begon de klok in de buurt te luiden. BONG. "Sailor Moon!" riep Luna, "zorg dat Neptunus' kracht Sailor Nereïde en Sailor Triton kan bereiken voordat de laatste slag klinkt!" BONG. Slag twee. Sailor Moon rende naar de levenloze lichamen, die nog altijd half in zee lagen. "Wat moet ik doen?" BONG. "Open hun monden en roep: Neptunus, planeet der Neptune Sailors, laat Sailor Nereïde en Sailor Triton herrijzen," hoorde ze. Het was Orion, die kwam aanscheren. "De rest is onderweg." Nauwelijks had hij dat gezegd of Sailor Jupiter, Sailor Mars, Sailor Mercurius en Sailor Venus kwamen aangerend. BONG. Vier slagen. Sailor Moon opende vlug de monden van Sailor Nereïde en Sailor Triton. "Wind en water is bij de hand," zei Luna, "dus zeg je tekst Sailor Moon!" BONG. "Neptunus, planeet der Neptune Sailors, laat Sailor Nereïde en Sailor Triton herrijzen!" BONG. Zes... De demonen kwamen bij en ze slopen op de strijders af. Sailor Jupiter draaide zich juist op. "Wat..." Maar de demonen grepen haar vast en sleurden haar mee, voordat ze meer kon zeggen. Hoog in de lucht hervond Sailor Jupiter haar stem. "HELP!" BONG. BONG. Zeven en acht. Orion reageerde razendsnel. Hij vloog op en pikte naar de demonen, die van schrik Sailor Jupiter lieten vallen, die zacht neerkwam op het strand. BONG. De demonen pakten Orion nu. "ORION!" riep Sailor Jupiter. Maar Luna hield haar tegen. "Jullie moeten bij de laatste slag compleet zijn!" BONG. Tien... Het was nu een race tegen de klok in. De vijf sailor strijders hadden zich rondom de twee Neptune Sailors verzameld. BONG. "Nog even," zei Artemis snel, "en dan moeten jullie je krachten gebruiken om Neptunus te laten schijnen!" "Waar heb je..." BONG. De laatste slag onderbrak Sailor Mercurius. "Jullie aanvallen richting hemel!" zei Luna, "NU!" "Donderslag..." "Sikkelstraal..." "Vuurbal..." "Zeepbellen..." "Maansteen..." "OVERWIN!" De verschillende aanvallen flitsten de hemel in. Plotseling werd het helder, en de demonen, die Orion wilden ontvoeren, werden verblind door het licht. Ze gloeiden en verdwenen. Het licht verdween, maar plotseling leek één van de sterren aan de hemel te groeien. Al gauw had hij de grootte van de zon bereikt, maar hij scheen blauw. "Neptunus!" zei Orion vanuit de lucht, "het is jullie gelukt!" Het licht van Neptunus scheen over de lichamen van Sailor Nereïde en Sailor Triton. De vijf strijders zagen twee kleine lichten uit Neptunus komen. Die lichten dansten even over de monden van Sailor Nereïde en Sailor Triton, en verdwenen toen. Het licht van Neptunus doofde en de planeet kromp weer tot normale grootte. Iedereen wachtte vol spanning af. DONG. De klok van half één en er was niks gebeurd. Orion zuchtte. "Ik geloof dat het niet gelukt is," zei hij, "de zielen waren te laat..." Op dat moment knipperden Sailor Nereïde en Sailor Triton met hun ogen. Sailor Nereïde kreunde. "Wat is er gebeurd?" zei ze. Sailor Triton kwam overeind. "Au, mijn hoofd! Hoe lang heb ik geslapen?" zei ze, "en waar zijn de demonen..." "Het is voorbij," zei Sailor Moon, "ze zijn voorlopig verslagen, en jullie zijn weer terug!"
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:08:36 GMT -5
AFLEVERING 204: VALENTIJNSDAG Marina's ware liefde/nieuwe krachten
Herindrah las onder wiskunde haar Valentijnskaarten, die ze die ochtend in de brievenbus had gevonden, nog eens door. Marina, die ijverig aantekeningen zat te maken, zag het en stootte Bunny achter hen giechelend aan. "Hé Herindrah, geef eens," zei die zachtjes. Herindrah zei niks. Marina viste ze uit Herindrahs handen. Marina las ze en gaf ze grinnikend door aan Bunny. "Geef terug!" zei Herindrah boos. Op dat moment ging de bel. Bunny grinnikte nu ook, maar ze gaf ze wel terug. Herindrah borg de kaarten zorgvuldig op en wierp Marina een boze blik toe. "Geintje," zei die vlug. "Jaja," zei Herindrah, terwijl ze naar huis liepen via het park. "Volgens mij doe je gewoon zo kinderachtig omdat jij zelf geen kaarten krijgt." Marina grijnsde. "Hoe weet jij dat?" Herindrah bleef even staan. "Ik zei maar wat. Dus je hebt echt geen kaarten gehad?" "Wat denk jij nou?" Marina grinnikte. Herindrah trok even haar wenkbrauwen op. "Nou, ik dacht dat je er wel een stuk of wat had gehad." "Niet dus." Marina staarde afwezig in de verte. Herindrah begon maar over wat anders. "Snap jij wat van wiskunde? Ik snap niet hoe ik die stelling van... Hé luister je wel?" Ze zwaaide voor Marina's gezicht. Die reageerde niet. "Wat heb jij ineens?" "Sorry, zei je wat?" "Laat ook maar." Ze liepen een tijdje zwijgend door. Op dat moment vloog ineens Orion op hen af: hij kon maar net op tijd afremmen of Herindrah had zijn vleugel in haar oog gekregen. "Kijk een beetje uit wil je," mopperde Herindrah, "ik wil nog wel een tijdje zien weet je." "Sorry," zei Orion, "maar ik heb jullie nodig. Ik kan maar even blijven, want sinds jullie herrijzing houd mijn bazinnetje me extra goed in de gaten." Hij keek even om zich heen, en ging toen verder. "Luister. De demonen zijn van plan om mensen te gebruiken bij het veroveren van de elementen. Jullie twee moeten dat voorkomen, en snel want ze kunnen hier elk moment aankomen." "Waarom wij?" klaagde Marina, "wij zijn pas net sailor strijders, de anderen kunnen het veel beter doen dan wij!" "Ja, bovendien zijn hun met meer," zei Herindrah. Orion keek hen aan. "Jullie herrijzing heeft veel van hun krachten gekost. Ze moeten echt een maand rust hebben. Het hangt van jullie af. Maar ik moet nu echt gaan! O, en vertrouw op je krachten," zei hij voordat hij wegvloog. "Ahum, zullen we ons dan maar transformeren?" zei Herindrah. Marina knikte. "Macht der Nereïdenevel..." "Macht der Tritonnevel..." "VERSCHIJN!" Dat was geen moment te vroeg: ze waren nog maar net getransformeerd of ze zagen al flitsen in het midden van het park. "Dat zijn ze, kom mee," zei Sailor Triton. "Dit gaat sneller." Marina maakte hetzelfde gebaar als toen ze bij de eerste keer op het dak stonden. Razendsnel vlogen de Neptune Sailors naar de plek des onheils. Een vijftal demonen was geland, en ditmaal richtten ze zich niet op elementen maar op een voorbijganger. "TSUNAMI, OVERWIN!" De demonen hadden hen niet aan zien komen en werden verrast door de aanval van Sailor Triton. Sailor Nereïde ontfermde zich over de voorbijganger, een jongen van hun leeftijd. Ze herkende hem... Ze schudde haar hoofd. Dat kon niet, ze had hem nog nooit gezien. Maar toch, in het verleden... Op dat moment verloor Sailor Triton haar krachten en de demonen kwamen op hen af. "Doe wat Sailor Nereïde!" riep Sailor Triton, "ik kan ze niet meer stoppen!" Op dat moment zag Sailor Nereïde een soort visioen. Een zachte wals op de achtergrond, een dans... voor het goed en wel tot haar doordrong zag ze hoe de demonen de jongen vasthielden. "WINDVLAAG, OVERWIN!" De aanval leidde de demonen even af, maar niet lang. Het had geen zin, het was hopeloos... Opeens hoorde ze een zachte stem in haar hoofd. "draaikolk, gebruik draaikolk," zei de stem, "je nieuwe aanval..." Goed. Ze vertrouwde erop. "DRAAIKOLK, OVERWIN!" Uit haar handen spoot water, dat in de vorm van een draaikolk de demonen te lijf ging. Sailor Triton keek verbaasd toe. "Hoe deed je..." Op dat moment hoorde zij dezelfde stem in haar hoofd. "Stoomspuit, gebruik stoomspuit, je nieuwe aanval..." "STOOMSPUIT, OVERWIN!" Water schoot ook uit haar handen, maar te oordelen naar de plotseling rode huid van de demonen was het kokend heet. Drie werden er verslagen, maar twee waren sterker dan de anderen en ze vuurden vlammen op hen af. Sailor Tritons Stoomspuit haalde nu nog maar weinig uit, evenals Sailor Nereïdes draaikolk. De demonen stortten zich op de jongen, maar Sailor Nereïde sprong voor hem voordat ze ook de vlammen op hem konden afvuren. In plaats daarvan schroeiden ze haar, het werd heet... Opeens wist ze de naam van de jongen: Riko, en in het verleden waren zij samen geweest... Ze wist niet hóe ze het wist, maar toch. De demonen hielden op en Sailor Nereïde stortte ter aarde. "Wat..." hakkelde Sailor Triton. Sailor Nereïde was gaan gloeien, als een groot uitgevallen dwaallicht. Ze zweefde omhoog en sloeg haar ogen op: intens wit licht bestraalde de demonen, die maakten dat ze wegkwamen...
"Wat deed je?" vroeg Herindrah, toen ze terugliepen. Marina keek afwezig op. "Wat?" "Nou, dat stralen enzo. Ik dacht echt even dat je... Nou ja." Herindrah keek haar aan. "Is er iets? Je bent zo afwezig." "Ach Herindrah," verzuchtte Marina, "weet je..." En ze vertelde wat ze in het visioen had gezien. Herindrah knikte begrijpend. Marina ging op een bankje zitten. "Kun je me even alleen laten?" "Oké. Tot zo dan." "Tot zo." Ze staarde voor zich uit. Vreemd toch, Herindrah had haar moeten vertellen van dat stralen enzo, ze had het niet eens echt meegemaakt... Het hele gevecht was vreemd geweest, toegegeven. "Hallo." Ze keek op, recht in de ogen van... Riko. Hij glimlachte. "Mag ik naast je komen zitten?" "Natuurlijk, Riko." Marina sloeg haar ogen neer en kreeg een kleur. "Bedankt voor je redding," zei hij. "O... Graag gedaan..." Ze lachte zenuwachtig. "Zeg eens, Marina..." "Hoe weet je mijn naam?" zei ze verbaasd, "Ik heb je nooit verteld hoe ik heet!" "Nee, dat is waar," zei hij, "maar ik heb jou mijn naam ook nooit verteld, en die wist je wel, is het niet?" "Ja, ik herinner me je uit het verleden." Dat was ze helemaal niet van plan geweest te zeggen! "Ik ken jou ook." Jemig... Ze zaten een tijdje zwijgzaam naast elkaar. Toen stond Riko op. "Het spijt me, ik moet gaan. Zie ik je nog?" "Ja, natuurlijk!"
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:09:03 GMT -5
AFLEVERING 205: STRIJDER VAN DE LIEFDE Sailor Love maakt haar entree
Bunny, Ami, Makoto en Herindrah waren bij elkaar gekomen. Luna, Artemis en Orion hadden hen bij elkaar proberen te roepen. "Waar is de rest eigenlijk?" vroeg Ami, die opkeek van haar wiskunde. "Marina heeft een afspraakje, driemaal raden met wie," zei Herindrah smalend, "en ik geloof dat Rei moest werken in de tempel." "Minako zou er wel moeten zijn," zei Artemis, "ik heb het haar tot drie keer toe gezegd dat we vanmiddag bij elkaar zouden komen." "Ja, waarom eigenlijk?" zei Minako, die lachend aan kwam fietsen. "Sorry, ik was het vergeten." Bunny keek haar aan. "Waar heb jij gezeten?" vroeg ze, "je ziet er niet echt schoon uit." Ze had gelijk, Minako's haar was verwaaid en haar rok zat vol moddervlekken. "Uitgegleden," grijnsde ze, "geslipt door de haast." "Goed, waarom moesten we nu per se bij elkaar komen?" zei Makoto, "je hebt het me nadrukkelijk verteld Luna, iets te nadrukkelijk." "Dat komt omdat de demonen steeds sterker worden," zei Marina, die met Rei aan kwam lopen, "dat zei Orion me." "Waar komen jullie vandaan? Ik dacht dat jullie niet konden komen," zei Ami. "Ik kon eerder weg," zei Rei. "Ja, en ik heb gezegd dat jullie op me zaten te wachten," zei Marina, "dus ik hoop dat het dringend is Orion." "Dat is het zeker." Orion schoof ongemakkelijk heen en weer. "Gisteren is een demoon bij mij in huis geweest weet je, hij dacht dat mijn bazin tot de Neptune Sailors behoorde en hij wilde haar wurgen in haar slaap. Ik kon hem wegkrijgen maar ik durf te wedden dat ze het hier niet bij laten," zei Orion, "ik denk dat ze vermoeden dat ze een Neptune Sailor is omdat ik haar vogel ben. Dat is niet waar, ze vond me gewoon, twee jaar geleden toen ik een aanval van het Rijk der Duisternis maar op het nippertje overleefd had. Ze kan geen Sailor strijder zijn, want dan was het mij verteld geweest." "Het hoeft niet," merkte Artemis op, "het is echter niet onmogelijk." Op dat moment kwam er een meisje aangerend, en de dieren hielden vlug hun mond. Ze keek naar Orion. "Daar ben je dus," zei ze, "ondeugd." Ze pakte Orion op, die hulpeloos naar de meisjes keek. Het meisje keek hen glimlachend aan. "Sorry voor de overlast, Miki ontsnapt zo vaak de laatste tijd," zei ze. "Miki? Het is toch O..." Zes handen beletten Bunny ervan om Orion te zeggen. Het meisje glimlachte. "Ik ben Kylia Moantri, en wie zijn jullie?" "Bunny Tsukino, Ami Mizuno, Makoto Kino, Rei Hino, Minako Aino, Marina Zilvervlerk en Herindrah Parthenos," somde Rei wijzend op. "Aangenaam." Kylia keek naar de kerkklok in de verte. "O jee, ik moet ervan tussen, doei!" En ze liep weg, met Orion - of was het Miki? - in haar handen. Het was al avond en Bunny lag al lang en breed in bed toen Luna op haar hoofd sprong. "Au, Luna," zei ze boos terwijl ze over haar hoofd wreef, "was dat nu echt nodig?" "Anders kreeg ik je niet wakker," zei Luna haastig, "je moet nu echt opstaan Bunny, de rest wacht buiten al op je!" Bunny kwam gapend overeind en keek op de wekker."Half twaalf! Luna, je bent niet goed snik." "Die demonen zijn niet goed snik bedoel je. Ze vallen Kylia weer aan en ditmaal is Orion uitgeschakeld!" "WAT?" Bunny was opeens klaarwakker en binnen een mum van tijd stond ze beneden. De rest was er ook al. Ze kwamen al snel, getransformeerd en wel, aan bij de buitenwijken van de stad, waar Kylia woonde volgens Artemis en Luna. In één van de huizen brandde nog licht. "Daar moeten we zijn," zei Luna. De strijders aarzelden geen moment maar kwamen door een openstaand raam - met behulp van de vliegkracht van Sailor Nereïde - binnen. Geen moment te vroeg: Kylia werd in de greep van dezelfde demonen gehouden als die op Valentijnsdag toe hadden geslagen. Kylia probeerde te schreeuwen maar ze werd gesmoord door de tentakels van een demoon. Orion lag slap in de hoek; hij was naar Artemis gevlogen om te waarschuwen, maar was door de demonen uitgeschakeld. "MAANSTEEN, OVERWIN!" riep Sailor Moon al meteen. De greep van de demonen verzwakte en Kylia liet zich op de grond vallen. Op dat moment begon Orion weer te bewegen en hij vloog naar Kylia toe. "Kylia, jij bent tóch een nieuwe Sailor strijder," zei hij toen. Kylia, die de schok van de demonen nog maar nauwelijks te boven was, kreeg er nog een schok bovenop toen ze haar vogel hoorde praten. "Miki! Je...je praat," stotterde ze. "Eigenlijk heet ik Orion," zei Orion gehaast, "maar dat doet er nu niet toe. Kylia, jij bent de derde Neptune Sailor." "Wat?" zei Kylia. "WAT?" riepen Sailor Nereïde en Sailor Triton uit, die met een demoon in gevecht waren. "De strijders van Neptunus," zei Orion vlug, "zijn met zijn vijfen, en jij bent de derde, Sailor Love, samen met Sailor Nereïde en Sailor Triton." Hij maakte een iethingy stuntelige salto en een transformatiepen met een hart erop verscheen. "Houd deze omhoog en roep: "kracht van de liefde, verschijn!" Kylia was nog steeds een beetje ondersteboven van alles, maar ze pakte toch de pen op. "KRACHT VAN DE LIEFDE, VERSCHIJN!" Toen stond daar, in Kylia's plaats, een strijder in het rood en wit. Ze keek strijdlustig naar de demonen. "Geloof in de kracht van de liefde, stelletje demonen," zei ze, "Mijn naam is Sailor Love, strijdster van liefde en in de naam van de liefde zal ik jullie bestraffen!" Ze hield haar handen voor haar hart. "Liefdesstraal..." Een gouden hart verscheen. "OVERWIN!" Het hart flitste op de demonen af en verschroeide hen. Binnen een mum van tijd was Sailor Loves kamer demoon-vrij. Orion vloog naar haar schouder. "Goed gedaan Sailor Love." Sailor Love glimlachte. "Graag gedaan Mi.. eh... Orion." De volgende dag kwamen Herindrah en Marina Kylia tegen op de gang op school. "Hoi Kylia," groette Herindrah, "je was geweldig gisteren." Kylia glimlachte. "Jullie waren er ook hè? Jij was Sailor Triton, nietwaar Herindrah? En jij Sailor Nereïde." Marina knikte. "Hoe weet je dat?" Kylia grinnikte. "Vertel nooit een geheim aan Orion," vertrouwde ze hen toe, "hij kletst het gegarandeerd door!"
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:09:40 GMT -5
AFLEVERING 206: KYLIA'S GEHEIM Het verleden van Kylia
Zodra ze het lokaal uitliepen gingen Marina en Herindrah elk een kant op: Herindrah op weg naar huis en Marina naar de andere kant. "Tot morgen!" riep Marina haar na. Herindrah zuchtte. Sinds Marina Riko ontmoet had, spraken ze zo ongeveer elke dag wat af. Herindrah zag haar vriendin zowat alleen maar in de klas. Gezellig hoor. Op dat moment hoorde ze Kylia. "Hé Herindrah!" zei ze vrolijk, "wat kijk je sip?" "Ach, Marina heeft weer een afspraakje met je weet wel wie," zei Herindrah somber, "kan ik weer in mijn eentje huiswerk maken." "Ga dan met mij mee," zei Kylia, "ik zit anders ook maar in mijn uppie." Herindrah lachte. "Oké dan!" Kylia's kamer was hersteld van de aanval van de demonen. Kylia plofte neer op bed en gooide haar tas in de hoek. Herindrah volgde haar voorbeeld en ging naast haar zitten. "Ik wist eigenlijk helemaal niet dat je bij ons op school zat," zei Herindrah. "Val ik zo weinig op?" grinnikte Kylia, "ik woon hier toch al ruim 2 jaar hoor." "Ik woon hier al mijn hele leven maar ik zit pas een paar maanden op deze school," zei Herindrah, "ik zag het niet meer zitten op mjin oude school en toen ben ik met Marina naar deze school gekomen." "Bevalt het je hier beter?" vroeg Kylia. "Natuurlijk," zei Herindrah, "iedereen is hier zo aardig, heel anders dan op mijn vorige school." "Gelukkig maar." Even zwegen ze allebei. Toen pakte Kylia haar agenda. "Ik moet nog drie vakken maken, en jij?" Herindrah zuchtte. "Vijf vakken maken en leren voor twee proefwerken voor morgen," zei ze, "soms baal ik wel eens om op het gymnasium te zitten." "Ja, ik kan het me voorstellen," zei Kylia, "ik zit op het vwo en dat is goed genoeg voor mij." Een tijdje zaten ze te pennen, totdat Kylia haar boeken dichtsloeg. "En nu nemen we even pauze," zei ze, "iets drinken?" "Nou graag!" Even later zaten ze in de kamer beneden wat te drinken. "Heb jij eigenlijk nog familie?" vroeg Herindrah. "Nee, ik ben enigst kind, en jij?" "Ik ook," zei Herindrah. Ze zwegen weer. Orion keek vanuit zijn kooi geïnteresseerd toe. "Heb je een vriend?" vroeg Herindrah, en tot haar verbazing keek Kylia opeens heel verdrietig. "Ja," zei ze, "maar ik heb hem al twee jaar niet meer gezien, al sinds we verhuisd zijn niet meer." Ze klapte dicht en dronk haar drinken op. "Zullen we weer naar boven gaan?" Ze hadden hun huiswerk al een tijdje af. Ze hadden zowat alle onderwerpen gehad, maar telkens als Herindrah naar Kylia's verleden vroeg begon die over wat anders. "Weet je zeker dat je er niet over praten wilt?" vroeg Herindrah. "Ik wil er wel over praten," zei Kylia, "maar ik vind het zo moeilijk..." "Vertel maar als je het wilt," zei Herindrah. Kylia schraapte haar keel en glimlachte even. "Goed dan." "Ik ben aan de andere kant van het land geboren en daar opgegroeid.Toen ik nog maar net in de brugklas zat, was Hamira mijn hartsvriendin. Op een dag kwamen we een jongen tegen, en aangezien Hamira het niet kon laten om te koppelen, had ik algauw een afspraakje met hem. Zijn naam was Cadimo en het klikte al meteen zo goed dat hij me verkering vroeg. Ik zei meteen ja. Maar een half jaar later echter kreeg mijn vader hier een baan. We moesten verhuizen..." Kylia slikte even en ging toen verder. "Ik vond het vreselijk, dat snap je. En toen bij het afscheid, kreeg ik mijn eerste kus... Dat maakte het alleen maar moeilijker en als ik hier toen Mi.. eh... Orion niet had gevonden was ik echt verbitterd geweest," besloot ze. Herindrah snapte het nu wat beter, en ze wist nu opeens ook waarom Kylia Sailor Love was en niet naar een maan was vernoemd, zoals Marina en zij. Op dat moment begon Orion zich ermee te bemoeien. "Kylia heet niet alleen dáárom Sailor Love," zei hij, "ik vind dat je maar eens moet vertellen van je eerste verleden Kylia." Kylia knikte. "Goed dan." In het verleden leefde ik als Mikia in het Land achter de Maan. Daar was eeuwig vrede totdat kwade machten zich tot het Land doordrongen. Ik was uitverkoren om ze te verslaan, en dat deed ik met de kracht van de liefde. In die tijd... Nou, toen was Cadimo er ook... Ik kreeg echter een straal in mijn hart en daar bezweek ik aan. Mijn moeder heeft er toen voor gezorgd dat alleen de doden nog naar het Land achter de Maan kunnen," besloot Kylia. Herindrah zweeg verblufd. "Net als jullie nu naar dat Land zullen gaan," klonk opeens een rauwe stem. Orion piepte. "Een demoon! Transformeer jullie!" Ze aarzelden geen seconde. "Macht der Tritonnevel..." "Kracht van de liefde..." "VERSCHIJN!" Op dat moment flitste er allerlei stralen hen om de oren. "Nee, niet weer," kreunde Sailor Love, "ik was blij dat ik als Mikia..." Maar ze hield stand. "Liefdesstraal, overwin!" Maar de demoon lachte honend en weerde Sailor Loves liefdesstraal weg. "Tsunami, overwin!" riep Sailor Triton, maar ook haar tsunami werd weggevaagd. "O nee!" riep Sailor Love. Toen streek Orion neer. "Geen paniek," zei hij, "val tegelijkertijd aan!" "Liefdesstraal..." "Tsunami..." "OVERWIN!" Dit had succes: de demoon werd getroffen omdat hij niet twee aanvallen tegelijk kon afweren en dat werd zijn ondergang. Hij was verslagen. "YES!" Sailor Triton kletste haar handen tegen die van Sailor Love aan. Marina trefte Herindrah op straat. "Waar heb jij gezeten?" vroeg ze, "je ziet er behoorlijk verwaaid uit." "Dat is een lang verhaal..."
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:10:14 GMT -5
AFLEVERING 207: OP HET NIPPERTJE de fatale ruzie tussen Marina en Herindrah
Het was een koele middag, maar niet overal... Vanuit een huis klonk zoveel lawaai dat zelfs Ami uit haar boek opkeek. Het was het huis van Herindrah en zo te horen had ze flinke ruzie. Ze kon het buiten volgen, en ook Luna keek verbaasd op. "Nou ben ik het zat!" schreeuwde Herindrah, "dat gezeur ook altijd! Ik ben wel je vriendin hoor, ik zie je nooit!" "Daar kan ik toch niets aan doen?" schreeuwde een andere stem. "Volgens mij is dat Marina," merkte Makoto verbaasd op, "hebben die twee ruzie?" Bunny haalde haar schouders op. "Ik ga me er niet mee bemoeien hoor!" Kylia staarde naar boven. "Volgens mij is het nogal menens," zei ze, "ik heb ze wel eens horen kibbelen maar nog nooit..." "BEKIJK HET MAAR!" hoorden ze Marina krijsen, "dan ben ik je vriendin niet meer! En denk maar niet dat ik nog met jou zal strijden! Adieu!" "GA MAAR," riep Herindrah, "MAAR DENK MAAR NIET DAT IK JE DAN NOG WIL ZIEN!" Er klonk gestamp. "O, o... Wegwezen, volgens mij komt Marina naar buiten," zei Makoto, "dan weet ze dat we ze gehoord hebben." Marina gooide de deur open en liep hen straal voorbij, zo woest als ze keek. Bunny, Ami, Makoto, Luna en Kylia keken haar verbaasd na. "Dat is wat je noemt flinke mot," zei Kylia, "moeten we er niet achteraan?" Bunny keek haar aan. "Waarom zouden we?" "Nou, als ze niet meer met elkaar willen strijden hebben we een probleem," zei Orion, die opeens boven hun vloog. "De Neptune Sailors zijn ontwaakt om tegen de demonen te strijden, zodat de andere sailor strijders het wat rustiger aan kunnen doen... Maar als twee weigeren om met elkaar te strijden hebben we een probleem. Zodra de Neptune Sailors verenigd zijn moeten ze de Neptunusprinses redden en dat kan niet als ze niet compleet zijn!" Kylia staarde hem aan. "Neptunusprinses? Daar heb je niks van gezegd!" Orion streek op haar schouder neer. "Ik zou het eigenlijk pas zeggen als we de laatste Neptune Sailor hadden gevonden, maar dit is een noodgeval," zei hij, "je moet die ruzie op zien te lossen!" "Ik ga me niet met hun ruzie bemoeien hoor," zei Bunny, "de lucht klaart wel weer op." Luna keek haar aan. "Spreek je uit ervaring ofzo?" Bunny keek haar niet-begrijpend aan. "Hè?" "Ik bedoel jou en Rei," zei Luna. "Oooooo..." gromde Bunny. Op dat moment hoorden ze Herindrah roepen: "Hoe lang staan jullie daar al?" "O jee, nu krijgen we het," zei Ami. Herindrah keek nogal boos. "Stonden jullie ons af te luisteren?" "De hele straat kon al meegenieten," riep Makoto, "dus waarom niet? We hadden het thuis ook wel kunnen horen." "Waar gaat het over?" riep Kylia nu, "misschien kan ik helpen!" Herindrah gromde iets. Orion vloog omhoog, maar ze klapte het raam dicht. "Ik geloof niet dat ze hulp wil," zei hij nogal overbodig. "Je meent het," zei Bunny, "ik ga naar huis hoor, het is etenstijd!" Ook Ami en Makoto gingen ervandoor, zodat Kylia alleen overbleef met Orion. Ze keek haar vogel schuin aan. "Misschien wil Marina wel praten?" opperde ze. Orion streek neer bij een groot huis. "Hier woont ze." Kylia knikte. "Goed dan." Ze drukte op de bel. Na een minuut of vijf verscheen er nog niemand, dus ze belde nog een keer. Er klonk een hoop gestommel. "Wie is daar?" riep Marina toen achterdochtig, "als je Herindrah bent dan ben ik niet thuis!" "Ik ben het, Kylia," riep Kylia, "wil je opendoen? Ik moet je spreken!" Marina bromde wat en deed toen voorzichtig de deur van het slot. Vanuit de kier keek ze Kylia aan. "Je bent alleen," stelde ze vast, "kom binnen." Kylia stapte de huiskamer binnen en Marina plofte neer. "Waar wilde je over praten?" "Over die ruzie," zei Kylia, "misschien stelt het helemaal niks voor maar..." "Als je daarover komt zeuren had je jezelf de moeite kunnen besparen," zei Marina, "ik praat niet meer over Zij Zonder Naam." "Je bedoelt Herindrah dus," zei Kylia koeltjes, "waarom hebben jullie ruzie?" "Nogmaals, ik praat niet meer over en zeker niet mét Zij Zonder Naam," vloog Marina op, "ga maar." Even later stond Kylia weer buiten. Orion vloog vanuit de dakgoot op haar schouder. "En?" vroeg hij. Kylia zuchtte. "Het is erger dan ik dacht," zei ze, "ze zette me er zonder pardon uit toen ik over Herindrah begon en ze wilde haar niet eens bij naam noemen, ze noemt Herindrah Zij Zonder Naam. Ik hoop dat het maar tijdelijk is." "Anders ik wel," zei Orion. Het was avond en Marina lag in het donker in bed. Ze sliep niet, maar staarde somber voor zich uit. Misschien had Kylia gelijk, dacht ze, en stel ik me aan. Maar Herindrah had ook wel... Op dat moment wordt haar peinzen onderbroken door een luide TIK. Ze ging geschrokken rechtop zitten. Daar was het weer: TIK. Geen verbeelding, er zat iets tegen het raam! Ze stond op en schoof behoedzaam de gordijnen open. Ze schrok zich te pletter toen ze recht in het gezicht van de grijzende demoon keek. Uit reflex trok ze de gordijnen dicht en dook ineen onder het raam. Op dat moment klonk er gerinkel: de demoon was door het glas gevlogen... Orion was er niet gerust op en bleef een oogje in het zeil houden bij Marina. Zoals hij verwacht had waren de demonen op de hoogte van de ruzie van Marina en Herindrah, en het verbaasde hem ook niet echt dat een demoon voor Marina's raam verscheen. Hij schrok wél toen de demoon zich tegen het raam aangooide en dat met luid getinkel brak. Orion aarzelde geen seconde maar hij klapwiekte weg, naar het huis van Herindrah. Herindrah hoorde een tik op het raam. Ze dacht dat ze het zich verbeelde, maar toen klonk het nogmaals, wat luider en ze hoorde zowaar Orions stem! Ze schoof de gordijnen open: Orion zat tegen het raam te tikken. Vlug deed Herindrah het raam open. "Wat is er?" vroeg ze. "Marina is in gevaar," zei hij, "een demoon is haar kamer binnengedrongen!" Herindrah reageerde echter niet zoals hij gehoopt had. "Laat het haar maar uitzoeken," zei ze koeltjes, "ik ga echt niet helpen als je dat soms dacht." Orion keek haar vol ongeloof aan. Toen vloog hij weg. "Daar kom je nog wel op terug," zei hij. Hij vloog als de wiedeweerga Kylia's huis binnen en hipte op haar bed. Kylia werd meteen wakker, alsof ze hem verwacht had. "Orion! Wat is er?" zei ze. "Marina is in gevaar," zei hij, "en Herindrah weigert te helpen!" "WAT?" Kylia schrok: zo erg had ze het niet verwacht... "Kracht van de liefde, verschijn!" Sailor Love sprintte, met Orion boven zich, naar Marina's huis. Marina had geen tijd om zich te transformeren in Sailor Nereïde: zodra ze haar transformatiepen wilde grijpen, wikkelde de demoon zich om haar heen. Schreeuwen ging niet: haar mond werd dichtgesnoerd en ze kon nauwelijks ademhalen. De greep om haar keel werd steviger... "Eerst jij, dan de rest," zei de demoon hatelijk, en hij kneep harder. Juist toen ze dacht dat ze stikte, wierp de demoon zich van haar af. "Aargh!" Toen ze opkeek zag ze waarom: Sailor Triton! En te oordelen naar de brandwonden had ze net stoomspuit gebruikt tegen de demoon. Op dat moment stormde ook Sailor Love binnen, met Orion op haar schouder. Die fluisterde blijkbaar wat en Sailor Love knikte. "LUCHTZUIVERING, OVERWIN!" riep ze uit. De demoon was er niet blij mee: de grijns verdween van zijn gezicht en hij loste op. Orion prees haar. "Goed gedaan Sailor Love!" Sailor Love was uitgeput. "Haat maakt plaats voor liefde," hijgde ze. Sailor Triton boog zich over Marina. "Ben je in orde?" Marina knikte en wreef even over haar keel. "Ik denk het wel. Je was precies op tijd." Sailor Triton knikte. "Marina," zei ze toen, "het spijt me... ik had er niet zo'n drama van moeten maken dat je eens wat minder met mij omging!" Marina probeerde te glimlachen. "Je had groot gelijk," zei ze, "ik gíng inderdaad minder met jou om, maar daar gaat verandering in komen!" Orion zag het goedkeurend knikkend toe.
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:11:23 GMT -5
AFLEVERING 208: KRACHT VAN DE LIEFDE Kylia en haar grote liefde
Kylia zat bedachtzaam op een bank in het park. Orion zat naast haar, ongeduldig aan zijn veren pikkend. "Je moet naar huis Kylia," zei hij, "het begint al donker te worden." Kylia keek hem dromerig aan. "Nog even, Mi... eh, Orion." Orion zuchtte. "Ik weet waar je aan denkt, Kylia. Kom terug tot de werkelijkheid! Je ziet hem vast nog wel een keer tijdens je vakantie!" "Mijn ouders beloven het elk jaar weer," zei Kylia treurig, "maar het komt er nooit van om terug te gaan. Geluk is me niet gegund." "Niet iedereen is Sailor strijder hoor," merkte Orion op. "Wat nou, geluk! Alsof ik erom gevraagd heb om Sailor Love te zijn! Ik vind het afschuwelijk," vloog Kylia op, "ik strijd met de kracht van de liefde, net als vroeger, en ik vrees dat ik er net als vroeger aan zal bezwijken! Ik wilde dát nooit, ik wilde dít nooit... ik heb gewoon altijd pech, en vooral in de liefde!" Tranen stroomden over haar wangen. "Toen ik eindelijk ware liefde had ontmoet moest ik hem verlaten! Het is niet eerlijk!" Orion vleide zijn kop tegen haar arm aan in een poging om Kylia te troosten. "Maak je geen zorgen," zei hij opbeurend, "als je altijd ongeluk hebt dan is de keer dat je geluk hebt, ook meteen raak! Zullen we nu gaan? Het wordt koud." Kylia zuchtte en stond toen op. Herindrah en Marina zaten samen voor de tv naar een programma te kijken. "Ik maak me zorgen om Kylia," zei Herindrah. Marina trok haar blik los van het scherm. "Hoezo?" "Ze is zo stil, de laatste tijd. Sinds... ja, sinds ze me haar verleden verteld heeft." Herindrah had alles wat er twee dagen geleden gebeurd was verteld aan Marina. "Oude wonden rijten open en dat doet zeer," zei die, "volgens mij voelt ze nu het gemis veel erger." "Ja, dat zal het wel zijn," zei Herindrah. "Het is ook allemaal niet niks." "Volgens mij vind ze het niet eens fijn om Sailor strijder te zijn," merkte Marina op, "ze geeft zich wel voor de volle honderd procent maar met tegenzin." "Ik vind het wel leuk," zei Herindrah, "Sailor strijder zijn dus..." "Tja, maar Kylia blijkbaar niet... Misschien moeten we eens met Orion praten? Om te vragen wat we voor haar kunnen doen?" "Goed, afgesproken," zei Herindrah, "want zo kan het niet langer." Orion keek de twee meisjes aan. "Ze mist Cadimo," zei hij, "ik dacht dat jullie dat wel doorhadden." "Natuurlijk snappen we dat," zei Marina beledigd, "maar we moesten het zeker weten. Is het ook daardoor dat ze geen plezier erin heeft om Sailor strijder te zijn?" "Nee," zei Orion, "ze vind het afschuwelijk, maar ze zegt niet waarom." "Vreemd," zei Herindrah, "er zal toch wel een reden voor zijn?" Op dat moment liep er iemand langs: het was Kylia. "Wat doet die hier nou?" zei Orion verbaasd, "ze zit normaal thuis om deze tijd!" Kylia zag hen niet eens en ging op een bankje in de buurt zitten. Herindrah stootte Marina aan. "Kom, dan gaan we met haar praten!" Schijnbaar achteloos liepen Marina en Herindrah langs Kylia. Ze keek straal door hen heen en merkte amper dat ze: "Hallo Kylia! Ook hier?" zeiden en naast haar neerploften. "Hoi," zei Kylia zacht. Ze leek ineens buitengewoon veel belangstelling te hebben in een grassprietje. "Is er iets?" zei Marina langs haar neus weg. Kylia knikte voorzichtig. "Het is... ach... ik mis Cadimo gewoon, dat is alles..." Ze verviel weer in haar grassprietje-act. "Ja, je hebt ook wel pech dat jullie zover uit elkaar wonen," knikte Herindrah. Kylia zuchtte. "Pech is nog zwak uitgedrukt," zei ze, "gigantisch ongeluk komt er meer in de buurt. En dan ook nog eens dat Sailor Love-gedoe..." Marina keek haar verbaasd aan. "Hoezo? Vind je het dan niet leuk?" "Niet leuk? Niet leuk? Ik HAAT het, daarvan!" zei Kylia geestdriftig. "Waarom dat dan?" vroeg Herindrah, "ik heb er best lol in!" "Jij hebt het geluk dat jouw aanvallen niet zo enorm uitputtend zijn," zuchtte Kylia, "en afgezien daarvan, ik..." Marina stootte haar aan. "Mond dicht! Dat jochie heeft ons afgeluisterd," zei ze met een knik naar een jongen in de buurt, die nogal eigenaardig keek. "O, o," zei Herindrah, "ik hoop niet dat hij gehoord heeft dat we Sailor strijders zijn!" "Geen paniek," zei Orion, die naast hen neerstreek, "hij is zo klein, geen hond zal hem geloven." "Hopelijk heb je gelijk," zuchtte Kylia, "maar ik moet gaan, dag!" En ze liet Marina en Herindrah alleen achter. "Misschien kunnen we haar helpen?" zei Herindrah. Marina keek haar aan. "Ja, maar HOE dan? Ik bedoel, we kunnen haar moeilijk geen Sailor Love meer laten zijn..." Herindrah keek haar met pretlichtjes in haar ogen aan. "Dat bedoel ik ook niet. Maar we kunnen er wel voor zorgen dat ze er meer plezier in zal krijgen." Marina kreeg het nu ook door. "Als dát toch eens zou lukken!" Kylia zat al ruim een uur over haar huiswerk wiskunde gebogen en ze was pas twee opdrachten verder, waarvan ze vermoedde dat ze ze beide fout had. Ze kon zich niet concentreren. Twee jaar lang had ze verborgen kunnen houden hoe verdrietig ze was, maar nu ze het opgebiecht had kwam het weer net zo erg terug als eerst. Vooral sinds ze Sailor Love was. Vroeger had ze al met de kracht van de liefde gestreden en ze vermoedde dat Cadimo daar ook een rol in had gespeeld, en nu moest ze het weer doen terwijl ze er helemaal niet sterk genoeg voor was! Want was ze er in het verleden niet al eens aan bezweken? Ze slaakte een zucht en ruimde haar schoolspullen op: ze kon haar aandacht er toch niet bijhouden en bovendien was het weekend. De volgende dag wachtten Marina en Herindrah op het telefoontje waar alles vanaf zou hangen bij Herindrah thuis. Zelfs Orion had besloten mee te doen met hun plan. De telefoon rinkelde, en Herindrah en Marina struikelden over elkaar heen voordat Marina eindelijk de telefoon te pakken kreeg. "Hallo," zei ze, de hoorn dicht tegen haar mond houdend terwijl Herindrah mee trachtte te luisteren. Marina's gezicht betrok. "Nee, ik wil absoluut geen abonnement op de maandagkrant! Nee, ook niet met gratis vishengel!" Vlug legde ze de hoorn erop. Vrijwel meteen ging de telefoon opnieuw: ditmaal nam Herindrah op. "Hallo, en als je van de maandagkrant bent kun je jezelf de moeite bespa..." Toen glimlachte ze en stak haar duim op naar Marina en Orion. "Bingo!" Herindrah legde de hoorn neer. "Het is geregeld," zei ze. Orion vloog opgewonden door de kamer. "Hopelijk vrolijkt Kylia dit wat op!" "Dat weet ik wel zeker," grinnikte Marina, "ik spreek uit ervaring!" Herindrahs gezicht betrok. "Maar hoe krijgen we Kylia op het station?" "Ik weet wat! We zeggen dat daar demonen vertoeven," zei Marina, "dan komt ze!" "Zou je denken? Misschien laat ze alles aan ons over," zei Herindrah. Opeens slaakte Orion een kreet. "Kijk uit!" Maar de demoon greep Orion voordat Herindrah of Marina iets kon doen. "ORION!" De demoon lachte honend. "Ha, ik zal dit vogeltje eens ergens opbergen!" Herindrah kreeg een idee. "Niet naar het station! Overal maar niet daar!" smeekte ze. De demoon grijnste. "Bedankt voor de tip." En hij ging razendsnel ervandoor. "Maar denk maar niet dat jullie twee daar nog kunnen komen!" Marina keek Herindrah aan. "Wat ben je van plan?" Herindrah keek op. "Simpel. Kylia houdt meer van Orion dan je zou denken, ze gaat hem zeker achterna en bereikt het station op tijd. Ik zou haast denken dat die demoon ons wilde helpen!" "Ze zijn inderdaad een beetje aan de domme kant," zei Marina, "kom op, naar Kylia!" Kylia toonde zoals ze verwacht hadden geen interesse in een demoon. "Jullie zijn met zijn tweetjes, jullie kunnen hem makkelijk aan." Marina schudde haar hoofd. "Nee, hij heeft ervoor gezorgd dat het station onbereikbaar voor ons is en bovendien heeft hij Orion!" Kylia schrok op. "Orion? Is dit een grap?" "Was het maar waar," zuchtte Herindrah. Kylia sprong uit haar stoel. "Kracht van de liefde, verschijn!" Sailor Love holde al weg voordat Herindrah en Marina het door hadden dat ze was getransformeerd. "Nu is het aan haar om Orion te redden," zuchtte Marina, "als die demoon inderdaad genoeg kracht heeft om ons buiten te sluiten." "Misschien heeft hij dat niet," zei Herindrah peinzend, "kom, we gaan het peilen!" Sailor Nereïdes vliegkrachten zorgden ervoor dat zij en Sailor Triton nog voor Sailor Love het station bereikten. "Ik zie ze nergens," zei Sailor Triton, "de trein kwam aan op perron 7, is het niet? Kom, dan kijken we of hij er al is!" Maar zodra ze het perron op wilde stappen, werd ze tegengehouden door een soort onzichtbare muur. "De demoon had gelijk," zei Sailor Nereïde. Op dat moment kwam Sailor Love eraan rennen. Ze merkte het tweetal niet op, maar rende gewoon door de muur heen. "Orion!" riep ze.
srry, het past niet in 1 schermpje dus hieronder een korter stukje ^^; anders moet ik gaan knippen en dan is het heel wazig om te lezen... mjin excuses!
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:11:55 GMT -5
Toen zagen Sailor Nereïde en Sailor Triton het ook: de demoon stond op de rails van trein 7, met Orion in zijn handen. "Luchtzuivering, overwin!" hoorden ze Sailor Love schreeuwen. En voor hun ogen loste de demoon op. Op dat moment arriveerde juist trein 7, en Sailor Love kon Orion nog maar net van de rails redden voordat de trein over hem heenwalste. "Zouden we nu op het perron kunnen?" zei Sailor Triton haastig, "want anders gaat Sailor Love ervandoor en valt alles in duigen!" Sailor Nereïde nam de proef op de som: ze holde dwars door de onzichtbare muur heen. "Sein veilig!" Sailor Triton sprintte het perron ook op. "Sailor Love, wacht even!" Sailor Love, met Orion nog in haar armen, keek op. "Wat doen jullie hier?" "Dat zie je zo wel," zei Sailor Nereïde, "wacht op de passagiers!" "Maar..." "DOE NU MAAR!" zei Sailor Triton, die haar geduld begon te verliezen. Sailor Love knikte en draaide zich naar de trein. Een stel volwassenen stapten uit, toen een hele groep kinderen. Sailor Love wachtte een kwartier, maar er kwam niemand meer. Een beetje teleurgesteld draaide ze zich om. Ach, wat had ze dan verwacht? "KYLIA! WACHT EVEN!" Sailor Love keek om. "Wie weet dat ik Ky..." Haar adem stokte. Een jongen van haar leeftijd was uitgestapt en ze herkende hem maar al te goed. "CADIMO!" Haar hele gezicht straalde. "Hoe heb je me herkend? Hoe kom je hier? En..." "Eén ding tegelijk graag," grinnikte Cadimo, "en eerst dit!" Hij trok haar tegen zich aan. "Wat heb ik je gemist..." "Ik jou ook..." Sailor Nereïde en Sailor Triton stonden op een afstandje toe te kijken. "Missie geslaagd," grijnsde Sailor Nereïde. "Dat kun je wel zeggen," zei Orion, die bij hen neerstreek. "Twee in een klap. Een demoon minder en Kylia is weer gelukkig!" "Dus je blijft?" zei Kylia blij, "echt?" "Natuurlijk!" Cadimo keek haar aan. "Ik kon je echt niet langer missen, en om je de waarheid te zeggen... mijn ouders hadden toch al plannen om hier te komen wonen." "Wat heerlijk!" Ze zaten bij Kylia in de huiskamer. Cadimo had opgebiecht dat Marina en Herindrah hem hadden overgehaald te komen, althans, eerder dan de bedoeling was. "Hoe wist je trouwens dat ik Sailor Love was?" vroeg Kylia. "Zo moeilijk was dat niet," zei Cadimo, "vooral niet omdat ik je verleden al kende. En bovendien... ik herken mijn vriendin toch zeker wel?" Kylia grijnsde. Orion zat geduldig in zijn kooi. Nou, ik weet nu wel zeker dat Sailor Love vanaf nu met veel meer plezier strijdt, dacht hij, en nu is ze ook echt Sailor LOVE!
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:12:25 GMT -5
AFLEVERING 209: FATALE AANVAL? de aanslag op Sailor Triton
Bunny en Ami liepen door het park, met Luna aan hun zij. "We hebben al een tijd niks meer van de Neptune Sailors gehoord," zei Bunny, "betekent dat dat wij niks hoeven te doen?" "Voorlopig niet nee," zei Luna, "ik heb contact met Orion en volgens hem redden ze het prima met zijn drieën." "Mooi zo," zei Ami, "dan hebben wij tenminste even rust. Dan kan ik mijn punten ophalen!" "Hoezo ophalen?" zei Bunny. Ami keek haar aan. "Nou, ik sta maar een 9 voor Geschiedenis," zei ze. Bunny trok een gezicht. "Ah, nee hè!" Marina moest tot drie keer toe op de bel drukken voor Kylia opendeed. "Hoi, kom binnen," zei die vrolijk, "Herindrah is er al!" Marina stapte binnen. "Wat duurde het lang voordat iemand opendeed," merkte ze op. Kylia grijnsde. "De muziek staat nogal hard." Marina grinnikte. "Is het dàt? Ik dacht dat ze hier verderop aan het verbouwen waren ofzo." Herindrah had zich al uitgebreid geïnstalleerd op een stoel en het duurde even voor ze haar vriendinnen opmerkte. "Hé, Marina!" riep ze vrolijk, maar net boven de muziek uitkomend, "Toch nog gekomen?" Marina grijnsde. Ze wees naar haar oren: Kylia zette vlug de muziek uit. "Ik stond al een kwartier te bellen voordat iemand opendeed," zei Marina droogjes tegen Herindrah. Die grinnikte. "Sorry, mijn fout. Ik wilde Kylia's nieuwe cd horen." Marina plofte neer. "Dat was duidelijk. Vertel op Kylia, waarom moesten we nou komen?" "Nou," zei Kylia, "ten eerste wil ik jullie nogmaals danken omdat jullie Cadimo hebben laten komen." Marina wuifde het meteen weg. "Meid, hij kwam toch wel, we hebben het alleen ietsjes versneld." "Maar op precies het juiste moment," zei Kylia glimlachend. Toen keek ze weer ernstig. "Maar de echte reden dat ik jullie heb laten komen is omdat ik me zorgen maak om Orion. Volgens mij is de kidnapping hem niet helemaal goed bekomen. Hij zegt niks meer en zit stil in zijn kooi." "Liefdesverdriet," zei Herindrah. Kylia keek haar ijskoud aan. "Nee, ik denk dat er iets anders aan de hand is, maar ik kom er maar niet achter wát." "Zal ik hem eens meenemen naar huis?" opperde Herindrah. "Mijn vader is dierenarts, misschien weet hij wat hem mankeert." "Geen idee," zei Herindrahs vader, terwijl hij Orion onderzocht. "Hij is kerngezond. Hij kon praten zei je?" Herindrah knikte. "Ja, woordjes als hallo enzo. Nu zegt hij niks meer." Haar vader zette Orion in een een kooi. "Ik kon niks vinden. Misschien heeft hij gewoon een dipje, zoals wij ook wel eens hebben. Laat hem voor de zekerheid maar hier, mocht er iets opdoen." Het was diep in de nacht toen Herindrah plotseling wakker schrok. Het was aardedonker maar toch wist ze dat er iets niet klopte. Toen zag ze het: de kooi van Orion, die op haar kamer stond, was wagenwijd open! Ze sprong uit bed en knipte het licht aan. Orion was verdwenen! "Orion?" riep ze wijfelend. Opeens voelde ze een bries. Het raam, daardoor was hij vast ontsnapt! Ze moest hem zoeken, Kylia zou het haar nooit vergeven. Herindrah had een zaklamp meegegrist en doorzocht het hele bos. Plotseling hoorde ze Orions stem. "Herindrah, help me!" Herindrah holde de richting uit waarvandaan ze Orion dacht te horen. Maar... "Herindrah, help me!" klonk het nu van de andere kant. Hè? Ze had hem toch niet over horen of zien vliegen! Zou het een val zijn? Ze rende op de stem af, en nu klonk het weer van links: "Help me!" Ze bleef verward in het midden staan. "Orion, houd op met die onzin! Kom tevoorschijn!" Van alle kanten lichtten nu ogen op: ogen van de demonen die nog over waren. Herindrah kreeg de kans niet om iets te doen, laat staan zich te transformeren: de stralen schoten van alle kanten op haar af. Binnen geen tijd stortte ze ter aarde, levenloos... Orion werd in de macht gehouden door de demonenkoning in zijn rijk en Orion moest machteloos toezien hoe de demonen Herindrah aanvielen, steeds opnieuw. "Laat haar gaan!" riep hij, woest pikkend met zijn snavel. Maar de demonenkoning keek zelfvoldaan. "Dat is één, nu de andere twee nog!" Kylia schoot overeind. Wat was dat voor gedoe daarbuiten? Ze woonde vlakbij het bos en zag vanuit haar kamer de flitsen. Ze liep naar het raam. Wat was dat? Een bom? Met al die flitsen en dat lawaai leek het er wel op. Opeens hoorde ze een schreeuw, en die stem kende ze maar al te goed: het was Herindrah! Sailor Love en Sailor Nereïde vielen de demonen keer op keer aan. Herindrah lag nog steeds bewegingloos op de grond, maar uiteindelijk slaagden de twee er ook zonder haar hulp in om de demonen weg te jagen. Sailor Nereïde plofte neer naast Herindrah. "Herindrah! NIET WEER!" De demonenkoning slaakte een kreet van afschuw. Orion zag zijn kans vrij en vloog terug naar aarde, terug naar het bos. "Orion!" riep Sailor Love, "wat kom jij hier nou doen?" "De demonenkoning," hijgde Orion van het harde vliegen, "Hij... hij nam bezit van me, daarom deed ik zo vreemd. Hij gebruikte mij om een van jullie te grazen te nemen en zo te zien met succes!" Ze keken alledrie naar Herindrah. Sailor Nereïde was de eerste die haar tranen liet lopen. Het laatste wat ze voelde, waren de stralen die haar recht in haar hart troffen. Ze voelde pijn, overal pijn en viel neer. Even dacht ze de stemmen van Marina en Kylia te horen, maar dat was vast haar verbeelding. Opeens voelde ze een druppel op haar gezicht vallen. Nog een, en nog een. Ze sloeg haar ogen op en probeerde ze weg te vegen, terwijl ze overeind kwam. "HERINDRAH! JE LEEFT NOG!" Sailor Nereïde vloog haar vriendin om de hals, en Sailor Love volgde haar voorbeeld. Herindrah glimlachte wat waterig. "Jemig, ik ben ook maar even gaan liggen hoor!" Orion schoot in de lach en ging om haar schouder zitten. "Nee Herindrah, je was bijna dood door die aanslag. We moeten nu echt op onze hoede zijn," zei hij, "de demonen leren steeds meer." Maar ze luisterden niet, niet echt: Sailor Nereïde en Sailor Love waren veel te blij dat Herindrah nog leefde en Herindrah zelf moest alles nog op een rijtje zetten. Orion zuchtte. Ik hoop maar dat de vierde Neptune sailor snel tevoorschijn komt, dacht hij, want met dit stel... Enfijn, we zullen zien.
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:12:53 GMT -5
AFLEVERING 210: DE POSTBODE de vierde Neptune Sailor
Eindelijk ging na een lange schooldag de bel. In clubjes liep iedereen naar huis. Marina, Herindrah en Kylia liepen met zijn drieën naar de straat van Marina en Herindrah. Toen ze afgezet waren, liep Kylia terug naar haar eigen huis. Onderweg klampte een vreemd meisje haar aan. "Weet jij waar de nieuwbouwwijk is?" vroeg ze. Kylia bekeek haar van top tot teen: ze had zwart haar dat tot haar schouders viel en met en oranje klem bovenop haar hoofd vastzat. Verder droeg ze een postbode-uniform en een postzak. "Weet je dat niet?" vroeg Kylia verbaasd. Het meisje schudde haar hoofd. "Nee sorry, die is pas vanochtend opgenomen in mijn wijk." Kylia legde haar vlug uit hoe ze er moest komen. "Ik moet echt voortmaken hoor," zei ze, "doei!" "Dag, en bedankt!" riep het meisje terwijl ze naar de straat liep. Kylia sloeg net haar huiwerkschrift dicht toen Orion haar kamer binnenzeilde: hij vloog nu vaak buiten. "Je moet komen Kylia," zei hij, "problemen in het park!" Eenmaal in het park aangekomen bleek dat Orion de rest al had gehaald: Herindrah, Bunny, Ami, Makoto, Sailor Nereïde en Minako stonden met zijn allen naar iets op de grond te kijken. "Hoi allemaal," groette Kylia, "wat is er? En waar is Rei?" Minako wees op de grond. "Daar." Verbaasd kwam Kylia bij hen staan en toen zag ze de aardscheur pas: hij was enorm diep en er woei behoorlijk felle wind uit op. Halverwege was een richel, en daarop balanceerde Rei. "Wat is hier gebeurd?" vroeg Kylia verbaasd. "Geen idee, ik trof haar zo aan," zei Ami. "En we kunnen haar niet verstaan, daarvoor waait het te hard." "Ik heb geprobeerd naar haar toe te vliegen maar het gaat niet," zei Orion, "je wordt er zó uitgeblazen." "Inderdaad, ook mijn vliegkrachten falen," zei Sailor Nereïde somber, "hoe krijgen we haar er nu uit?" "Lukt Windvlaag ofzo ook niet?" "Niks werkt." Luna en Artemis kwamen aanhollen, hijgend van het rennen. "De demonen... zitten erachter," zei Luna, "ze wilden... de Neptune Sailors... zo meesleuren via... die kloof." "Ze wisten dat jullie via het park gingen maar ze hadden te laat getimed," zei Artemis. Bunny keek hen aan. "Hoe weten jullie dat eigenlijk?" "We konden... nog maar net... aan ze ontsnappen," zei Luna, "ze kregen... door dat ze... de mist in waren... gegaan en nu komen ze ... hierheen..." Op dat moment slaakte Orion een kreet en hij wees met zijn snavel richting het meer. "Daar komen ze!" "Macht der Tritonnevel..." "Kracht van de liefde..." "VERSCHIJN!" Dat was net op tijd: zodra ze getransformeerd waren moesten ze meteen opzij springen waardoor de demonen hen net misten. "Luchtzuivering, overwin!" ging Sailor Love meteen op haar sterkste aanval over. Dit verzwakte enkele van de demonen, maar ditmaal waren ze met zijn allen: er leek geen ontkomen aan, ze vielen weer aan en Sailor Love had de puf niet meer voor een andere aanval. "WINDVLAAG, OVERWIN!" riep Sailor Nereïde: een of twee demonen werden uit hun baan geblazen, en dat maakte de rest razend. "Gebruik jullie aanvallen tegelijkertijd, Sailor Triton en Sailor Nereïde," gebood Orion toen, "dat wordt windoverstroming, overwin! Vlug!" "WINDOVERSTROMING, OVERWIN!" Deze aanval remde de demonen, maar niet langer dan een minuut of drie: toen stormden ze in volle vaart op het drietal af, en de anderen moesten hulpeloos toezien... Orion vloog, zodra hij Sailor Nereïde en Sailor Triton de raad had gegeven, naar het bos. Hij moest het meisje zien te vinden dat hem die middag al opgevallen was: hij wist dat ze ergens in het bos woonde, nu moest hij haar nog vinden en gauw! Gelukkig, die hut, daar moest hij zijn! Hij scheerde door de schoorsteen naar binnen. Lanta was bezig om op haar stadsplattegrond de nieuwbouwwijk aan te geven: een postbode moest toch zeker wel weten waar haar wijken lagen! Op dat moment vloog er een vogel door de schoorsteen. Meteen stond ze op. "Arm beestje! Heb je je bezeerd?" Maar zodra ze vogel op wilde pakken, begon hij te praten. "Lanta Isguro, jou zocht ik!" Lanta deinsde terug. "Hoe weet jij mijn naam?" "Lanta, jij bent een van de Neptune Sailors," zei Orion, "een van de strijders van Neptunus. Jij bent de vierde en de andere drie hebben je hard nodig!" Lanta was te verbaasd om iets te zeggen, en Orion gooide haar daarom maar meteen de transformatiepen toe. "Jij bent Sailor Despina. Houdt deze pen in de lucht en roep: Macht der Despinanevel, verschijn!" Lanta pakte de pen op: dit was teveel om allemaal te bevatten, maar ze moest snel beslissen. En een pratende vogel die haar naam wist... "Macht der Despinanevel, verschijn!" Zo snel hij kon legde Orion de situatie uit, en zodra ze haar aanval wist snelde Sailor Despina naar de plek des onheils. Als ze maar niet te laat was... "NEE!" riep Bunny: ze sprong tussen de demonen en de Neptune Sailors in. "BUNNY!" riep Sailor Love geschokt uit: de demonen wilden net op Bunny inrammen toen plotseling iets hen uit de lucht optilde. Orion vloog over hun hoofden: "DE VIERDE NEPTUNE SAILOR IS ONTDEKT! VAL DE DEMONEN AAN, NU KAN HET!" "windvlaag, overwin!" "Tsunami, overwin!" Ditmaal waren de aanvallen effectiever: de demonen waren sowieso al verzwakt door Sailor Despina en ze stortten neer. Toen zakten ze weg in de grond en uit de kloof hoorden ze Rei plotseling roepen: "Gaat iemand me nu nog helpen of hoe zit dat?" Zodra iedereen weer veilig en wel op de grond stond groeide de kloof dicht: de ingang naar het demonenrijk was voorlopig gesloten. "Je bent geweldig Sailor Despina," zei Sailor Triton, toen alles achter de rug was. "Zeg maar Lanta," zei Sailor Despina, "Lanta Isguro is mijn naam. Postbode van beroep." "Hé, ben jij dan die postbode die me vanmiddag de weg vroeg?" zei Sailor Love verbaasd. Sailor Despina knikte lachend.
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:13:22 GMT -5
AFLEVERING 211: KRACHT VAN DE AARDE het element aarde heerst
Lanta zuchtte. "Moet dat nou?" "Ja, dat moet," zei haar lerares, "en wee je gebeente als je nog een keer te laat komt!" Mopperend pakte Lanta haar spullen. Jeetje, komt ze ook een keer een minuut te laat, moet ze meteen na het laatste uur twee uur nablijven! Zodra het kan laat ik scheikunde als een blok vallen, dacht Lanta. Kylia strekte haar benen uit. Heerlijk, de laatste drie uur vervielen! En dat op vrijdag. Ze had Marina, Herindrah en Lanta uitgenodigd om na school gezellig bij te praten, maar ja, die hadden natuurlijk de volle dag. Nou ja, drie uur is makkelijk door te komen. Ze keek sip naar haar overvolle boekentas. Zeker met vier vakken huiswerk. Klingerdekling, hoorde ze opeens. Het was Orion weer, die met zijn snavel tegen de bel in zijn kooi zat te tikken. Vroeger deed hij dat uit verveling, tegenwoordig als hij wat zeggen wilde. Vlug liep ze naar zijn kooi en deed het deurtje open. "Wat is er Orion?" Orion hipte vlug op haar uitgestrekte arm en trippelde naar haar schouder. "De demonen..." "Ah bah, niet weer!" kreunde Kylia, "god, laten ze ons dan nooit met rust, zelfs niet als we eens een keertje vrij hebben? Jemig! Nou, steek van wal." "De demonen hebben besloten om het over een andere boeg te gooien," zei Orion, "in plaats van dat ze nu in wilde weg alle elementen gebruiken tegen jullie, concentreren ze zich op één element. Behoorlijk vervelend, aangezien ze dan ongeveer twintig keer sterker zijn. Bovendien kan alleen de Neptune Sailor met dat element ze verslaan." "Element?" zei Kylia verbaasd, "sinds wanneer hebben de Neptune Sailors elementen?" Orion zuchtte vermoeid. "Jeetje Kylia, ik weet dat je traag van begrip bent, maar zo traag... grapje," zei hij vlug toen Kylia haar hand ophief, "ik bedoel: Sailor Triton heeft als element water, Sailor Nereïde heeft lucht en water, Sailor Despina heeft aarde en jij liefde en vuur. Lucht is in de minderheid, dus het is maar niet te hopen dat ze daarmee beginnen." "Kun jij het dan niet zien van tevoren?" vroeg Kylia, "je ziet het toch ook van tevoren wanneer ze aanvallen? Althans, daar lijkt het wel altijd op." "Ik zie het ongeveer aankomen, nooit exact," verduidelijkte Orion, "en nee, ik kan niet aan zien komen met welk element ze zullen aanvallen, maar wel dat het snel zal zijn. Daarom moet je de rest nu hierheen halen." "Maar die zitten op school!" protesteerde Kylia, "ik kan ze moeilijk uit de les halen!" "Daar zorg ik wel voor," zei Orion, "zo terug." Vlug vloog hij het raam uit. Marina en Herindrah verveelden zich stierlijk: aardrijkskunde was enorm saai dit keer, de leraar zat maar door te neuzelen over Fuji-yama, de hoogste berg van Japan, waar hij het al zo'n vijfduizend keer eerder over had gehad. Herindrah tikte verveeld met haar pen terwijl Marina druk zat te schrijven aan een of ander verhaal. Achter hen was Bunny in slaap gevallen en Naru deed haar uiterste best om haar niet na te doen en ook in slaap te vallen. Herindrah slaakte een nadrukkelijke geeuw totdat haar oren ervan plopten en staarde afwezig het raam uit. Opeens zat daar iets in de vensterbank. Ze stootte Marina aan. "Marina, kijk! Orion! Wat doet die nu hier?" "Is er iets dames?" zei hun leraar verstoord: ze vonden het al knap dat hij zich even had los weten te rukken van zijn kaarten en Herindrahs gefluister opmerkte. "Nee, niks hoor," zei Herindrah brutaal, "maar ik zou graag naar de wc willen, want ik luister liever naar mijn eigen gez..." Ze kreeg helaas - of liever gezegd, gelukkig - niet de kans om haar zin af te maken omdat Marina vlug haar hand voor Herindrahs mond sloeg, die haar boos aankeek. "Nee, we hadden het over de hoogte van de Fuji," zei Marina gauw, terwijl ze wanhopig probeerde te voorkomen dat Herindrah haar hand tot moes beet, "we kunnen het er maar niet over eens worden." "Ah, de hóógte," zei de leraar, "tja, daarover kun je veel zeggen, maar..." En meteen haalde hij een nieuwe kaart met het reliëf van Japan tevoorschijn. Hij verloor zijn aandacht op de klas en die kans benutte Herindrah om het raam vlug open te houden voor Orion. Meteen hipte hij naar binnen. Nu keek Naru op en merkte met grote ogen Orion op. Marina gebaarde dat ze stil moest zijn. "Zeg maar niks Orion," fluisterde ze haast onhoorbaar, "anders hebben we een probleem." Orion knikte en pakte Marina's pen af. Hij begon, ondanks Marina's protesten omdat hij zo haar verhaal verknalde, met de pen in zijn snavel op Marina's schrift te schrijven. "Kom vlug naar Kylia, spoedvergadering," ontcijferde Herindrah, "we kunnen nu toch niet zomaar weg?" Marina grijnsde. "Ik heb al een idee. Je kunt gaan hoor, Orion." Orion hipte het raam uit en vloog weg. Herindrah keek Marina verbaasd aan. "Wat ben je van plan?" "Wacht maar af. Hol me gewoon achterna, oké?" Herindrah knikte. Marina pakte haar pen en deed of ze aantekeningen zat te maken. Opeens sprong ze op en holde met haar handen voor haar mond het lokaal uit. Herindrah sprintte haar achterna. Dat had zelfs hun leraar door. "Wat moet dat?" zei hij boos. "Marina is onwel geworden," zei Herindrah vanuit de deuropening, "ik breng haar wel naar huis, doei!" En zonder verder antwoord af te wachten smeet ze de deur dicht. Bunny schrok wakker door de klap. "Is er iets?" zei ze. Naru grinnikte. "Nee, slaap maar weer lekker verder hoor, welterusten." In sneltreinvaart vloog Orion naar Lanta. Uit zijn ooghoek zag hij Marina en Herindrah richting Kylia's huis rennen. Mooi, dat ging alvast goed. Ze hadden niet veel tijd meer. Ah, daar was Lanta's school al. Zo snel hij kon zocht hij de scheikundevleugel benedenvloers op en tikte voorzichtig op het raam. Lanta, die vlak bij het raam zat, keek verbaasd op. Wat was dat nou? Tot haar verbazing zat Orion in de vensterbank. Helaas had haar lerares hem ook gezien. "Kan iemand dat beest even wegjagen, dan kunnen we de les voortzetten," zei ze, toen Orion door bleef tikken en zo de aandacht van de hele klas voor zich won. De jongen naast Lanta maakte wilde gebaren. "Ksst ksst!" Orion bleef doortikken. De lerares stond nu op. "Wegwezen, stom beest! Je verstoort mijn les!" Ze zwaaide het raam open. Orion greep haar stevig bij de polsen en trok haar met al zijn kracht het raam uit. Gelukkig kwam ze zacht neer, maar van de verwarring maakte Orion vlug gebruik om binnen te vliegen en Lanta zo ongeveer mee te sleuren. Lanta kwam hijgend van het harde rennen bij Kylia binnnen. "ORION! Nou, je wordt bedankt hoor, als ze me snapt wordt dat minstens vijf jaar nablijven..." "Even stilte, ik moet wat uitleggen," zei Orion. Ze waren in de kamer, compleet: Kylia, Marina, Herindrah en Lanta. Vlug zei hij dezelfde woorden als zo-even tegen Kylia. "Dus jullie snappen, het duurt echt niet lang meer," zei hij, "en dus MOETEN we wel klaar staan, anders zullen ze de stad vernielen." Lanta zuchtte. "Heel fijn. Ik moet sowieso nablijven omdat ik te laat was, nu zul je eens wat horen..." "Maak je je op dit moment druk om school?" spotte Kylia, "jeetje, je zou blij moeten zij..." Op dat moment begon de aarde te beven. "HELLUP!" "Een aardbeving?" zei Herindrah. Orion schudde zjn hoofd. "Nee, de demonen! We weten het element nu, aarde! Lanta, vlug, transformeer je!" Lanta knikte en stak haar pen in de lucht. "Macht der Despina-nevel, verschijn!" Een luid gerinkel klonk: een raam barstte en aarde vloog de kamer binnen. "Waarom moeten ze ook altijd mijn huis hebben!" jammerde Kylia, terwijl Marina en Herindrah haar achter de bank sleurden. Sailor Despina nam haar houding aan. "Slingerrank, overwin!" Haar aanval wond zich om de kluiten aarde, die de vorm van demonen hadden aangenomen, heen en plette ze. De aarde vloog door de kamer in duizenden stukken. Dat was het stomste wat ze had kunnen doen: uit de kluiten begonnen onmiddelijk demonen te groeien. Op dat moment was er even een groene waas voor Sailor Despina's ogen, en toen hoorde ze een zachte stem in haar hoofd: "Woudgeest, gebruik Woudgeest, je nieuwe aanval..." Sailor Despina was even verward, maar hief toen vastberaden haar hand op. "Woudgeest, overwin!" Opnieuw begon de aarde te trillen, maar dat was ditmaal niet door de demonen. Uit de bomen in de buurt kwamen groene slierten, en die voegden zich samen tot een gedaante: het was de woudgeest, waarover ze zoveel legendes hadden gehoord. Hij gromde iets en wierp zich vervolgens op de demonen. Ze maakten geen schijn van kans: zodra de slierten zich weer verspreidden, was er geen spoor meer van de demonen te zien. Marina kwam alleen de klas binnen, Herindrah had ze bij Kylia gelaten. De leraar merkte haar niet eens op, pas toen ze ging zitten hoorde hij haar stoel naar achteren schuiven. "Waar was jij heen?" zei hij verstrooid. "Herindrah naar huis brengen," zei ze, "dat wist u toch?" "Ach gunst, da's waar ook... goed, waar was ik?" Hij kuchtte, en Bunny, die alweer in slaap was gedommeld, schoot overeind. "Hellup, het brandalarm!" De hele klas lach dubbel. Lanta schuifelde de gangen door. O god, hoe kon ze haar lerares scheikunde nu nog onder ogen komen? En dan ook nog nakomen... Op dat moment stormde een klasgenoot op haar af. "Ze heeft haar pols verstuikt door de val," zei die juichend, "ze is naar huis gegaan, we hebben een tussenuur!" Lanta sloeg een opgeluchte zucht: het zou ook wel een toppunt zijn als ze na haar overwinning zich moest laten vernederen door een woedende lerares! Kylia zuchtte. "Nou, dat is een duur geintje zeg, de ramen zijn helemaal aan gort." Orion grinnikte. "Tja, dat hoort er nu eenmaal bij." "Maar ze moeten altijd mijn huis hebben! Het is toch niet eerlijk!" Orion schoot in de lach bij het zien van Kylia's gezicht.
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:13:55 GMT -5
AFLEVERING 212: TEKEN VAN NEPTUNUS nieuwe ontdekkingen
Marina staarde nogal zwijmelend voor zich uit. Wat een avond, dacht ze. Ze was samen met Herindrah, Lanta en Kylia naar de disco geweest en, hoe toevallig, Riko was er ook. Ze hadden de hele tijd samen gedanst en na afloop had hij haar naar huis gebracht, ook al waren ze elkaar gewoon 'toevallig' tegengekomen. Hoe dan ook, het had wel het resultaat dat ze doodmoe was van het dansen: het was dan ook al ver na middernacht. Ze gaapte en keek op de klok: half drie al! Gelukkig dat haar ouders niet thuis waren, anders had ze een gróót probleem gehad. Vlug ging ze naar boven en ging naar bed. Vrijwel meteen viel ze in slaap en droomde ze. Het begon met niks: ze dwaalde door het duister, er was geen bovenkant of onderkant, alles was zwart. Juist toen ze de moed op begon te geven, kwam er een gedaante op haar af, gekleed in een gouden gewaad. De gedaante pakte haar hand ruw beet en trok haar mee zonder een woord te zeggen. Marina stribbelde hevig tegen, maar de gedaante schonk er geen aandacht aan. Uiteindelijk liet hij haar los. Toen loste hij op. Marina keek verbaasd om zich heen: ditmaal was alles om haar heen zilver in plaats van zwart. Alles glom. Plotseling kwamen er nog eens drie gedaantes in het goud aan, elk een meisje van haar leeftijd meeslepend. Zodra de gedaantes weg waren, herkende Marina hen. "Herindrah, Kylia, Lanta! Wat doen jullie in mijn droom?" "Dat kan ik ook aan jou vragen," zei Herindrah. "Dit is mijn droom hoor! Wat moet jij er nou weer in?" Lanta, voor wie dit soort dingen als nieuwste strijdster nog allemaal een beetje vreemd was, keek verward om zich heen terwijl Kylia op haar schouder voelde: normaal gesproken zat Orion daar altijd als ze compleet waren. "Waar zijn we?" Lanta was de eerste die een normale vraag stelde, en niet zoals de anderen "wat moet je in mijn droom?" vroeg. De rest viel stil. "Goede vraag," zei Marina. Herindrah keek om zich heen. "In iets eh... zilvers." Kylia keek haar schuin aan. "Je meent het. Het was me nog niet opgevallen." Opeens was er een harde, zuigende windstoot en ze werden meegetrokken voor ze er erg in hadden. Ze belandden op een blauwe ondergrond. "Maar... dit is Neptunus!" zei Kylia verbaasd. De rest was te verrast om iets te zeggen. Het was niet stil om hen heen: overal renden mensen in paniek rond. Opeens slaakte Lanta een kreet. "Herindrah, dat ben jij!" Een lang meisje rende vlak langs hen. Ze leek inderdaad verrassend veel op Herindrah, hoewel ze ouder leek, zeker 18. "Namida, vlug!" riep iemand. Een nieuwe schok: dit meisje leek sprekend op Marina. "De duistere machten hebben Neptunus bereikt," zei een derde meisje, met blond haar, "we moeten vluchten. We zijn veilig op de maan." Nog twee meisjes kwamen aanrennen. "Kazena, toe," smeekte één van hen: zij leek op Kylia, en de andere op Lanta. "We kunnen onze prinses toch niet zomaar achterlaten!" "Mikia, hoe vaak moeten we het nog zeggen," zei het meisje dat op Lanta leek, "Neptunusprinses Umeira heeft zelf besloten om op Neptunus te blijven, ja?" "We moeten haar keuze respecteren en onszelf redden," zei het meisje dat Kazena genoemd werd, "we moeten vluchten nu het nog kan." Opeens keek Namida naar Kylia, Marina, Herindrah en Lanta. Het leek of ze hen zag, maar dat was toch niet: achter hen was een vrouw verschenen. Het meisje dat op Marina leek boog eerbiedig. "Prinses, we..." "Het is goed, Kumoni," zei de prinses: ze vermoedden dat zij Neptunusprinses Umeira was waarover gepraat werd. "Ga nu het nog kan." Op dat moment hief ze iets op: het was een blauwe staf, het teken van Neptunus. Ze hield het hoog in de lucht, en blauwe flitsen schoten eruit. Ze wikkelden zich om Marina, Herindrah, Kylia en Lanta heen, en op dat moment werden ze weggesleurd. Herindrah vloog overeind: ze lag in bed. Was het allemaal maar een droom geweest? Het zwarte, de gedaante, het zilveren en die korte maar hevige reis naar een andere tijd? Hoe kon het? Het was het Zilveren Tijdperk, op Neptunus. Neptunusprinses Umeira zuchtte. Dat was op het nippertje. Dat moest het werk zijn van de Yume Akuma, de droomdemonen. Hoe hadden die het voor elkaar gekregen de vier meisjes vanuit de toekomst hierheen te krijgen? Hun doel was duidelijk: de meisjes doden voordat ze hen kwaad konden berokkenen. Gelukkig waren ze zo zwak dat ze een actie als deze niet al te vaak konden uitvoeren, voorlopig waren ze veilig. Kylia was wakker geschrokken en kwam niet meer in slaap. Ze ijsbeerde rond in haar kamer. Orion zuchtte. "Jeetje Kylia, ga wat warme melk drinken ofzo, dit gewandel irriteert me mateloos!" Kylia keek hem aan. "Het spijt me. Ik ben zo in de war." "Waarom?" "Een droom..." Kylia vertelde alles wat ze gezien hadden. Orion keek haar verschrikt aan. "Mikia? Alweer?" Kylia knikte. "Het viel mij ook al op. Dus jij denkt ook dat dit een stukje uit een ander verleden was?" Orion knikte. "We moeten het er binnenkort met de anderen over hebben. Over hoe dit mogelijk was. Hebben jullie de vijfde strijdster ook gezien?" "Ja, alleen die Kazena leek op geen van ons," zei Kylia. Orion knikte bedachtzaam. "Juist ja. Beschrijf haar voor me, dan kan ik haar makkelijker vinden. Des te eerder zal alles duidelijk voor jullie worden. En dat moet niet te lang meer duren."
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:14:26 GMT -5
AFLEVERING 213: ENERGIE VAN HET VUUR het element vuur heerst
Wraak. Dat was het enige waar ze aan kon denken. Hoe dúrfden die leraren zoveel huiswerk op te geven, en dat nog wel voor morgen! Hoe moest ze dat in vredesnaam afkrijgen? En dan ook nog eens 2 proefwerken! Kylia zuchtte. Nee, het leven van een simpel schoolgaand meisje viel beslist niet mee, dacht ze. Het was tijden geleden dat ze voor het laatst eens een dag niks hoefde te doen voor school, als er die al eens was geweest. Ze ritste haar tas open en haalde haar agenda eruit. Hè gadver, een proefwerk Engels! Eén van haar slechtste kanten. Nou ja, daar kon ze dan maar het beste mee beginnen. Ze haalde haar boek tevoorschijn en begon te leren, de hele rits met woorden en grammatica. Maar veel kans om rustig te leren kreeg ze niet: opeens begon haar bureaulamp te knipperen en viel toen uit, en al snel volgden de andere lampen in huis diens voorbeeld. Zal wel een stroomstoring zijn, dacht Kylia, vervelend dat het buiten al donker is. Hé, wacht eens even! Ze keek op haar horloge. Vijf uur pas! Hoe kan het dan in godsnaam al donker zijn? Ze keek naar buiten: geen wolkje te bekennen, maar ook geen zon aan de hemel. Het leek wel winter, zo vroeg donker was beslist niet normaal voor deze tijd van het jaar. Dit was vreemd. "Orion?" Orion zat stil in zijn kooi en weigerde wakker te worden. "Orion, wordt eens wakker!" Geen beweging in de kooi. "Orion?" Ze stond op en liep naar de kooi. Hij sliep! Niet te geloven, lui beest. Nou ja, ze zou zelf wel poolshoogte nemen. Gewapend met een zaklamp ging ze naar buiten. Het was stil, doodse stilte. Geen blad ritselde. Kylia rilde onwillekeurig, hoewel het niet echt koud was. Ze hoopte maar niet dat het weer demonen waren, daar zat ze echt niet op te wachten. Ze keek omhoog: niks te zien, ook geen maan of sterren, dus nacht was het ook nog niet. Plotseling kwam het geluid terug, en Kylia schrok zich te pletter van een alledaags piepende remmen-geluid. Er was niks aan de hand, maakte ze zichzelf wijs, een... een zonsverduistering ofzo. Ja, dan zag alles er meestal wel duister uit. Ze draaide zich om en liep weer naar binnen, de schaduw die over de straat viel niet opmerkend. Orion keek gespannen uit het raam. Hij had gedaan of hij sliep, want hij wilde Kylia niet van streek maken door wat hij hiervan dacht. Maar het was bijna overduidelijk, de demonen waren weer eens bezig. En ditmaal... iets met licht? Vuur! En dat was Kylia! Dan moest hij haar snel inschakelen, heel snel. Hij had gehoopt dat ze water zouden pakken, want dat was immers in de meerderheid, maar blijkbaar hadden de demonen daar ook al aan gedacht. Gelukkig, daar hoorde hij Kylia's voetstappen al. Hij vloog de trap af, zodat ze niet eerst helemaal naar boven hoefde. Kylia leek heel afwezig met haar gedachten, op de een of andere manier totaal uitgeput. Ze luisterde amper naar Orion, die een angstig vermoeden kreeg. Die demonen hadden Kylia's krachten al weggezogen! Dat ging zomaar niet! Hij moest haar weer wakker zien te krijgen, zodat ze haar krachten weer terugkreeg. In een impuls begon hij in Kylia's handen te pikken. Steeds harder, tot bloedens toe zelfs. Kylia reageerde niet, staarde dof voor zich uit. Orion zuchtte: dan maar harde maatregelen. Zo hard hij kon pikte hij recht in Kylia's gezicht. "Hé, AU!" Kylia scheen weer bij haar positieven te komen en wreef met een pijnlijk gezicht over haar wang. "Dat doet pijn hoor! Waar was dat nou weer goed voor?" "Doet er niet toe," zei Orion, een klein lachje nauwelijks verbergend nu ze weer oké was, "transformeer je nu maar, de demonen van het element vuur beginnen te overheersen!" Sailor Love stormde naar buiten, maar ze was niet de enige: overal kwamen mensen naar buiten, die verwonderd naar de lucht staarden. Ze was blijkbaar niet de enige die het vreemd had gevonden dat het al zo vroeg donker was. "Hoe kan ik nou in godsnaam die demonen vinden en bestrijden zonder dat het opvalt?" mompelde ze vanuit haar mondhoek tegen Orion. "Doe wat ik zeg, dan komt het in orde," zei Orion zachtjes, "met je nieuwste aanval schendt je alleen zij die het verdienen. Zaak is om eerst die demonen te vinden." Hijgend kwam Herindrah aan bij Kylia's huis. Ze moest Kylia waarschuwen! Die demonen hadden Lanta te pakken! Ze drukte lang op de bel en luisterde. Geen voetstappen, het leek wel of er niemand thuis was. Ze kreunde. Kom op, doe open! Op dat moment voelde ze een hand op haar schouder en ze slaakte een kreet van schrik. Gelukkig was het Sailor Love maar. "Wat is er aan de hand?" zei die, "of heb je een nieuwe hobby, bellen kapot bellen?" "Die demonen hebben Lanta," zei Herindrah vlug, "Marina en ik waren bij haar en toen werd het ineens donker en toen... toen namen ze Lanta te grazen!" "Waar?" Orion verspilde geen tijd meer. "Breng ons erheen Herindrah!" Marina kwam hen al tegemoet. "Orion, Sailor Love! Die demonen hebben Lanta!" "Dat weten we al," zei Sailor Love, "wat is er precies gebeurd?" "Nou, het werd opeens donker, en toen kwamen er drie gedaantes binnen die Lanta meenamen," zei Herindrah, "we konden niks doen, voordat we het doorhadden waren ze weg!" "Weten jullie waar ze heen zijn?" vroeg Orion. Marina knikte. "Ik ben ze gevolgd terwijl Herindrah jullie ging halen," zei ze, "ze zijn bij de open plek." Orions mond viel open. "WAT! Dat is gevaarlijk, ze zullen vuur gebruiken om haar te vernietigen en aangezien zij aarde heeft als element zal zij het snelst... ERACHTERAAN!" Lanta schreeuwde toen het vuur bijna haar tenen brandde. De demonen hadden haar in het midden tussen verdorde takken gezet, en vervolgens de takken aangestoken. Ze zat in de val, ze kon geen kant meer op! En op dat moment... "HARTSLAG, OVERWIN!" Een straal schoot uit de bosjes, en schoot dwars door Lanta heen, zonder dat ze iets voelde. De demonen werden echter flink geraakt. Ze verstijfden, en vatten toen onmiddelijk vlam en verdwenen. Ze zag drie andere gedaantes en een vliegende schim buiten de vlammenzee staan. "ORION! KYLIA! HERINDRAH! MARINA! Zijn jullie dat? Zeg alsjeblieft van wel!" riep Lanta, terwijl ze wanhopig haar best deed de vlammen te ontwijken. Op dat moment plofte Sailor Nereïde voor haar voeten neer: ze had gevlogen en pakte nu Lanta beet. "Kom op, we gaan hiervandaan!" zei Sailor Nereïde. Ze zette af en ze vloog Lanta veilig over de vlammen heen. Lanta rilde toen ze weer stond. "Vuur... daar ben ik altijd al bang voor geweest, al sinds..." Ze deed er het zwijgen toe. Sailor Triton en Sailor Nereïde blusten samen de vlammen. Orion kwam troostend bij Lanta zitten. "Het is voorbij, Lanta," zei hij, "geen vuurdemonen meer."
|
|
|
Post by Mizumi on Jul 15, 2004 4:15:00 GMT -5
AFLEVERING 214: BOODSCHAPPEN Flarden uit de toekomst
Lanta slaakte een zucht. Ziezo, haar ronde zat er ook al weer op voor vandaag. Vol genoegdoening keek ze naar haar lege tas op haar schouder. Nou ja, het verdiende goed. Genoeg om van te leven in elk geval. Sinds haar ouders waren omgekomen toen hun huis in brand stond, heeft Lanta bijna altijd voor zichzelf moeten zorgen en dat dééd ze nu ook. Ze had het goed zo, in haar eigen hut. Toen ze de deur opendeed, zat er een verrassing te wachten: het was Orion, die behoorlijk gehavend op de vloer zat. "Ach, arm ding!" Lanta liet zich op de knieën vallen voor hem. "Wat is er met jou gebeurd?" Orion slaakte zachte kreetjes terwijl ze hem voorzichtig onderzocht. "Aanval," zei Orion zacht, "demonen hadden Kylia bijna... heb haar verdedigd." "En daarbij je vleugel gebroken," zei Lanta hoofdschuddend, "had ons dan ingeschakeld, sufkopje! Doet het erg pijn?" Orion schudde zijn hoofd, maar het tegendeel leek eerder waar te zijn. "Kylia... daar kwam ik voor... naar haar toe, jij." "Nee, eerst ga ik jou verzorgen. Tenzij het echt enorm dringend is..." "Yume Akuma." Die naam zei Lanta niet veel: droomdemonen betekende het, voor zover ze op haar Japanse woordenschat kon vertrouwen. "Wat is daarmee?" "Weet je die droom van laatst nog?" Lanta pijnigde haar hersens. "O, die waarin we ons verleden zagen?" "Juist. Dat was het werk van de Yume Akuma. Ze zal sterven als je haar niet helpt." Hijgend bereikte Lanta Kylia's huis: ze had Orion in haar handen, die één vleugel zo goed en zo kwaad als het ging in een snel verband had. Lanta had erop gestaan om hem eerst te verzorgen, maar in zijn haast kon hij niet stil blijven zitten en nu was het geen erg netjes verband geworden. Lanta belde aan: na vijf minuten was er nog niemand verschenen. "Haar ouders zijn weg," zei Orion, "en als ik het wel heb slaapt Kylia, en daar kan niemand een einde aan maken." "Waarom moest ik dan komen?" Lanta begreep er niet veel van. "Als ze toch niet meer te helpen valt..." "We hebben jou en die andere twee nodig." Lanta liet Orion van schrik vallen: hij had niet met zijn normale stem gesproken, maar met een vreemde, holle stem, die door de straat echoëde. "Orion! Wat is er met je?" Dat werd meteen duidelijk toen er een groene flits uit Orion kwam: een demoon! Orion had vast onder invloed gestaan. Orion zelf scheen niet te begrijpen wat er gebeurde: hij zat er erg versufd bij en keek Lanta met één duf open oog aan. Lanta werd in de hoek gedreven door de demoon. Ze gilde oorverdovend, maar niemand hoorde haar: het leek of alles uitgestorven was. "Orion, ga Herindrah en Marina halen! Alleen red ik dit niet!" Orion knikte en vloog ervandoor, nog een beetje versuft. Lanta transformeerde zo snel ze kon. "Macht der Despinanevel, verschijn!" Maar ook als Sailor Despina was ze machteloos: de demoon had zich gedupliceerd, en ze werd nu van alle kanten omringd door demonen. Kylia keek verbaasd op. Wat was die groene flits nou? Ze keek uit het raam en zag toen Sailor Despina, omringd door demonen. WAT?! Vlak voor haar huis nog wel! Waar was Orion in vredesnaam? En waarom had hij haar niet gewaarschuwd? "Kracht van de liefde, verschijn!" Sailor Despina kreeg het benauwd, en voelde zich heel moe worden: alsof de demonen al haar krachten opslurpten. Ze moest slapen, ze moest... En op het moment dat ze ineenzakte, zag ze een paars-groene flits voorbij komen. Een kreet, en een heel stel demonen werden weggeblazen. Het laatste wat ze zag voordat ze in slaap viel, waren twee gevleugelde wezens. Sailor Love keek vol verbazing naar het meisje dat de demonen opzij blies. Sailor Despina zakte in elkaar. "Waar denk jij dat je mee bezig bent?" In haar paniek trok Sailor Love de verkeerde conclusie dat het meisje Sailor Despina wat had aangedaan. "Dat was ik niet, dat waren de Yume Akuma," zei het meisje. Ze was gekleed in een paars en groen pak, en haar gezicht bleef verborgen in de schaduw van een vreemde soort hoed die ze droeg. Wat blond haar kwam eronderuit. "Je was net te laat, ze hebben Sailor Despina al." "Hoe weet jij wie zij is?" zei Sailor Love verbaasd, "en hoe weet jij zo zeker dat het Yume Akuma zijn?" "Droomdemonen, die je in je dromen dingen laten zien," ging het meisje verder, "wie in hun dromen verzeild raakt, komt er alleen met behulp van die dromen weer uit. Jullie is dat geluk één keer overkomen." Sailor Loves mond hing open. Hoe wist dit geheimzinnige meisje dat allemaal? Opeens kwamen twee vogels naar beneden zeilen. Even dacht ze dat één van hen Orion was, maar het waren hele andere soorten vogels. Ze streken neer op de schouders van het meisje. Op dat moment kwamen Sailor Triton en Sailor Nereïde eraan stormen. Orion zeilde boven hen. Het meisje keek even naar hen. "Red jullie zelf," zei ze hard, en toen was ze er vandoor. "Wie was dat nou weer?" zei Sailor Triton verbaasd. "Geen idee," zei Sailor Love, "maar de Yume Akuma hebben Sailor Despina!" "En dat is mijn schuld," zei Orion, "ik wist dat er een paar op oorlogspad waren en ik wilde ze zelf wegkrijgen, maar één van hen nam mij in zijn macht. Toen zei ik tegen haar dat Kylia te grazen was genomen." Op dat moment, volkomen onverwacht, sloegen de demonen toe, en ditmaal was er geen geheimzinnig meisje om ze weg te blazen... Beelden flitsten voorbij. Sailor Despina zag een oudere versie van zichzelf, druk pratend met een meisje met blonde haren. Een meisje van een jaar of elf kwam voorbij, en trok plagend aan het shirt van Sailor Despina's oudere zelf. "Kom op Yaki," riep ze lachend. Het volgende moment werd het zwart, en toen bloeiden er overal bloemen om zich heen: van Yaki's hand. Sailor Love keek vol verbazing toe hoe een oudere versie van zichzelf in een stoel zat en praatte met een jongen van rond de twaalf jaar. Ze hadden het over huiswerk, ving ze op: "Maar moeder, hoe moet ik nu die breuken oplossen?" Moeder? Pardon?! Maar voordat ze iets kon doen, werd het zwart. Het volgende moment zag ze haar oudere zelf weer, maar ditmaal had een jongeman een arm om haar heengeslagen. Sailor Nereïde zag zichzelf, maar dan ouder, in een tuin vol rozen staan. Ze gaf twee meisjes op hun kop. "Jera, nou houd je eens op! Yaki heeft vol liefde voor die bloemen gezorgd, die moet je niet zomaar plukken!" Een van de meisjes, met kort bruin haar, grijnsde schuldbewust. Ook voor Sailor Nereïdes ogen werd het zwart, en toen zag ze zichzelf in gesprek met een oudere versie van Herindrah. Dat was zijzelf! Sailor Triton keek toe hoe een oudere ik-vorm van haar geanimeerd in gesprek was met Marina, die er overigens ook ouder uit zag. Volwassener. Nadat het zwart geworden was, kwamen er beelden voorbij van haar oude zelf, die haar handen in troebel bronwater hield. Het water werd op slag helder.
|
|